Frans Weisglas (VVD), voorzitter Tweede Kamer (foto’s & verslag)

Datum
24-02-2003
Lokatie
Den Haag
Spreker
Frans Weisglas
Titel
"De mooiste baan in Nederland..."
Terug naar overzicht

Frans Weisglas, 24 februari 2003

Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om even een wandelingetje te maken over het Noordeinde, waar ik te weinig kom. Op de maandagavond zijn alle cafés bijna leeg en dit café is vol, dus het is een eer zou ik zo zeggen. Of misschien is het bier hier gewoon het best, dat kan ook. Ik vind het heel erg leuk dat mijn collega fractielid in de Tweede Kamer fractie van de VVD, Annette Nijs, de demissionair staatssecretaris van onderwijs, er is. Want in de politiek hebben we vaak de neiging om alleen ergens naar toe te gaan als je zelf moet spreken, omdat je het veel te druk hebt om ook nog naar je collega’s te gaan luisteren.
Ik geef toe, het was wel spannend de afgelopen keer. De eerste keer toen ik werd gekozen was het ook ontzettend spannend en ik dacht die ochtend dat ik het absoluut niet zou winnen van m’n partijgenote en hele goede vriendin Annemarie Jorritsma. Maar als ik daar op terug kijk, gebeurde dat toch in een soort klimaat dat best gunstig was voor mij zelf. Ik vond het ten onrechte dat iemand als Annemarie, die al 20 jaar lang een ontzettend goede Nederlandse en VVD-politicus is, dat zij opeens in een sfeer terecht kwam dat er niks meer goed was. Het was het klimaat van toen, van vernieuwde procedures zijn goed. De derde kandidaat, Jim Jansen van Raaij zat net een week in de Kamer, dus alleen al daarom lag het niet zo voor de hand dat hij zou winnen. Dus misschien moet ik niet zo overdrijven dat dat toen een prestatie was.
Twee weken geleden vond ik het echt anders. Toen was het in de eerste plaats zo dat het CDA probeerde op ouderwetse manier het voorzitterschap te claimen, los van een persoon in het begin. Eerst claimde ze het voorzitterschap en toen kwamen ze met de kandidaat, Gerda Verburg. En ze probeerden in het kader van de formatieonderhandelingen afspraken te maken met de PvdA. Als de PvdA daar op in was gegaan, dan had ik het kunnen schudden want dan was er een meerderheid voor een CDA-kandidaat geweest. En toen Thom de Graaf op kwam dacht ik, iemand met ervaring, met ideeën over het voorzitterschap van de Tweede Kamer. Iemand die men graag mag in de Kamer. Dus ik vond het spannender dan de eerste keer.
Het is gelopen hoe het is gelopen en ik ben er blij mee. En nu heb ik, zoals de titel van deze avond op de poster, de mooiste baan van de Nederlandse politiek. Waarom de mooiste baan? Laat ik het maar één keer verheven zeggen: Omdat het een grote eer is om leiding te mogen geven aan het belangrijkste orgaan, samen met de Eerste Kamer, in ons Nederlands democratisch staatsbestel, de Tweede Kamer. Als je vraagt waarom iemand z’n baan leuk vindt, dan gaat het om de inhoud. Ik hou na 20 jaar nog heel erg van politiek, dus de inhoud vind ik fantastisch. Het gaat om de sfeer waarin je werkt, is de omgeving leuk, zijn de mensen aardig? In de Tweede Kamer is dit geval. Ten derde hoor je vaak dat het werk afwisselend is. Je ontmoet veel verschillende mensen, je doet veel verschillende dingen. Dat heeft het ook. Het heeft drie elementen. Het meest zichtbare is natuurlijk het voorzitten van de Tweede Kamer vergaderingen met alles wat daarbij hoort. Het tweede is het wat minder zichtbare, het leiding geven aan het bedrijf Tweede Kamer. We hebben los van de fracties die heel veel eigen mensen in dienst hebben, hebben we in de Tweede Kamer zo’n 600 mensen werken in allerlei verschillende functies. De kamervoorzitter is daar ook eindverantwoordelijke voor. Het derde is dat je de Kamer mag representeren op alle mogelijke manier. Ook dat vind ik een eer om namens de Tweede Kamer naar buiten te mogen treden. Die veelzijdigheid en die eer om die functie te mogen bekleden, dat maakt het in mijn ogen de mooiste baan in de Nederlandse politiek. Maar Annette heeft zojuist gezegd dat zij ook de mooiste baan in de Nederlandse politiek heeft, dus zijn er al twee mensen gelukkig hier.

Het is natuurlijk niet genoeg om wakker te worden elke ochtend en te zeggen dat je de mooiste baan in de Nederlandse politiek hebt. Je moet je heel goed realiseren wat er van je in die baan, maar vooral in de politiek en van de politici op dit moment in Nederland gevraagd wordt. Ik denk dat dat heel er veel is. Het klimaat in Nederland in de aanloop naar de vorige verkiezingen van 15 mei 2002, dat was een klimaat van groot onbehagen in Nederland wat in vrij korte tijd manifest werd. Onbehagen over een aantal onderwerpen, over de gezondheidszorg, over verkeer, de files, de mobiliteit, criminaliteit, veiligheid en vooral ook over wat je zo vaak hoort: “Daar in Den Haag, ze doen maar, het staat zo ver van ons”. De kloof tussen Den Haag en in de rest van Nederland. Of je het nu overdreven vindt of niet, het was een feit. Dat klimaat heeft…..Het zou me bijna niet verbazen als bijna iedere spreker die hier aan de wand hangt de naam die ik nu ga noemen op de een of andere manier wel genoemd heeft. In dat klimaat is natuurlijk Pim Fortuyn opgekomen. Hij was als geen ander in staat dat onbehagen te vertolken. De dag na de verkiezingen kwamen er 26 mensen, volgelingen van de zo triest vermoorde lijsttrekker. Dat was een heel bijzonder moment. Ik was op dat moment al waarnemend kamervoozitter omdat Jeltje van Nieuwenhoven de ochtend van de verkiezingen fractievoorzitter van de PvdA werd. Van het ene op het andere moment droeg zij de fakkel van het voorzitterschap aan mij over.
Ik zie die 26 mensen binnenkomen, ik zie mezelf kennis met ze maken en een eerste gesprek met ze hebben. Maar ik voelde dat er iets niet klopte. Ik dacht het is fantastisch zoals hier 26 mensen binnen komen en nieuwe politiek willen bedrijven. Daar ben ik ook voor. Ik wil ook dat er dingen veranderen, ik wil ook dat men duidelijker wordt, dat men dichter bij mensen komt. Maar de manier waarop de hele groep binnenkwam…er was zo’n groot verschil tussen wat zij dachten te kunnen bereiken. Maar de manier waarop ze het wilde doen. Vooral de korte termijn benadering, de manier waarop je toch de dingen moet doen, of je dat nu leuk vindt of niet, of je dat afstandelijk vindt of niet, of het onderdeel van de kloof is, dat verschil tussen die groep mensen en hoe het zou moeten gaan in de Haagse politiek, was zo groot, dat ik heel snel toch het gevoel had van, dit kan haast niet zo gaan. Er zijn allerlei incidenten geweest, ik ga echt niet uitgebreid over die ene fractie praten. Maar het was natuurlijk wel het interessantste fenomeen van dat moment, dat er gewoon 26 nieuwe mensen binnen kwamen die ik als voorzitter ontzettend graag heb willen helpen. Ook om te voorkomen dat ze meteen alles overnamen zoals wij dat allemaal deden want dat wilden ze zelf niet, en terecht. Maar nogmaals, op den duur zag je dat er iets was waardoor het niet ging. Op zich verbaast het me ook niet dat in die oktobermaand en in die maanden daarvoor, het binnen die groep was, Heinsbroek, Bomhof, dat de politieke bom ging barsten en dat het kabinet viel. Dat heeft niks te maken met politieke meningsverschillen, dat had te maken met mensen. Mensen binnen die ene fractie. Het is doodzonde dat dat gebeurd is. Want ik vind, en dat zeg ik met m’n VVD-pet op, dat het regeerakkoord dat er lag, het strategisch akkoord van die drie partijen, was vanuit de VVD gezien een prachtig strategisch regeerakkoord. Het was zeer de moeite waard om daarmee door te werken. Dus doodzonde dat mensen die daar achter stonden, zoals Heinsbroek en Bomhof, dat die het zo ver hebben laten komen. Ook doodzonde, en dat zeg ik dan weer als voorzitter van de Tweede Kamer, dat we daarmee nu een periode hebben gehad, de val van het kabinet in april vorig jaar over het Srebenicarapport, de verkiezingen van 15 mei en alles wat eraan vooraf is gegaan, de kabinetsformatie, de val van het kabinet in oktober. Nieuwe verkiezingen met weer een volkomen omwenteling van de verhoudingen in de Tweede Kamer. En een nieuw kabinet in wording wat op veel punten toch behoorlijk zal afwijken van datgene wat vanuit de VVD gezien wenselijk is.

U merkt, ik haal een beetje door elkaar wat ik als VVD-er en als kamervoorzitter zie, maar laat ik eindigen met te zeggen dat het gebrek aan stabiliteit in de Nederlandse politiek in het afgelopen jaar, ondanks het feit dat ik zelf een ontzettend grote voorstander ben van verandering, van nieuwe werkwijzen van de Tweede Kamer, dat dat niet goed is geweest. Ik denk dat het ongelofelijk belangrijk is dat het kabinet dat nu gevormd gaat worden, CDA-PvdA, dat dat er zo snel mogelijk komt. Ik denk dat het belangrijk is dat men snel gaat in de infomatie, dat men snel gaat in het met elkaar afstellen van de teksten waar het om gaat. Daar kun je bij wijze van spreken 24 uur per etmaal aan werken, die teksten maken, opschrijven en bespreken. Maar dat men wat meer tijd neemt in de volgende fase, in de formatie. Bij het uitzoeken en kiezen, en afstemmen van de personen die het moeten gaan doen. Want je moet er toch niet aan denken dat er weer weeffouten in de nieuwe ploeg komen waardoor binnen een jaar zo’n kabinet uit elkaar spat. Laat ik dat dan als voorzitter zeggen. Ik geloof niet dat het goed is voor Nederland, zeker ook niet in het internationale klimaat, waarin Nederland, waarin de wereld zich bevindt, dat het over een jaar weer mis gaat. Al zou ik het natuurlijk zelf graag over acht maanden weer graag opnemen tegen wie dan ook in de volgende voorzittersverkiezing.