Hans van Baalen (VVD), campagneleider (verslag & foto’s)
Hans van Baalen, Tweede Kamerverkiezingen 2003: een nabeschouwing
Politiek Café Den Haag, maandag 20 januari 2003
Dank je wel, Pam. Het is een beetje gek om zelf te spreken over de verkiezingscampagne die je hebt mogen leiden. Want dan kun je toch minder kritisch zijn of juist moet je dat wel zijn. Maar laat ik een poging doen.
De eerst vraag is natuurlijk: Ben je tevreden? Ik heb daar dit weekend over nagedacht en gezegd dat ik voor twee derde tevreden ben. Het eerste punt is dat Gerrit Zalm, voor wie het vak campagnevoeren nieuw was, en ik zei wel eens dat het een plat vak is, het is niet anders, je moet je punt maken, je moet er keihard ingaan, dat hij dat vak heeft moeten leren. Je zag op 3 januari, het eerste grote debat van RTL, dat was eigenlijk het debat van Wouter Bos, in ieder geval in de nazit waar Jan Tromp en Herman Heinsbroek dat zo bepaalden. Het was niet het debat van Gerrit. Ik vind dat hij daarna, zeker als je Netwerk zag, de zondag voor de verkiezingen, waarin hij Wouter Bos werkelijk alle kanten van de zaal liet zien, met name met de uitspraken van Cohen. Gerrit was terug en ik heb wel eens gewenst dat we nog twee weken campagne te gaan hadden, want dan was waarschijnlijk de plastic Wouter Bos ook wat scheurtjes gaan vertonen en had hij misschien hetzelfde gedaan als Marijnissen: te vroeg pieken. Maar Wouter Bos piekte op het juiste moment. Maar nogmaals ik ben ongelofelijk trots op de lijsttrekker, die de vlag heeft gevoerd en die tot het laatste moment doorging. Want dat hebben we wel eens anders gezien. Als je lijsttrekker op een gegeven moment uitstraalt dat hij geen zin heeft dan heb je als kandidaat of als campagneleiding weinig in te brengen.
Gelukkig heeft Gerrit dus tot het laatste moment geknokt en met resultaat want, dat is mijn tweede punt, laten wij vier zetels winst niet tot verlies verklaren. Het is te weinig. Ik zie dat zelf echt als te weinig, ik had graag een drie in het eerste cijfer gehad, maar het is vier zetels winst. Alleen nu het punt waar ik niet tevreden over ben. De combinatie CDA-VVD heeft geen meerderheid gekregen. Dat betekent natuurlijk, en ik denk terecht, dat het nu het woord is aan Balkenende en Bos om eruit te komen. En als je ziet dat Wouter Bos een beetje de Tony Blair van de lage landen is geworden, dan zal hij er heel veel voor over hebben om in die regering te komen. Zelfs als er meer moet worden bezuinigd, zelfs als er meer met de WAO moet gebeuren. Voor Balkenende geldt hetzelfde, die heeft geroken aan het torentje, aan de internationale contacten en die zal er dus alles aan doen om daar te blijven zitten. Daar heeft hij natuurlijk gelijk in. Kortom, de VVD heeft nu even rust. Maar wat er gaat gebeuren als de twee er niet uit komen, maar daar ga ik niet van ui, dat is ongewis. Je kunt niet tegen de majesteit zeggen, zoekt u het zelf maar uit.
Als je kijkt naar campagnevoeren in Nederland. Heel lang maakte het niet zo veel uit. Want je had als politieke partij een redelijk vaste aanhang. Daar kon je eens een paar zetels op winnen. In de late jaren vijftig, begin jaren zestig was twee of drie zetels verschil al een aardverschuiving. Kortom, het ging om een vaste achterban vast te houden. Met Pim Fortuyn, of met Frits Bolkestein in 1994, zag je dat er hele grote verschillen ontstonden. Kiezers zweven. Ze zweven tot het laatste moment. En ze kiezen op gevoel. Dat is door Bolkestein bevochten, dat heeft De Hoop-Scheffer moeten betalen en daar hadden we opeens Pim. Pim Fortuyn die die rol speelde in de vorige campagne door er ineens te zijn. Door direct te zijn, door gevoelens aan te boren. Gevoelens van ontevredenheid van burgers die zich niet begrepen voelden. Dat heeft hij op een magnifieke manier gedaan en ziedaar 26 zetels voor de LPF. En nu was daar ineens Wouter. Wouter Bos was niet onbekend. Hij is twee jaar kamerlid geweest, twee jaar, als ik het goed heb, staatssecretaris. Maar Wouter was nog vrij maagdelijk. Hij werd niet gezien als een typisch paars bewindspersoon of als een langdurig kamerlid. Ineens was daar Wouter Bos. En dan zie je dat de camera voor hem valt. Zeker als je hem op televisie ziet, die enorme brede glimlach, ook een redelijk breed statuur, redelijk groot, die man is er. Ik zeg altijd maar, je moet bij het campagnevoeren het geluid van je televisie uitzetten. Wij zijn allemaal politieke junks, wij kijken veel, we lezen veel. Maar de gemiddelde kijker zet het geluid af en die zal dus die man of vrouw kiezen die daar het meest ontspannen staat. En dan moet ik zeggen, het campagnevoeren is dus een vak, een redelijk plat vak. Je ziet dat het niet veel uit maakt dat je acht jaar fantastisch minister van financiën bent geweest, of bijvoorbeeld om een totaal onvergelijkbaar geval te noemen, of je vier jaar minister van sociale zaken bent geweest en vier jaar fractievoorzitter van de PvdA. Dat wordt allemaal terzijde geschoven, dat doet er niet toe. Het doet er ook weinig toe als je als commentator bij Elsevier en als universitaire drop-out min of meer heel veel meningen hebt gehad, dat doet er allemaal niet toe, want je wordt niet afgerekend op wat je hebt gedaan. Je wordt afgerekend op hoe je er bij staat en wat de kiezer van je gaat denken. Jullie kunnen je waarschijnlijk nog herinneren dat bij de vorige verkiezingen van 15 mei had de Telegraaf op een gegeven moment een soort enquête, dat doen ze iedere keer. En daar bleek Hans Dijkstal de man te zijn met wie wij allemaal op vakantie wilden gaan, aan wie wij de sleutels zouden geven om de plantjes water te geven, kortom ideaal. Alleen, mensen stemden niet op hem. Toen ik die Telegraaf-enquête weer zag, eind december, toen zei ik wel tegen Gerrit Zalm, maak je nou niet druk, want niemand wil met je op vakantie, mensen gunnen jou de plantjes niet, maar ze vinden wel dat je heel veel weet van financiën, ze vinden wel dat je daadkrachtig bent, kortom er is veel te winnen.
Als je nu kijkt naar hoe de politieke partijen campagne hebben gevoerd. Dan nemen we de VVD als laatste en het CDA als eerste. Balkenende heeft de traditionele fout gemaakt om te denken: Ik ben al premier, ik heb m’n zetels al, ik sta redelijk hoog in de peilingen, dus ik kan alleen maar fouten maken. Het eerste wat hij deed was niet in debat willen gaan, hij wilde met vakantie gaan rond kerst, hij wilde heel laat in de campagne stappen. Eigenlijk was Wouter Bos te min, anderen waren eigenlijk te min. Hij had dus een hele kieskeurige lijn bedacht, want hij was toch premier van Nederland. Hij was echter vergeten dat hij maar heel kort premier was, dus dat die bonus nog niet echt beklijfde. Hij had ook nog niet door dat hij moest vechten tegen beelden. Als je langdradig bent dan kom je minder goed over. Balkenende heeft dus eigenlijk nauwelijks campagne gevoerd, ja, de traditionele campagne van het CDA. Dat betekent met heel veel kandidaten het land in gaan, maar daar komt weinig van op de buis en het moet in die grote lijsttrekkersdebatten gebeuren. Dat heeft hij laat ingezien. Op een gegeven moment had ik contact met Jack de Vries, zijn woordvoerder, maar de echte campagneleider van het CDA en die zei, laat Jan Peter Balkenende nou niet de fout van Hans Dijkstal maken door er al te zijn. Want dat kan tegen vallen.
Als je naar de rest kijkt…Wouter Bos heeft een paar dingen mee gehad, behalve de uiterlijke verschijning. Hij werd gekozen in een open procedure.