Gerda Verburg, vice fractievoorzitter CDA, Tweede Kamer (verslag & foto’s)
- Datum
- 21-03-2005
- Lokatie
- Den Haag
- Spreker
- Gerda Verburg
- Titel
- o.a. gekozen burgemeester
Dank u voor de uitnodiging. Drie onderwerpen: over de gekozen burgemeester en wat er wellicht morgen gaat gebeuren. Ik zou het willen hebben over de voorstellen van de Partij van de Arbeid om elke Nederlander, elk huishouden tweehonderd euro terug te geven. En ik zou het willen hebben over iets wat ons allemaal bezighoudt. Er zijn heel veel dingen die ons allemaal bezighouden, maar ik zal noemen: de zorg en de problemen in de zorg. Daarnaast zijn er nog een heleboel onderwerpen, maar die snijdt u wel aan als u denkt dat ze belangrijk zijn voor vanavond.
Allereerst wat gaat er morgen gebeuren? Gaat morgen het Kabinet vallen? Dat is de vraag die ik de afgelopen dag, maar ook al de afgelopen week een aantal keren heb gehad. Toen de vraag teruggesteld. Want morgen in de Eerste Kamer, u weet dat allemaal… Mij is verteld dat u allemaal nieuwsvolgers en goede krantenlezers bent, dus ik ga er van uit dat u precies weet dat er vanavond in de Eerste Kamer over Verkeer en Vervoer wordt gesproken en dat morgen de gekozen burgemeester niet op de agenda staat van de Eerste Kamer. Morgen staat niet de gekozen burgemeester op de agenda, maar de deconstitutionalisering van het burgemeesterschap. We hebben het morgen niet over de gekozen burgemeester, het gaat morgen alleen maar over de vraag: willen de dames en heren senatoren instemmen met het uit de grondwet halen van de door de kroon benoemde burgemeester? Dan zou je zeggen daar doe je een minuut of vijf over, want je vraagt de minister of hij dat allemaal wel zorgvuldig heeft gedaan. En je leest nog eens na of die jonkies van de Tweede Kamer wel netjes gehandeld hebben in hun termijnen en of dat allemaal wel deugdelijk geweest is. Maar nee, de dames en heren senatoren hebben er een hele dag voor uit getrokken, sterker nog zij beginnen een uur vroeger. Zij beginnen morgenochtend om negen uur. Degenen die morgenochtend naar Den Haag komen nemen een lunchpakketje mee. En dat niet alleen: zij blijven ook ’s avonds eten en maken de vergadering af. Want er moet nog morgen gestemd worden over de deconstitutionalisering van de burgemeester.
Voorwaar een belangrijk debat. Ik maak een gekheidje maar dat mag natuurlijk in een café, zeker op maandagavond de eerste lentedag. Maar het is een te serieuze zaak, want aan dit hele verhaal wordt een politieke kwestie gekoppeld. En die politieke kwestie speelt zich af binnen de boezem van de PvdA-fractie. Niet meer in de boezem, vroeger waren senatoren nog wel eens bedachtzaam. Chambre de réflexion, kamer van de bedachtzaamheid, van de reflectie op nog even heroverwegen wat de Tweede Kamer heeft gedaan. Maar nee hier is het politieke spel op de wagen. Zal Thom de Graaf vice-premier namens D66 voldoende toezeggingen weten te doen aan de senatoren van de Eerste Kamer? Zodanig dat hij hun instemming kan verwerven voor de doodsimpele vraag: halen we de burgemeester uit de grond ja of nee? Dat gaat al weken zo, er wordt al gedreigd met de nacht van Noten er wordt gepreludeerd op de middag van Jurgens. En ook Van Thijn doet een duit in het zakje want hij wil zich ook graag vereeuwigd zien. Wat zou het toch prachtig zijn om als oppositiepartij het Kabinet ten val te brengen. Als de burgemeester niet uit de grondwet wordt gehaald, dan gaat het wellicht mis met de gekozen burgemeester en dat zou toch prachtig zijn.
Dames en heren, ik heb goed of slecht nieuws voor u, maar ik denk niet dat morgen de oppositiepartij en de senaatfractie van de Partij van de Arbeid het Kabinet ten val gaat brengen. Ik denk, sterker nog, ik weet niet wat er morgen gaat gebeuren, maar een progressieve partij als de partij van de Arbeid, die al jaren zegt: “Wij willen een gekozen burgemeester, weliswaar op onze voorwaarden en onder onze conditie, maar elke fractie ook in de tweede Kamer heeft zo zijn eigen burgemeestersvariaties.” Iedereen wil het op zijn of haar eigen manier en dat is dan de enige juiste. Op enig moment moet er natuurlijk een compromis gevonden worden en dat moet de praktijk allemaal nog leren. Maar wat zou nu het gevolg zijn als de Partij van de Arbeid zegt: “Wij zijn voor de gekozen burgemeester, maar als de stemming aan de orde is in de Eerste Kamer om het uit de grondwet te halen, dan zijn wij tegen.” Ik denk dat ze een moeilijk verhaal hebben om uit te leggen. Ik heb het aan alle kanten bekeken; links, rechts, van boven, van onderen, schuin, nog een paar keer, maar ik kan het niet uitleggen. Ik zou geen goed verhaal weten om het uit te leggen aan de kiezers. En als zij zover komen, dat ze na een hele dag en waarschijnlijk na een lange avond or lange nacht debatteren komen tot een stemming en ze zouden tegenstemmen of ze zouden het tegenhouden, dan denk ik toch dat ze heel veel hebben uit te leggen. Maar het wordt morgen een boeiende dag. Waarschijnlijk mooi weer tegen de avond gaat het regenen en wij gaan zien wat de Eerste Kamer gaat zeggen, als het gaat om de deconstitutionalisering.
Ik wil het daarbij laten, want ik wil u meenemen naar hedenochtend. Ik heb geen idee hoe laat u vanmorgen bent opgestaan, maar in huize Verburg gaat de radiowekker om een uur of zes. Dan liggen wij nog een poosje, want dat vinden we lekker. Nog even Rob Trip, die meldt zich weer en laat weten dat hij zijn stem weer terug heeft. Vorige week gebeurde het namelijk dat hij van zes tot zeven wel presenteerde en om zeven uur plotseling verdwenen was, omdat hij tussen zes en zeven zijn stem was kwijtgeraakt. Dat was mij ontgaan maar het is erg genoeg als je je stem kwijtraakt. Maar in ieder geval daar was de melding. De Telegraaf opent met het feit dat Wouter Bos, politiek leider van de Partij van de Arbeid, heeft voorgesteld dat elk huishouden 200 euro terugkrijgt. Want we kunnen het vanavond wel opmaken dames en heren, maar laten we niet te snel zijn. Want, was de redenering van Wouter Bos: het kabinet heeft erg veel bezuinigd en er zijn nu meevallers. Die meevallers moeten nog blijken, maar de prognose in de voorjaarsnota. Ieder jaar hebben wij in de Tweede Kamer de behandeling van de voorjaarsnota en daarin wordt aangegeven hoe de economische en financiële vooruitzichten voor dit jaar zijn. En waarachtig; ook in de economie meldt zich een lente. Er is niet één zwaluw, er zijn verschillende zwaluwen. De export trekt wat aan, de vervangingsinvesteringen van bedrijven komen weer op gang, dus werknemers krijgen weer nieuwe stoelen en een nieuw computerprogramma of zelfs een hele nieuwe computer als daar aanleiding voor is. En de uitzendbureaus hebben ook weer allerlei aanlokkelijke advertenties om mensen te werven, want de uitzendbranche trekt enorm aan.
Zo is ook sprake van een groeiende vraag in de zorg, en het onderwijs meldt zich met enige vertraging. Kortom: het gaat weer een beetje goed en ik zal u zeggen – en dan ben ik heel serieus net als in de rest van mijn betoog: daar ben ik ziels blij mee. Want o wat had ik als politicus de smoor in dat wij als CDA na acht jaar in de woestijn. Ik weet nu hoe lang de Israëlieten het gevoeld moeten hebben, die hebben daar 40 jaar in vertoefd. Maar in onze politieke woestijn voelde acht jaar al heel erg lang. Maar toen wij aantraden, bleek dat de economie op de glijbaan zat en wij heel sterk naar beneden gingen. En er was in de laatste periode van Paars te veel structureel aan lastenverlichting toegepast of structureel extra uitgaven gepleegd die niet structureel waren gedekt. En dan kom je in de problemen en dan moet je soms maatregelen nemen die als draconisch worden ervaren. Maar nu wordt het hopelijk een beetje lente. Ik hoop echt voor iedereen en voor alles dat dat ook een beetje doorzet, want we zijn in Nederland wel toe aan een beetje optimisme en een beetje positivisme.
Daar ga ik het vanavond niet over hebben, want daar heeft Jan Marijnissen een boek over geschreven en daar heeft Jan Peter Balkenende inmiddels ook iets over gezegd. Maar wat denkt u? Wouter Bos heeft gezegd: “Het gaat weer iets beter, we hebben iets minder tegenvallers. We komen dit jaar geen vijftien miljoen tekort om de rijksbalans sluitend te maken, maar we komen dit jaar waarschijnlijk slechts tien miljard tekort. En dan dames en heren is het toch hoog nodig om iedereen al tweehonderd euro extra uit te keren, want dat moet gevierd worden.” Volgend jaar verwachten we nog een tekort van zes miljard en ik zie hier heel veel jonge mensen en dan denk ik, hup daar gaat de rekensom weer. Nu betalen we vanwege de staatsschuld per inwoner van Nederland, die zojuist geboren is en een grijsaard van 102, we betalen ieder meer dan 750 euro per jaar aan rente zonder dat we één cent van de staatsschuld hebben afgelost. Dames en heren als we die 750 euro per persoon ergens anders voor zouden kunnen gebruiken, dan zou dat mooi zijn. Met andere woorden: de nog steeds groeiende staatsschuld in combinatie met de verzilvering van onze samenleving – mensen worden gelukkig tot nu toe nog steeds ouder – dan moet je daar rekening mee houden. Dan moet je daar een beetje op inspelen, en dan moet je niet zeggen: “We hebben een minder tekort dus we gaan opnieuw potverteren.” Dames en heren u begrijpt het al. Ik vind het voorstel van de Partij van de Arbeid niks. Ik vind het niet eens goedkoop, ik vind het een waardeloos voorstel. Want je verkoopt de huid voor je ook maar één de beer geschoten hebt.
Dan mijn laatste onderwerp. Dat is een buitengewoon serieus onderwerp, dat is de zorg in Nederland. Want in de zorg in Nederland gaat het niet goed. Internet-doktoren verkopen pillen waardoor mensen zelf een einde aan hun leven kunnen maken. Wij zien bijna twee keer per week in NOVA iets vreselijks uit een verpleegtehuis. En wij horen ook dat in de zorgcentra, verpleegtehuizen en in ziekenhuizen er heel veel meer misgaat dan goed. Schijn echter dames en heren, en dat weet u ook, bedriegt. Want soms hoor je één geval waar het erg slecht gaat en er staan vaak heel goede ervaringen tegenover. En toch is het buitengewoon noodzakelijk dat er iets verandert. Dat er iets verandert in de organisatie van de zorg in ons land. En wat is daar nodig? Moeten wij dan managers meer betalen, zodat zij hun verantwoordelijkheid kunnen nemen en de zaak zodanig managen dat er geen fouten meer worden gemaakt? Dat er mensen die verpleging en verzorging nodig hebben dat zij niet meer hoeven te sterven omdat ze onvoldoende eten en drinken krijgen toegediend omdat de verpleegkundige en de verzorgende te weinig tijd hebben. Moeten wij het management meer beloven? Moeten wij alleen maar meer geld uittrekken? Moeten wij de inspectie er vaker naartoe jagen of moeten wij andere maatregelen nemen?
Dames en heren ik denk uit de grond van mijn hart dat er andere maatregelen getroffen moeten worden. Ik denk dat, en dat zal ik ook een keer aan mevrouw Van Ross-van Dorp voorstellen. Haal nou al die directeuren van die verpleging- en verzorgingshuizen naar je toe. En spreek nu eens met ze af dat ze een heleboel van de mensen die op dit moment allerlei rapportages bijhouden en via de bureaucratie die door ons is opgelegd. Dus mea culpa: ik steek de hand in eigen boezem die door ons is opgelegd. Schrap dat nu eens, zorg nu eens dat al die mensen die nu met de knieën onder het bureau zitten, dat die opstaan van hun bureaustoel en dat die met de handen aan het bed gaan staan. Zorg dat je daar de bureaucratie wegsnijdt. Maak afspraken met de managers, daar worden ze immers voor betaald. Een slecht betaalde manager in de zorg verdient anderhalf keer zoveel als onze premier en een beetje goed betaalde manager in de zorg verdient toch al snel twee tot drie keer zoveel als onze premier. Me dunkt dan kunnen we ze ook aanspreken op hun verantwoordelijkheid.
Dus ik denk dat het verstandig is om die verantwoordelijke mensen een keer naar Den Haag te halen. Ze mogen wat mij betreft ook een dag naar de hei, dat maakt mij niet uit. Maar zeg ik tegen de staatssecretaris; spreek met hen af, dat ze resultaat leveren. En dan minder mensen achter de rapportages en de verslagen en meer mensen die de zorg besteden, want ik weet niet hoe het in uw familie is of u familieleden hebt die in een verzorgings- of verpleegtehuis verzorgd worden? Of u familie hebt die in de zorg werkt? Mijn ervaring met mensen die in de zorg werken, is dat ze dat doen met hart en ziel. Maar dat heel veel mensen die inde zorg werken helemaal gefrustreerd raken door wat ze allemaal moeten; stopwatchzorg, rapportages zus, toestemming zo enzovoorts. Ze raken helemaal gefrustreerd, en denken bij zichzelf nadat ze zich twee of drie jaar uit de naad hebben gelopen: “Weet je wat; ik ga iets anders doen.” Als ze al niet op weg zijn naar een arbeidsongeschiktheidsuitkering omdat ze verder gegaan zijn dan ze wilden en ze dat gewoon allemaal niet kunnen opbrengen.
Stop met de waanzin van wat ik noem de afvinkcultuur. Kijk alleen maar of het allemaal op papier deugt en zorg dat je als manager, als leiding, met de mensen op de werkvloer, met de handen aan het bed, zodanig afspraken kunt maken dat er inderdaad ook kwaliteit van zorg geleverd wordt die aansluit bij wat de mensen willen. Want als mensen verpleegd worden omdat ze zichzelf niet meer kunnen redden, dan zijn er nog heel veel mensen die hier nog heel behoorlijk kunnen denken en die weten waar ze van kunnen genieten. Willen de mensen ’s avonds een borrel, willen ze zich op een barkruk laten hijsen of wat mij betreft met een rolstoel aan een verlaagde bar, dat kan me allemaal niet schelen, maar zorg dat mensen die zorg en aandacht krijgen die ze vragen. En dat is andere zorg dan alleen maar het in stand houden van schoenen en kleren.
U hebt daar zelf aan meegewerkt. Ik heb dat al gezegd. Ik beaam dat nog een keer volmondig. U hebt daar natuurlijk gelijk in. Want ik denk dat vanuit Den Haag niet alleen in de zorg alleen, maar op tal van punten professionals, de mensen die het werk doen met hart en ziel, in de zorg maar ook in het onderwijs en ook in andere sectoren, politieagenten, hebben weggeorganiseerd door ze allemaal af te dempen. Door ze allemaal regels op te leggen. En dan organiseren we een inspectie naar zo’n verzorging of verpleegtehuis of naar een onderwijsinstelling met zo’n lijst vragen om te kijken of alles deugt. Ook voor bedrijven is dat zo, de ARBO-regels enzovoort. Die inspecteurs, die kijken te weinig om zich heen en vragen zich te weinig af. Zie ik hier gelukkige mensen? Zie ik hier gemotiveerde medewerkers? Ja, is het beide ja, dan gaat het hier hartstikke goed. Maar die inspecteurs, gestuurd door hun bazen onder de verantwoordelijkheid voor de politiek zijn alleen maar bezig met: klopt dit? Afgevinkt. Klopt dat? Afgevinkt, met het grote risico dat ze binnenkomen en er weer uitgaan zonder een mens gezien te hebben. Zonder gevraagd te hebben wat de resultaten zijn van het werk, maar wel met een volledig rapport en op dat volledige rapport staat: “Het deugt wel of het deugt niet.” Maar dan is niet de kwaliteit van de zorg of het onderwijs gemeten, maar dan zijn alleen de regeltjes gecheckt. En daar dames en heren vind ik dat we vanaf moeten. Dat is de volgende strijd die wij aan moeten. Eerst minder regels, dan in de hoofden van de mensen ook af van de afvinkcultuur. Weg met de afvinkcultuur, de toekomst is aan het professionalisme van de mensen die ervoor geleerd hebben en de verantwoordelijkheid van managers die er goed voor betaald worden.