Ayaan Hirsi Ali (VVD), lid Tweede Kamer (foto & verslag)

Datum
12-05-2003
Lokatie
Brussel
Spreker
Ayaan Hirsi Ali
Titel
politiek culturalisme
Terug naar overzicht

Politiek Cafe Brussel, 12 mei 2003

Ayaan Hirsi Ali

Goedenavond dames en heren. Ik ben heel erg blij met de komst van de heer Bolkestein. Ik voel me erg vereerd maar omdat hij een enorm goede spreker is, heb ik onmiddellijk sprekersfaalangst. Als ik vanavond niet goed spreek dan ligt dat aan hem.

Ik begin met een aantal voorbeelden. Ik heb de laatste maanden en laatste jaar een persoonlijke oorlog tegen datgene wat het politiek culturalisme heet, gevoerd. Ik heb het verhaal van een meisje; Naïma, ze is 22 jaar en Marokkaanse van afkomst. Ik heb haar ontmoet in een blijf-van-mijn-lijf-tehuis. Ze heeft werkelijk alles meegemaakt wat aan verschrikkelijke dingen meegemaakt kan worden door vrouwen die in dat soort huizen leven. Ze heeft het allemaal overleefd. Ze heeft seksuele mishandeling door haar vader overleefd, ze is structureel verkracht. In vier jaar tijd schreef ze uitstekend Nederlands. Ze heeft nu een Nederlands vriendje en leidt nu een goed leven maar daarvoor heeft ze een prijs betaald. En de prijs is haar familie. Niemand van haar broers of zusters willen iets met haar te maken hebben.
Een ander voorbeeld is het verhaal van Florre, dat is een gefingeerde naam. Een Nederlands meisje uit Enschede, 17 jaar oud. Ze heeft een Turks vriendje die ze ontmoet heeft op school. Ze zijn heel erg gek op elkaar maar de relatie loopt niet. Want zij moet van hem veranderen. Ik moet mij anders gedragen, ik moet een hoofddoek dragen. Hij wil persé sm, en altijd weten waar ik ben, met wie ik ben en wat ik doe. Zij zegt dat het niet meer gaat. De prijs is dat de relatie moet worden afgebroken.
Dan het verhaal van Rob, een 21-jarige student rechten. Hij heeft een relatie met een Iraans meisje. Hij vindt het heel vervelend dat zij hem niet mee neemt naar haar ouders. Dat doet ze al twee jaar niet want haar ouders vinden hem onrein, onbesneden en ongelovig.

Al deze verhalen hebben één ding gemeen; De basis van het individuele geluk botst met groepsnormen. En wat is de mooiste manier om te integreren? Dat is als mensen van verschillende afkomsten relaties met elkaar gaan opbouwen. Dat gaat niet op basis van groepsdruk, gebaseerd op basis van etniciteit, cultuur danwel religie.
Andere voorbeelden zijn in Amsterdam. Op een school in Amsterdam vertelt de leraar aan zijn leerlingen in groep vier en vijf niet met ongelovige kinderen te spreken. Neem hun gewoonten niet over, zo wil Allah het. De prijs; onnatuurlijke afstand tussen kinderen en segregatie. Op een andere school worden homoseksuele leraren geschopt en gespuugd. De Imam in de moskee vindt het niet goed dat er geschopt wordt, maar hij begrijpt het wel. Homoseksualiteit is een ziekte, besmettelijk en over die situatie zegt hij, ik laat het aan Allah over om hierover te oordelen. Op een andere school stoppen leerlingen hun vingers in hun oren als ze tijdens de geschiedenislessen over de Holocaust horen. Prijs; gemis aan kennis en toename van intolerantie. Bij de 4 en 5 mei herdenkingen van afgelopen week hebben Marokkaanse jongeren zich schuldig gemaakt aan het verstoren van die herdenkingen. Al deze zaken worden gebagatelliseerd, worden eigelijk heel klein gemaakt. De argumenten hiervoor zijn, het is hun cultuur, hun identiteit. Als een blank iemand dat zou doen, dan zou het racisme zijn, slecht. Maar als etnische minderheden zoiets zeggen of doen, dan heet dat cultuur of het verdedigen of beleven van de eigen identiteit.
In een liberale democratie mogen individuen zich in vrijheid verenigen en op basis van etniciteit en religie mogen zij vrijwel alles zeggen om hun groep bij elkaar te houden en nieuwe zieltjes te winnen. De vraag van de komende jaren is; Waar ligt dan de grens? Gemakkelijk wordt gezegd: het schade-principe. Als je iemand schade toebrengt, daar ligt dan de grens. Maar is schade altijd onmiddellijk zichtbaar en meetbaar? En wat als de schade zich pas veel later aandient?
Wat is nieuw in een liberale democratie? In een liberale democratie zijn alle ogen gericht op het beperken van het handelen van de overheid ten aanzien van de burger. Maar sinds kort is er een betrekkelijk nieuwe uitdaging. Niet alleen is de overheid een bedreiging voor de liberale rechtstaat, maar groepen die op basis van cultuur zich verenigen om rechtstatelijke instrumenten en argumenten te gebruiken om diezelfde liberale staat te ondermijnen zijn dat ook. De verdediging vinden ze in de theorie die heet het multiculturalisme. De cruciale vraag van de komende jaren is: Hoe handhaven we de liberale rechtstaat? En tegelijkertijd: Hoe bestrijd je mensen die deze vrijheden gebruiken om diezelfde rechtstaat te ondermijnen? Op de korte termijn is natuurlijk het inzetten van justitiële middelen onmisbaar. Op de lange termijn is het antwoord moeilijker. Mijn stelling van vanavond is dat het principe van multiculturalisme zelf een bedreiging is voor de rechtstaat. Niet alle culturen zijn gelijk. En groepsidentiteit ziet de rechten van het individu over het hoofd. Overheidsbeleid van multiculturaliteit zoals het stichten van Islamitische scholen moet worden teruggedraaid.