Henk Kool (PvdA), Fractievoorzitter Gemeente Den Haag (foto’s &verslag)
Politiek Café, Den Haag 14 februari 2005
Henk Kool
Ja, ik heb de eer om Max van den Berg vanavond te vervangen, want die had hier oorspronkelijk gestaan. De eer, omdat ik Max van den Berg respecteer maar ook heel erg geïnteresseerd ben in alles wat zich in Europa afspeelt. Ik ben vanavond naar de Hofstadlezing geweest in de Grote Kerk en daar was Ben Bot aan het woord, onze minister van Buitenlandse Zaken en die heeft daar een lezing gehouden onder de titel: “De Toekomst van de Europese Unie. De paradox van een kwetsbare koploper.” En die wilde ik u nu maar eens even gaan voorlezen. (Gelach). Ik vond dat wel een gemakkelijke, maar daar zult u waarschijnlijk niet intrappen! Sjaak Bral leidde het in, die had één geweldige grap. Hij zei ja: “Moeilijk, moeilijk. Er gebeurt van alles, maar die Wilders die maakt er ook wel een potje van. Ja, hij wordt natuurlijk wel bedreigd, vijf keer per dag met de dood, waarvan vier kappers!” Dat vond ik ook wel aardig. Ik ga het daar allemaal niet over hebben vanavond want ik moet natuurlijk toch als fractievoorzitter van de Partij van den Arbeid in Den Haag iets zeggen over Den Haag. En dat wil ik ook graag doen.
Ik ben een geboren Hagenaar. Geboren en getogen en nooit hier weg geweest, altijd hier gewoond. Wel in andere steden gewerkt, in Amsterdam en Rotterdam, maar ik was altijd blij dat ik ’s avonds weer naar Den Haag mocht. Ik heb een journalistieke achtergrond, ik heb voor het NRC Handelsblad gewerkt, voor de VARA, voor Trouw. En mijn laatste journalistieke arbeid was bij Radio West als adjunct-hoofdredacteur en hoofd van de afdeling informatieve programma’s. Daarna ben ik uit de journalistiek gegaan. Ik ben nu in mijn dagelijks leven directeur van een instituutje, dat heet het Nederlands Participatie Instituut. Dat instituut is er ter bevordering van financiële werknemers participatie. Daarnaast ben ik nu sinds zes jaar actief in de politiek, en sinds de laatste periode ook fractievoorzitter geworden. Maar goed, dat over mijn achtergrond.
Ik wilde vanavond in het algemeen iets zeggen over waar we naar toe moeten met Den Haag. Hoe dat gepositioneerd is. Daarna wilde ik een paar heikele onderwerpen kort de revue laten passeren, een stuk of vier en daarna wilde ik nog iets zeggen over de politieke toekomst, de politieke samenstelling.
Even kort. Waar is Den Haag mee bezig? Als je het breed ziet – dan begint langzaam maar zeker dat zich toch wat te focussen – dan is het zo dat Den Haag ‘de internationale stad van recht en vrede’ wordt. Dat is de kapstok waaraan een heleboel ontwikkelingen in de stad worden opgehangen en terecht. Dat heeft lang geduurd voordat die focus er een beetje was. Ik kan me nog herinneren de periode dat Den Haag alles was en alles wilde. We waren een vierseizoenenbadplaats, dan moesten we van alles. In de winter, de lente, de zomer en de herfst hadden we allerlei activiteiten. Dan waren we weer ‘de groene stad’, dan waren we weer ‘de sportstad’, maar langzamerhand is het idee van ‘Den Haag internationale stad van recht en vrede’ toch wel dominant, ook voor alle ontwikkelingen die in deze stad gaande zijn. Dat is goed. Ik denk dat het goed is dat je je doel wat focust.
Het lukt! Het aantal internationale instituties – niet alleen op het gebied van recht en vrede, maar ook op het gebied van het verwijderen van chemische wapens uit de wereld, het OPCW – gaat goed. Wij streven Genevè zo langzamerhand voorbij, waar het gaat om de Europese en mondiale internationale instituties. Dat is goed naast, omdat we natuurlijk gastheer zijn voor het Parlement en de ministeries, voor de inkomstenbron van Den Haag. We hebben van oudsher betrekkelijk weinig industrie, dus wij moeten het hebben van de overheid, de rijksoverheid, de grote internationale instituties zoals ze er zijn: Europol, Het Hof van Justitie, het Internationale Strafhof. Maar ook de hoofdkantoren van Siemens, Shell en de Rijksoverheid en minder van het bedrijfsleven.
Dat moeten we goed accommoderen. Dat is niet eenzijdig. Ook de overheid en de internationale instituties hebben allerlei toeleveringen nodig aan catering, onderhoud, kantoormeubelen, bouwen, schoonmaken en zo verder. Dat betekent dat je economie in je stad draait, dus daar moet je voorzichtig mee omgaan. En dat betekent dat je dat goed moet accommoderen. Wanneer je het hebt over internationale instituties dan heb je het niet alleen over een goed woonklimaat. Het klinkt misschien uit mijn mond gek, maar ik ben er dus voor dat we in Den Haag duurdere huizen bouwen om ervoor te zorgen dat we die expats die bij die internationale instituties werken wel wat kunnen bieden. Anders werkt het plaatje niet meer. Dat betekent niet dat je ook goedkopere moet bouwen. Natuurlijk! Je moet ook een goed woonmilieu bouwen.
Je moet ook een goed cultureel klimaat creëren. Dat betekent dat ik er niet tegen ben wat we in de afgelopen jaren gedaan hebben. We hebben ervoor gezorgd dat de Koninklijke Schouwburg erbij staat zoals het erbij staat, goed dus. Dat Het Gemeentemuseum erbij staat zoals het erbij staat, goed dus. En daar moeten we ook mee doorgaan. Ik vind dat je, wil je expats een goed woon- en leefklimaat bieden, vooral de culturele kant van het geheel niet mag vergeten. Dat gaat goed. We hebben het Nederlandse Danstheater. Het is prachtig! We hebben het Residentieorkest. Het is fantastisch! Daar moeten we dus vooral mee doorgaan.
Maar we moeten natuurlijk ook de andere kant van de samenleving niet vergeten. We moeten natuurlijk ook kijken wat er in de wijken en buurten gebeurt, want ook die toelevering waar ik het over had, moet goed geaccommodeerd zijn. Dat betekent dat je dus ook in de oude wijken de sociale huisvesting goed moet regelen en dat betekent ook dat je het sociale en culturele klimaat in die wijken op orde moet brengen en daar mag nog wel het één en ander aan gebeuren, vind ik zelf.
Kortom, als je het samenvat vind ik dus dat je.. Dan heb ik het nog niet gehad over dat je ook moet kijken naar dat de stad goed bereikbaar moet zijn. Dat is natuurlijk altijd een groot probleem voor Den Haag, omdat het nu eenmaal bij de zee ophoudt. Waar andere steden verkeersringen of -ruiten kennen, hebben wij de zee. Dat is ingewikkeld. We hebben de Vogelwijk waar de Sportlaan loopt, dat natuurlijk slecht ontsloten is, waardoor de ruit niet gesloten kan worden. Wil je dat ondertunnelen, dan kost dat heel veel geld, maar je moet daar toch eens naar kijken. Je zou ook eens moeten kijken – ik ga niet zeggen hier dat ik voor kustuitbreiding ben, maar ik ben er wel voor dat je Scheveningen, Kijkduin bekijkt of het mogelijk is of je daar de verkeersontsluiting – of het mogelijk is met een lichte kustuitbreiding de ring rond Den Haag eindelijk te sluiten. Want dat is natuurlijk uiteindelijk, als je praat op de lange termijn iets waar je toch moet stil moet staan. Lange termijn dan heb ik het over twintig, dertig jaar. Goed, dat wat betreft de positionering van Den Haag en de toekomstvisie daaromtrent.
Dan nog een paar losse issues, die volgens mij voor het komend jaar politiek op de agenda staan. Dan hebben we eerst het automobielmuseum. Een cadeautje van meneer Louwman die dat op zijn kosten hier in Den Haag wil gaan bouwen. In de omgeving van het park Marlot Reigersberger, niet in het park, want dat is een groot misverstand. Er wordt gebouwd op een kwekerij, die daar aan grenst, maar het heeft milieu-effecten. Het is een bebouwing; er moet ook een parkeerplaats komen, dat is er tegen. Het vóór is dat het natuurlijk toch een attractie is en niet de minste. Ik ben zelf niet echt een grote autoliefhebber, maar als je die collectie ziet en wat daar achter zit. Het is prachtig, het is werkelijk waanzinnig. Die Louwman heeft de mooiste auto’s van de hele wereld, absoluut waar. Dus dat is de afweging waarvoor we staan, die op een gegeven ogenblik gemaakt moet worden. Ik neem aan dat die voor de zomer wel een keer in de Raad gemaakt zal gaan worden.
Norfolkline, dat terrein komt vrij, omdat Norfolk besloten heeft naar Vlaardingen te vertrekken. De Scheveningse haven daar ligt dat allemaal. Dat is een moeilijk gebied ik wind daar geen doekjes om.
Scheveningers zijn moeilijke mensen, die vechten elkaar voortdurend de tent uit. Ze zijn het nooit eens binnen families. Het is verschrikkelijk, het houdt niet op. Dus vandaar ook dat allerlei ontwikkelingen in Scheveningen en vooral in Scheveningse haven moeizaam op gang komen. Ik vind dat het vrijkomen van het Norfolkterrein, vijf hectare gebruikt zou moeten worden om ontwikkelingen, waar we al jaren over spreken nu eindelijk eens tot stand moeten brengen. Nu, we kunnen dan nadenken over verplaatsingen waardoor het uiteindelijke doel, waar langzamerhand de mensen het wel over eens zijn, de eerste haven bestemmen voor de visserijgebonden- en havenactiviteiten. De tweede haven voor jachthaven en toerisme en daaromheen wonen. Die richting moet het een beetje opgaan. Of dat gaat lukken, weet ik niet. Want nogmaals iedereen in Scheveningen, maar ook de politiek in Den Haag, het CDA, de Scheveningse Partij zijn electoraal héél gevoelig op dat punt. Dus dat is moeilijk.
Een ander punt dat dit jaar waarschijnlijk wel op de agenda zal komen is de Amerikaanse ambassade. Beter gezegd de verplaatsing daarvan. Het is iedereen een doorn in het oog dat het hier aan het Toernooiveld langzamerhand op een bunker gaat lijken. De Amerikanen hebben zelf gezegd dat zij willen meewerken, dankzij de diplomatie van Deetman, aan verhuizing. Er zijn generaals overgekomen uit Washington en die hebben toen hun oog laten vallen op het weilandje naast het ANWB hoofdkantoor. De VVD heeft onmiddellijk geroepen, terwijl er helemaal geen vraag was: “Daar zijn wij tegen.” Ik begrijp dat wel, want de VVD is natuurlijk ongeveer zo’n beetje uitgevonden in dat deel van de stad, in Benoordenhout, maar ik vind dat als je het voor elkaar zou krijgen met die Amerikanen dat ze willen verhuizen uit die vierkante kilometer en ze gaan zitten naast de ANWB, dat we dat heel welwillend moeten benaderen. Het is niet aan de Gemeenteraad van Den Haag om uit te maken waar die Amerikanen gaan zitten. Dat is een vrij recht van een land om te zeggen, van daar richt ik mijn ambassade in. Als zij dat dan willen en Deetman het zover voor elkaar heeft dat ze het willen, dan vind ik dat je daar zeer welwillend tegenover zou moeten staan.
Ik heb er nog twee. Het Trekvliettracé, ook een heikel onderwerp. Ik weet niet of dat dit jaar nu echt gaat spelen, wat wel gaat spelen is de ontsluiting van Den Haag. Ik er net nog bij Scheveningen iets over gezegd. Ik weet niet of het ‘het Trekvliettracé’ moet worden, ik weet wel dat de Utrechtse Baan natuurlijk één verstikkende stop is. Als daar iets mis gaat, dan zit gelijk de hele stad dicht. Dan kan je er niet meer uit en kan je er niet meer in, dus je moet wat. Of dat ‘het Trekvlietracé’ moet worden, weet ik niet. Er worden nu onderzoeken naar gedaan. Je zou ook kunnen denken aan een ontsluiting wat verder weg, daar bij de Bogaard. En dan zo aansluitend op de A4, die nu ook gelukkig wordt doorgetrokken naar Rotterdam. Nu dat wordt allemaal onderzocht, dat er iets moet gebeuren een bypass, dat is wel duidelijk. Je kunt natuurlijk niet stil blijven staan. Tegelijkertijd moet je ook kijken naar je binnenstad waar het langzamerhand duidelijk wordt dat door al die auto’s op de Amsterdamse Veerkade om maar wat te noemen, je gewoon tien jaar korter leeft. Dat kan je natuurlijk ook niet tolereren, daar moet je iets doen. Dus dat daar in samenhang denk ik in ieder geval een nieuwe aansluiting moet komen naar de rijkswegen en dat we echt werk moeten maken van het schoner maken van onze binnenstad. Waar de luchtkwaliteit echt zo abominabel is dat je gewoon eerder doodgaat. Dat kun je natuurlijk niet accepteren.
Ten slotte Transvaal en Zuidwest dat zijn twee grote stadsvernieuwingsopgaven waarvoor we staan. Ik vind Transvaal geografisch gesproken zo’n prachtig mooi gelegen wijk aan de rand van het centrum. Dat we daar ook lef moeten hebben van een hoog kwalitatief niveau aan te pakken en zo móói te maken. Tegelijkertijd onze doelstelling van sociale woningbouw te handhaven dat het één van de voorbeeldwijken wordt van Nederland en zo mogelijk van Europa. Hoe je een stadsvernieuwingswijk zo kan vernieuwen dat iedereen daar graag wilt wonen. Groot of klein, grote gezinnen, kleine gezinnen, rijk of arm, maar dat het een prachtige wijk wordt. Een uitdaging pur sang.
En ten slotte Zuidwest, een groot gebied, een mooie wijk qua stedenbouwkundige opzet van Berlage. Niet verpesten, maar wel verdichten en er voor zorgen dat ook daar in die rare stad Den Haag die we hebben, die heel gesegregeerd is, ook mensen wonen die het gevoel hebben zich thuis te voelen in Den Haag. En nu stop ik.