Gerrit Zalm (VVD), Minister van Financiën (foto’s & verslag)
- Datum
- 31-01-2005
- Lokatie
- Den Haag
- Spreker
- Gerrit Zalm
- Titel
- "radicalisering en terrorismebestrijding"
Politiek Café. Den Haag 31 januari
Gerrit Zalm
Er zijn natuurlijk heel veel onderwerpen waarover je kunt spreken. Een onderwerp wat ons denk ik allemaal bezighoudt, is het onderwerp radicalisering en terrorismebestrijding. Daar tegenover staat ook een onderwerp wat daarbij hoort, maar wat toch heel anders is, en dat is de kloof die dreigt tussen allochtonen en autochtonen. Het zijn twee kanten van de medaille.
Laten we eerst beginnen met terrorisme en radicalisering. We zijn opgewekt uit onze rust. Het begon al bij de aanslagen in Madrid, waaruit bleek dat het niet een Amerikaans probleem was, maar dat dat ook in Europa kon. En daarna hebben we de moord op Van Gogh gehad. En het verontrustende daarvan is dat blijkt dat er mensen zijn in Nederland – sinds enkele honderden jaren is dat niet voorgekomen – die menen dat ze vanuit hun geloofsovertuiging de plicht of de opdracht hebben om mensen te vermoorden. Nu hebben wij in de zestiende eeuw ook wel eens mensen op de brandstapel gezet vanwege hun geloof. We hebben in de zeventiende eeuw ook nog wel eens rare dingen gedaan in Nederland. Maar sindsdien is het vrij ongebruikelijk dat mensen vanuit hun geloofsovertuiging een ander vermoorden. En dat vergt nadenken over: hoe kon dat? En wat kunnen we daaraan doen? Hoe dat komt, is niet zo eenvoudig. Voor een deel weten we dat er internationale invloeden zijn. Het radicalisme wordt ook gevoed vanuit Saoedi-Arabië. Er zijn ook anderen die uit het Midden-Oosten komen, die hier propageren dat dit soort dingen eigenlijk normaal zijn en zouden moeten, maar je kan niet zo makkelijk aanwijzen waar nu de echte bron ligt voor degenen die zich hier door laten meeslepen.
We hebben gezien dat de moordenaar van Theo van Gogh, iemand was die netjes zijn havo had afgemaakt, aardig geïntegreerd leek en dan toch het verkeerde pad op gaat. En in het Laakkwartier zijn er zelfs twee van oorsprong volstrekt Hollandse jongens opgepakt, die zich tot de Islam hadden bekeerd en dan de radicale richting hadden gezocht. Het is niet zo makkelijk om te zeggen het is de armoede; het is het gebrek aan kansen of het is discriminatie die dat heeft veroorzaakt. Dus dat is tamelijk gecompliceerd – zoals je destijds in Duitsland ook niet precies kon nagaan waarom mensen zich meldden bij de RAF of in Italië waar je ook dit soort bewegingen hebt – wat nu de beweegredenen waren voor die mensen om daaraan mee te doen. In ieder geval het is een kwestie van nu hard aanpakken en doorpakken en proberen deze groep, die groter is dan één persoon maar hopelijk van beperkte omvang is, goed in de gaten te houden. Te isoleren en zo mogelijk zodra je enig bewijs hebt op te pakken.
Dan moeten we ook nadenken over onze straffen en bestuursrecht. We hebben eigenlijk twee systemen bedacht. Eén in vredestijd en eén in oorlogstijd, want we hebben ook nog oorlogsrecht. En dit hangt er een klein beetje tussenin. Als je met het normale strafrecht dit aan moet pakken, dan kom je niet goed uit de voeten. Aan de andere kant wat we ook niet willen is dat iedereen, die maar een tikje ervan verdacht kan worden dat hij in deze groep behoort, dat we die zonder enige rechtsbescherming oppakken. Dus dat is heel nauw afwegen van wat kan nog wel in een rechtsstaat en wat kan niet in een rechtsstaat? We zullen de grenzen van het recht binnen de rechtsstaat op moeten zoeken om hier een harde aanpak verantwoord te maken. Daarnaast moeten we natuurlijk ook de capaciteit van de AIVD – we moeten een goede inlichtingenpositie hebben, want we hebben dit echt nodig om ze nauwlettend te volgen degenen die in dat verdachte circuit rondlopen – en ook andere diensten binnen de overheid moeten goed geëquipeerd zijn om dit aan te kunnen pakken.
Wat we natuurlijk niet moeten doen, is iedere Marokkaan of iedere Turk of iedere buitenlander ter verantwoording vragen van: “Jij bent dus ook verantwoordelijk op de moord van Van Gogh?” Die nijging is er wel om alles op één hoop te gooien, dat iedereen die dus ook van Marokkaanse afkomst is, jou even zal moeten uitleggen waarom dit in zijn groep voorkomt. En dan maak ik de vergelijking met de moord op Fortuyn en dat was dan een blanke Hollander. Dan kwamen ook niet de Marokkanen en Turken op ons af om te vragen hoe dat het toch kon dat die Hollanders iemand vermoorden. Hier moeten we ook proberen echt onderscheid te maken tussen degenen die in dat radicale circuit zitten. Die dat proberen goed te praten, die daar begrip voor hebben, dat kunnen we dus niet hebben, en degenen die daar ook niets van willen weten. Wat essentieel is dat we niet een onderscheid maken tussen allochtoon-autochtoon of tussen moslim en niet-moslim. Maar dat we een onderscheid maken tussen al die mensen die hier hun best willen doen en hier een plaats willen verwerven, hier een kans willen krijgen en diegenen die in dat radicale circuit zitten. En dan zijn we denk ik beter op weg.
Dat betekent ook dat het toch ook tijd wordt om de hand in eigen boezem te steken, want er wordt ook gediscrimineerd. Er is een aardige proef geweest van politieagenten in Utrecht, waar iedereen probeerde de disco te bezoeken. En dat ging voor die blanke agent allemaal prima, maar voor die gekleurde agenten was dat heel wat moeilijker en die werden heel veel geweigerd. Ik heb het ook meegemaakt hier in de Schilderswijk. Ik kreeg klachten van Turkse makelaars dat er door de banken hypotheken niet werden verleend puur vanwege het feit dat mensen in die wijk woonden of een verkeerde achternaam hadden. En dat heb ik toen ook aangekaart bij de banken en dat soort zaken komen voor en iedereen weet het ook. Ook op het werk komt het voor dat als iemand met een verkeerde voor- of achternaam solliciteert dat die toch anders worden behandeld dan de jongelui die Gerrit Gerritsen heten. Ik noem maar wat. Als je Gerrit heet ben je natuurlijk prima in het vooroordeel. Ik merk het zelfs aan mijn kinderen. Mijn kinderen zijn ook een beetje gekleurd, omdat mijn vrouw half-Indonesisch is. En zodra er iets misgaat bij de Albert Heijn als ze vakken staan te vullen en er komt een klant die ze niet het goede antwoord geven, dan zeggen ze: “Oh, je komt ook niet hier vandaan!” Het is niet een ervaring van een echte allochtoon, maar toch… Nog een ander voorbeeld; toen mijn vrouw achter de kinderwagen liep, toen werd ze ook uitgescholden: “Die Marokkanen fokken ook maar raak”. Terwijl ik zelf er echt mee bezig was geweest.
Dus wat wij moeten doen is. Er zijn zoveel mensen die Nederland als een kans zien. Die het hier willen maken, die zich willen voegen naar onze Nederlandse normen en waarden. Uiteraard niet het eten, want dat is niet veel soeps! Dat doen wij thuis ook niet, dat Hollandse eten daar hoef je niet voor te komen. Dus daar moet je ook mee doorgaan met je eigen keuken. Maar die dat willen en die dan toch ook belemmeringen zien. Ik vind ook: wij moeten – gewoon om zelfstandige redenen maar zeker ook om allerlei ideeën van frustratie van wij worden niet volkomen geaccepteerd wat toch ook weer een reden kan zijn om te radicaliseren – moeten wij wegnemen. Op de werkvloer, in de cafés, in de disco’s overal en ook bij het verstrekken van hypotheken.
Rita Verdonk heeft het initiatief genomen om – nadat zij natuurlijk flink aan de weg timmert, omdat we ze wel precies wilden vertellen hoe het hier te doen gebruikelijk is – om ook met allerlei organisaties om de tafel te gaan zitten om dit onderwerp op de agenda te zetten. We hebben een bijeenkomst gehad in de Ridderzaal en daar was de pers zeer sceptisch over. De pers schrijft natuurlijk het liefst over dingen die mislopen en dingen waar ruzie over ontstaat. En de pers was extreem teleurgesteld na afloop van die bijeenkomst. Want iedereen die daar is geweest, was enthousiast. En daar kan je niet over schrijven, dus bleef het beperkt tot pagina twee, een klein berichtje op pagina drie. Maar dat was een zeer succesvolle bijeenkomst. Want dat geeft ook aan dat we onderscheid moeten maken tussen degenen die van Nederland wat willen maken. Met z’n allen een mooi land ervan maken, zoals wij dat voor ogen hebben. Een maatschappij waar iedereen geaccepteerd wordt die zijn best wil doen. En dat is ook echt liberaal om het zo te willen en niet te discrimineren op grond van huidskleur of afkomst of religie. Dat zijn de beginselen die wij nastreven.
Ook in de VVD zelf zijn we bezig geweest. De VVD heeft weliswaar een aantal prominenten allochtonen in de Tweede Kamer zitten. Maar ik vind als ik kijk naar het congres waar wij bijeenkomen dat het toch wel erg wit is en ook grijs overigens. Dus jongeren en allochtonen is toch een groep. Er bevinden zich zowel onder de jongeren als onder de allochtonen heel veel liberalen, maar die voelen zich niet automatisch aangetrokken tot de VVD. Wij zijn een volkspartij de enige in Nederland die zich zo afficheert dus wij moeten alle geledingen ook in onze partij hebben. En we moeten ook deze groep tot ons zien te trekken. En dat is net als bij de andere VVD-ers; dat zijn mensen die optimistisch zijn, die zelfverzekerd zijn, die eigen verantwoordelijkheid nemen. En die heb je dus in alle kringen en ook in allochtone kring, volop en die moeten wij ook bij onze VVD betrekken. Dit even als onderwerp die niet normaal van de minister van Financiën zijn, maar wel van het Kabinet.
Misschien nog twee onderwerpen ter inleiding die wat meer op mijn terrein liggen. Dat is in de eerste plaats lokale lasten, waar de VVD vindt en trouwens ook het Kabinet vindt dat die in de afgelopen jaar wel heel sterk zijn gestegen. Per 1 januari 2006 schaffen wij af het gebruikersdeel van OZB, als dat niet gebeurt, rolt mijn kop. En ga ik een goede baan zoeken. Maar goed, ik zit niet geplakt aan pluche en dat geeft ook wel eens een voordeel. Die OZB het gebruikersdeel wordt afgeschaft en voor de rest van de OZB, want anders gaan natuurlijk de eigenaren en de bedrijven de rekening betalen, komt er een maximering van de stijging die gemeenten mogen toepassen. Die wordt bijzonder streng voor gemeenten die al hoger dan gemiddeld OZB heffen. Daar mag wat mij betreft geen twijfel over zijn dat gaan wij doorvoeren. En heel veel gemeentebesturen zijn daar zeer tegen, want die zeggen: “Ja maar wij moeten ook lokale democratie hebben. Wij moeten ook de vrijheid hebben om belastingen te verhogen.” Veel gemeenten maken zich wat makkelijk af van de politieke keuze die zij moeten maken door maar een sluitpost te nemen. Als we er dan niet uit komen als wethouders onderling met de sluitpost, dan verhogen wij het tarief van de OZB. Dat is makkelijke politiek, dat willen wij niet. We hebben bij het Rijk voor vier jaar een plafond voor de uitgaven. In de Europese Unie heb ik dat ook voor elkaar, ook voor vier jaar. Dat was zes jaar een plafond voor de uitgaven. En dat kunnen gemeenten ook en ze moeten ook leren werken met de middelen die ze hebben. En als ze wat nieuws willen, dan moeten ze ook maar eens kijken naar oude taken, om kritisch daar naar te kijken en naar de hoeveelheid bureaucratie die er ook in de gemeente bestaat. (Applaus) Kijk eens aan, een lokale democraat.
Pam, nog een paar opmerkingen over de internationale economie. Ik denk dat we daar, er zijn heel veel discussies over of China, Azië en Oost-Europa. Ook of dat nu een bedreiging voor ons is of die nu al onze banen gaan afpakken of dat we daar anders tegenaan moeten kijken. Ik denk dat het een misverstand is om te denken als andere landen rijker worden en het goed doen, dat wij dan automatisch achteruit gaan. Draai het eens om. Stel nu dat de rest van de wereld net zo arm wordt als Afrika. Zou dat goed zijn voor Nederland? Ik denk het niet. Maar je kan ook geen exporten plegen en je kan ook geen goedkope importen plegen. Zelden is het feit dat er in deze landen ontwikkelingen plaats vinden. Dat men een enorme groei heeft. Dat men ook met de kostenefficiëntie enorm vooruit weet te gaan, geeft dat ons de mogelijkheid aan de ene kant goedkoop te importeren. Maar aan de andere kant is het ook een geweldige afzetmarkt. Want als daar die welvaart groeit, dan komt daar ook vraag naar producten die wij kunnen maken. Wat je wel moet doen natuurlijk is snel je economie aanpassen. Zodat je je gaat specialiseren in die zaken, in die producten die in die markten nog niet zo gemakkelijk kunnen worden gemaakt. Als ze daar eenvoudige producten maken om te beginnen dan, dan kunnen wij bijvoorbeeld die machines leveren. Wij kunnen financiering leveren, wij kunnen verzekeringen leveren. Wij zijn in een heleboel dingen goed en het is tot nu toe zo, kijk naar Oost-Europa die nu een enorme snelle groei doormaakt, dat wij uitvoeren aan Oost-Europa heeft en veel snellere groei nog doorgemaakt dan dat wij invoeren uit Oost-Europa. Dat betekent wel dat je economie flexibel moet zijn en het moet veranderen in die wereldeconomie. Want als je alles wil houden zoals het is, dan verlies je natuurlijk altijd of het nu goed gaat in die landen of slecht gaat in die landen. Als je niet aanpast dan ben je verloren in de tijd waarin alles veranderd.
Laatste punt is dan nog. Gaat het nu een beetje meer de goede kant op met Nederland? We hebben een slechte periode achter de rug. We hebben zelfs een negatieve economische groei gehad, omdat de arbeidskosten wat uit de hand waren gelopen en dat merk je natuurlijk op den duur wel. Zeker als de dollar in plaats van stijgt gaat zakken, daar heb je echt last van. Ik ben optimistisch over de ontwikkeling van Nederland. We zien weer voor het eerst dat de export behoorlijk toeneemt. We zien weer dat de vacatures toenemen. We zien weer uitzendarbeid toenemen, we zien ook geleidelijk aan weer enig optimisme bij ondernemers en consumenten ontstaan. Dus ik denk als we die hervormingen die dit Kabinet heeft voorgesteld, die er vooral op gericht zijn om de arbeidsmarkt te verruimen om te zorgen dat we op een lange termijn ook onze welvaart kunnen handhaven. Als we die nu op de agenda hebben staan ook doorzetten dat er weer heel goede kansen zijn voor de Nederlandse economie. En dat als ik hier over twee jaar sta dat ik met enige trots kan vertellen dat we weer een van de best presterende economieën van Europa zijn.