Het eerste Politiek Cafe: Libertijn (interviews)

Datum
04-09-1978
Lokatie
Amsterdam
Spreker
geen idee
Titel
interviews
Terug naar overzicht

Interviews Libertijn 25 jaar

1. Joop Stork

Joop Stork was voorzitter van de VVD Amsterdam toen hij in 1978 Libertijn oprichtte aan de Nieuwezijds Voorburgwal 229. “Ik kan me herinneren dat we in Hoofddorp hebben opgetreden met Neelie Smit en dat ze in haar broek heeft geplast van het lachen.”

“Ik deed al cabaret voor Libertijn, samen met Hedy d’Ancona. Dijkstal kwam wel eens langs met zijn saxofoon. Het was puur cabaret, we deden conferences in volle zalen. Wij waren het enige leuke aan een VVD bijeenkomst.”

Het was de tijd van de studentenopstanden. “Maar de discussies gingen voornamelijk over wat liberaal was, waarom D66 bestond. En of we deelraden moesten hebben in Amsterdam. Dat heb ik toen bedacht. De grootste blunder in mijn leven, maar goed.”

Er waren wel politieke gesprekken, maar Stork herinnert zich voornamelijk het cabaret waar iedereen zoveel plezier om had. Hij relativeert de ernst van het politiek café. “We waren gewoon werkende mensen die voor hun lol cabaret deden.”

Op een gegeven moment stopte hij met de organisatie van Libertijn. Stork weet niet precies meer wanneer. “Ik ging verder met mijn werk als internist dus ik zie nog veel van de mensen nu als cliënt”.

2. Gijs Besseling

Gijs Besseling was in 1978 secretaris van de Mr. D.U. Stikker Stichting. “Paul Luijten, Pam Evenhuis en ik, wij drieën waren zo’n beetje de dagelijkse spil van het Libertijn-gebeuren.” En in Libertijn gebeurde het want het café werd vanaf het begin bezocht door prominente liberalen: Vonhoff, Van Mierlo, Carl Bildt en ook Tom Spencer en zijn zus Diana Spencer.

“Onder de vergaderzaal en het kantoor van de VVD was een groot souterrain. Omdat na vergaderingen er nogal uitgebreid geborreld werd en er door de Gemeenteraadsfractie, de JOVD en de Liberale studenten regelmatig discussies werden gehouden in de Apenrots – café van Melvin Visser, de voorzitter van de AAP ,Amsterdamse Arbeiders Partij – vonden wij het een goed idee om een vaste gelegenheid in te richten voor dit soort gelegenheden. Te meer omdat Melvin het café stopte.”

”De Mr. D.U. Stikker Stichting (voorzitter Henk Vonhoff, penningmeester Paul Luijten, secretaris Gijs Besseling) kocht een pand aan de Amsterdamse Postzegelmarkt. Met medewerking van Heineken is toen Libertijn ingericht. De opening werd door Henk Vonhoff gedaan en er was een optreden van (buurman) Sieto Hoving en een of ander Liberaal bandje speelde die avond. Later werd een van de leden van deze band bekend als minister voor de VVD, Henk Dijkstal. In dit pand werden gehuisvest: de kamercentrale Amsterdam, de J.O.V.D. en de Liberale Studenten Vereniging/Federatie.”

”Er vonden veel discussieavonden plaats in Libertijn. Veelal over Amsterdamse kwesties. Kenmerkend voor Libertijn was dat het vooral de wat progressievere krachten binnen de VVD aantrok. Hans Wiegel was toen fractieleider en fel gekant tegen een – wat later paars werd genoemd – liberaal-socialistisch beleid. Wij daarentegen (Henk Vonhoff en Huub Jacobse als bekende voorstanders) hingen de gedachte aan dat de Christen Democraten eens in de oppositie zouden moeten gaan. Ten eerste omdat ze al veel te lang het politieke veld overheersten en ten tweede omdat er dan eindelijk een aantal immateriële zaken doorgevoerd zouden kunnen worden waar socialisten en liberalen het veelal over eens waren.”

”Jonge liberalen kwamen uit alle geledingen. Binnen de Liberale Studenten had je bijvoorbeeld leden die lid waren van de PPR, D66. Deze geledingen trof je ook regelmatig bij Libertijn aan. Mensen als Gruyters, van Mierlo. hebben menig pilsje naar binnen gehapt. Libertijn was niet in trek bij de Hagenezen, zoals Wiegel, van Someren, van Aartsen, van Riel. Wellicht omdat de frequente gasten een progressief liberaal beleid aanhingen in plaats van het toen conservatief-liberale beleid van Wiegel.”

”Een bijzondere avond was de oprichtingsvergadering van de European Democrat Foundation in Libertijn. Ik was ondervoorzitter van de European Democrat Students geweest en de oud bestuursleden hiervan vormden de “Garrick Club”. Wij wilden een European Democrat Foundation oprichten om jonge, politiek-actieve Europeanen te steunen. De vergadering vond plaats in het Stikkerhuis en werd ’s avonds voortgezet in Libertijn. Onder de aanwezigen bevonden zich: Carl Bildt (toen minister van Buitenlandse Zaken en later premier in Zweden), Tom Spencer (lid van het Europees Parlement) en Lady Spencer. De avond liep zo godsgloeiend uit de klauwen, dat Carl tot drie maal een afspraak met Lord Carrington (toen minister van Buitenlandse Zaken in het Verenigd Koninkrijk) heeft verzet. Uiteindelijk is hij toen helemaal niet meer naar Engeland gegaan.”

3. Cees ten Broek

Kort nadat Libertijn in 1978 werd opgericht presenteerde Cees ten Broek (49) het politiek café per tourbeurt met Ferry Houterman, Paul Luijten en Pam Evenhuis. “Er was in die tijd behoefte aan een basis voor de VVD”, zegt Ten Broek.

In de jaren ’70 ontstond er vanuit de jongeren uit de Amsterdamse VVD een actieve club die links van het midden waren. “We zochten een locatie om iets te organiseren. We hadden geen eigen ruimte en moesten ons behelpen met achteraf gelegen biljartkamertjes in cafés. We hadden dus bedacht om in het Stikkerhuis, waar het secretariaat van de VVD zat, een eigen huis op te richten. Dat was erg belangrijk, een sterke basis voor het Amsterdamse liberale geluid.”

De begindagen van Libertijn waren kort na de val van het kabinet Den Uyl. “We stonden aan de vooravond van het kabinet Wiegel-Van Agt. Libertijn stond zeer kritisch tegenover het liberalisme zoals Wiegel dit predikte. Hij werd door de Amsterdamse club zeer kritisch gevolgd.” Het politiek café had in die tijd een beetje een aparte status. “We werden een beetje gezien als een linkse anarchistische club”, zegt Ten Broek.

Het programma werd bijna een half jaar vooruit gepland. “Wiegel moest je natuurlijk ruim van tevoren boeken. We hadden namen als Neelie Smit en Albert Jan Evenhuis die, net als Wiegel toch een of twee keer per jaar kwamen. Wijlen Cornelis Berkhouwer, voorzitter Europees Parlement, is geweest maar ook Brinkhorst van D66. De discussies waren het meest levendig met ‘niet-VVD’-ers. We hebben Van Thijn en Jacobse een paar keer tegenover elkaar gezet.” Op sommige weken was er nog geen gast vooruit gepland. “Voor die avonden zochten we iemand die op de actualiteit in kon gaan.”

Libertijn deed in die tijd ook veel met de PvdA. “Het was de tijd van het ‘Des-Indes’-beraad, een clubje met mensen van de PvdA, D66 en VVD dat in Den Haag samenkwam. De discussie daar was: ‘Het is toch te gek voor woorden dat we mekaar bij voorbaat uitsluiten. We zouden toch een kabinet zonder CDA moeten kunnen hebben.’ Er werd meer naar de overeenkomsten dan de verschillen gekeken tussen D66, PvdA en VVD. Dat was historisch, hier begon de dialoog tussen socialisten en liberalen om elkaar niet meer te verketteren.”

Libertijn was volgens Ten Broek bedoeld om de participatie te vergroten. “Ik was als presentator geen interviewer, maar meer organisator. We wilden met name de mensen in het publiek laten spreken.”

Ten Broek stopte met Libertijn wegens tijdgebrek. “Toen ik studeerde ging het allemaal wel. Maar toen ik ging werken niet meer. Er waren een aantal diehards, zoals Ferry Houterman, Paul Luijten en Pam Evenhuis die nog wel met de VVD verder gingen, politiek of bestuurlijk. Ik werd pas veel later weer in de VVD actief, als bestuurslid.” Nu is hij nog ‘slechts’ actief lid. “Het laatste wat ik voor de VVD deed was lid zijn van de Provinciale Staten tussen 1995 en 1999.” Ten Broek heeft onder meer voor Xerox en IT&T gewerkt en is nu verantwoordelijk voor marketing en productontwikkeling bij Corus.

Tegenwoordig gaat Ten Broek nog heel af en toe kijken in de ‘Heeren van Aemstel’, waar Libertijn nu wordt gehouden. “Het verschil met vroeger is dat het nu veel professioneler is. In die tijd gingen we gewoon ‘eens kijken hoe het loopt’. Het ging in die tijd ook niet altijd goed. Er waren wel eens avonden dat er een spreker was maar geen publiek.” Nu noemt Ten Broek het politiek café een ‘gevestigd instituut’. “In het begin kostte het veel moeite maar in de jaren daarna is het heel solide geworden. Vroeger moesten we vechten om aandacht van de pers. Nu wordt Libertijn elke week in het Parool aangekondigd. Libertijn is meer volwassen en dat is goed.”

4. Ferry Houterman

Als bestuurslid van de Stikker Stichting was Ferry Houterman een van de oprichters van het politiek café Libertijn in 1978. “Voor de opening van dat huis richtten we het politiek cabaret Libertijn op en naar dit cabaretgezelschap werd het politiek café genoemd.”

“In het cabaret zaten Joop Stork, Piet Roemer, Margot Oberink, Paul Luijten, Ida van der Meulen en ikzelf. Doordat tot midden jaren ‘80 ook het hoofdkantoor van de landelijke JOVD in het Stikkerhuis zat, werden er ook veel jongerendebatten in Libertijn gepland. Van 1978-1982 was het politiek café, eerst op vrijdagavond en later op de maandag. De coördinatie in die tijd was in handen van Houterman. Veel jonge mensen zijn door Libertijn gestimuleerd in hun politieke carrière en veel politieke vernieuwing en talent-scouting vond plaats via Libertijn.”

“In de jaren tachtig was Libertijn avant la lettre de opmaat naar een paars kabinet. Het heeft tot in de jaren negentig geduurd voordat er een spreker van het CDA werd uitgenodigd. Wat landelijk toen nog een taboe was, werd in Libertijn besproken, zoals onder andere de samenwerking tussen PvdA en VVD. Sociaal-democraten als Rottenberg, Lammers en Meijer gingen in debat met Amsterdamse liberalen als Jacobse, Pais en Vonhoff. Ook werd via Libertijn de brug geslagen om in 1990 weer door de PvdA geaccepteerd te worden in het Amsterdamse college van bestuur. Dit kwam door de spreekbeurten in Libertijn van sociaal liberalen als De Grave, Van der Stoel, Luijten, Ronteltap en Houterman.”

“Naast het politiek café werden in Libertijn ook in de eerste helft van de jaren tachtig grote feesten voor leden en gasten georganiseerd onder de bezielende leiding van onder andere Margot Oberink, Pam Evenhuis, Madeleine Knipscheer, Kees ten Broek en de legendarische barkeeper Jan Reddering. De blue curaçao voor de blauwe cocktails was niet aan te slepen. De gezelligheid en laagdrempeligheid van Libertijn zorgden voor een groot ‘wij’-gevoel en nieuwe leden voelden zich al snel thuis. Daar waren andere partijen nogal jaloers op. Een belangrijk doel was ook een pleisterplaats te zijn voor de journalisten.“

Eind jaren zeventig was er voor de oprichting van een partijcommissie homo-aangelegenheden nog geen plaats binnen de landelijke VVD. Vanuit het Stikkerhuis en Libertijn werd de oprichting van de homowerkgroep gefaciliteerd. In de vertrouwde omgeving van Libertijn leidde dat tot een recordopkomst. Later heeft dit geleid tot acceptatie binnen de landelijke partijstructuur. Libertijn heeft zich in het begin ook geprofileerd met debatten met niet-politici. Er waren sprekers van bijvoorbeeld Greenpeace, Humanistisch Verbond, Amnesty International. En mensen uit de drugshulpverlening, sport, dierenbescherming en media. Houterman: “Dit heeft zeker sterk bijgedragen tot het maatschappelijk en sociaal liberaal imago van de kamercentrale Amsterdam. De organisatie van een benefietavond voor Vietnamese bootvluchtelingen (initiatief van Ad Ploeg), wijnproeverijen, capucijnermaaltijden en zomerfeesten waren hoogtepunten binnenshuis en grote buitenfeesten op de postzegelmarkt werden snel legendarisch.”

5. Paul Luijten

Paul Luijten (49): “Eigenlijk werd Libertijn opgericht om de consumpties op te jagen. Dus organiseerden we iedere maand een of twee keer een avond. Joop speelde piano en we zongen liedjes: ‘Wiegel en van Agt, wie had dat ooit gedacht’.

“Het was het eerste politieke cabaret binnen de VVD. Mijn echtgenote Margot Oberink nodigde bovendien sprekers uit. Zo hadden we afwisselend cabaret en discussies. Margot en ik woonden aan de overkant van het Stikkerhuis op de Nieuwezijds Voorburgwal. Wij liepen na weer een avondje in de kroeg bij Libertijn altijd de trambaan over en dan waren we thuis. Het nadeel van zo dicht bij het Stikkerhuis wonen was dat als de J.O.V.D. de volgende dag niet de sleutel hadden ze daar dan bij ons ’s ochtends om kwamen vragen.”

“We hadden veel verschillende geluiden in Libertijn. Zo kwam de statige minister van Buitenlandse Zaken Chris van der Klauw in ons café praten. Hij was echter helemaal niet gewend om in een kroeg te praten, hij was een nette vergaderruimte gewend en dat kon je aan hem merken. Huub Jacobse pleitte in Libertijn voor het vrijgeven van drugs. Dat was in die tijd ongehoord en mensen in de kroeg riepen: ‘D’r uit met die vent’. Het heeft hem toen een plaats op de kandidatenlijst van de gemeenteraadsfractie gekost. Maar ook Sietsema, toen commissaris van de narcoticabrigade liet daarna in Libertijn dat liberale geluid horen. Hij hield een pleidooi voor het uit het strafbare circuit halen van drugs.”

“Michael van Praag kwam spreken over de successen van Ajax en Manke Nelis kwam zingen. Iedereen kende hem, dus hadden we een volle bak. Johnny Jordaan is nooit geweest helaas. Maar PvdA-ers kwamen op onze uitnodiging wel naar Libertijn. In Libertijn huisde dan ook het avant la lettre van Paars, wij noemden dat toen nog sociaal-liberaal.”

“Het kwam slechts weinig keren voor dat sprekers niet op kwamen dagen. Maar dan zat gelukkig Huub Jacobse altijd wel aan de bar en die bood zich dan spontaan aan als spreker. Ook gemeenteraadsleden en journalisten waren altijd bereid de legen gaten op te vullen met een leuk politiek verhaal. Zo liep een avond nooit helemaal in de soep.”

6. Margot Oberink

Margot Oberink zat vanaf het begin bij het cabaret Libertijn. “We hadden een podiumpje gebouwd en een piano gekocht voor honderd gulden. Ik en Ida van der Meulen waren de vrouwelijke noot in het cabaret.”

“D’ 66 had al een politiek café maar de VVD nog niet. We wilden een café dat openstond voor iedereen. We moesten drempelverlagend zijn en dus kwamen we met cabaret. Bovendien wilden we de kranten halen. Het Parool was niet erg VVD-gezind, dus juist die krant moest niet om ons heen kunnen. We wilden de smet weghalen die ruste op de VVD. Rondvaartboten die bekogeld werden met bloempotten en eieren stonden immers nog vers in ons geheugen. Libertijn moest de opmaat vormen om met PvdA-ers te praten.”

Libertijn begon in het Stikkerhuis, genoemd naar beroemde VVD-er, Mr. D.U. Stikker. “Hij was onder meer tweede man van Heineken voor de oorlog en heeft alle Nederlandse brouwerijen door de oorlog heen geholpen. We kregen nog een buste van Stikker en die ging toen naar Amerika en toen kregen we hem niet meer terug. Ik weet niet meer precies wat er toen mee gebeurd is. Uiteindelijk is ‘ie bij de Gemeenteraadsfractie in Amsterdam terechtgekomen, waar die nu nog staat.”

“Ferry Houterman werkte in die tijd bij Knor. Mijn man Paul Luijten was net afgestudeerd en ik studeerde allang niet meer. En Ida is later vroedvrouw geworden in Amsterdam. We planden Libertijn eerst op de vrijdagavond, het begin van het weekend. Maar de opkomst viel tegen; joodse leden konden op die avond bijvoorbeeld al niet komen. We dachten toen aan de maandagavond omdat die dag geen Tweede Kamerdag was. De maandagavond liep best lekker, er kwamen meer mensen. En ik kon altijd rekenen op Pam Evenhuis, Ferry Houterman, Paul Luijten. En ook Huub Jacobse was er altijd. En het werd altijd laat. Om één uur moesten we sluiten. Maar dan deden we vanaf dat tijdstip de deur op slot en dan gingen we gewoon verder.”

“Mijn favoriete avonden waren die als het journalistenforum was uitgenodigd. Het forum bestond uit niemand minder dan Frans Heddema, Emile Bode van ‘Nieuws van de Dag’ en Ton Elias zat toen nog bij ‘Folia’. Op die avonden was een van hen voorzitter en werd het ene na het andere onderwerp besproken. Het was begin jaren tachtig, alle onderwerpen uit die tijd kwamen aan de orde, politieke verhoudingen, aids.”

7. Karin van Bergen

Karin van Bergen werd in 1985 of 1986 de nieuwe organisator van Libertijn. Ze was lid van de VVD en fractie-assistent van Paul Luijten. “Zijn vrouw, Margot Oberink, deed toen de presentatie en vroeg of ik het wilde overnemen.”

Het politiek café was toen in het Stikkerhuis, aan de Nieuwezijds Voorburgwal. “Het werd steeds populairder”, zegt Van Bergen (42). “Je bouwt een reputatie op. En niet alleen bij VVD’ers, ook bij mensen van andere partijen. Oberink was begonnen om zoveel mogelijk sprekers van andere partijen te hebben en dat zette ik voort. Het Stikkerhuis was regelmatig hartstikke vol, maar dat had ook wel wat.”

Een absolute topavond was toen Ed Nijpels kwam spreken. “Hij was toen lijsttrekker en mateloos populair. Het was zo druk, ze hingen met de benen uit het raam. De discussie ging ongetwijfeld over welke koers de VVD in de Kamer zou moeten varen, het was vlak voor de verkiezingen. Het was mooi weer en het werd erg laat. We zijn die avond nog met een groep de stad in geweest. Nijpels was zo verschrikkelijk populair, in elke wijk in Amsterdam werd hij wel nageroepen: ‘Edje, Edje’.”

Na de discussie was er dus veel ruimte voor gezelligheid. Toch vond Van Bergen het wel prettig om dat gescheiden te houden. “Ik ben sinds een paar weken weer terug in Amsterdam en ik ben twee keer naar Libertijn geweest. Het grootste verschil tussen toen en nu viel me heel snel op. Toen was er eerst discussie en daarna pas gezelligheid. Nu loopt dat door elkaar heen. Ik vind het heel moeilijk om me te concentreren als er zoveel herrie is. Dat vind ik sneu voor de sprekers. Er zitten ook groepen in de zaal die niet voor het debat komen.” Dat komt vooral door de huidige locatie, de ‘Heeren van Aemstel’. “Het Stikkerhuis was besloten en overzichtelijker.”

Qua presentatie hield Van Bergen zich meer op de achtergrond en liet de vragen vooral uit de zaal komen. “Ik richtte me meer op het organiseren. Iemand uit de fractie die veel van het onderwerp afwist, leidde de gast vaak in. Voornamelijk kwamen de vragen uit de zaal. Maar soms moet je ze even over de brug helpen.”

Er is volgens Van Bergen nooit een avond in de soep gelopen. “Ik vond het wel veel werk, omdat je het toen nog min of meer in je eentje deed. Maar ik kon me niet eens herinneren of het nu een keer per week was of een keer per maand, dus zo druk was het ook niet. Het is een kwestie van een goede planning maken.”

Eind 1987 stopte Van Bergen met de presentatie omdat ze naar Brussel verhuisde. Ze werd consultant bij een ‘Public-Affairs’- en ‘Public-Relations’-bureau. “In Brussel ben ik nog wel eens mensen tegengekomen die ik te gast heb gehad in Libertijn. Gijs de Vries bijvoorbeeld, die toen het Europees Parlement in ging.” Nu is Van Bergen assistant vice-president government relations Europe bij McDonalds en woont ze na vijftien jaar weer in Nederland. Ze is bestuurslid voor de VVD Amsterdam.

8. Annelize van der Stoel

Annelize van der Stoel zat in de Tweede Kamer toen Margot Oberink haar vroeg mee te helpen met de organisatie van Libertijn. Van der Stoel zou zeker zes jaar organisator van Libertijn blijven.

“Ik begon in 1985 geloof ik, en bleef tot 1991. Margot Oberink deed het een tijdje in haar eentje en vond het een beetje veel werk worden. Dus vroeg ze mij erbij. De eerste periode werkten we samen; ik coördineerde en Margot presenteerde vaak. Ik presenteerde ook af en toe maar verder wilden we vooral veel verschillende mensen laten presenteren. Libertijn moest op die manier haar podium beschikbaar stellen als leerschool. Na twee jaar stopte Margot ermee en toen deed ik het nog vier jaar alleen. Inmiddels verhuisde Libertijn van het Stikkerhuis op de Nieuwezijds Voorburgwal naar ‘Hooghoudt’ op de Reguliersgracht.”

“We wilden dat Libertijn een ontmoetingsplek werd voor verschillende geluiden. Het moest geen VVD-café worden. Dus nodigden we voor een discussie drie partijen uit voor een forum zonder de VVD. Wat altijd ontzettend goed scoorde was het journalistenforum. Dan vroegen we Frans Heddema van de wekelijkse columns in het Parool, Tracy Mets van het NRC en Stefan Adolf van het NRC. Zij discussieerden dan over uiteenlopende onderwerpen. Libertijn was vooruitstrevend, we schuwden onderwerpen als euthanasie en medische verstrekking van softdrugs niet. We hebben ook een tijd lang mensen uitgenodigd van de GGD en de politie om te praten over maatschappelijke onderwerpen. Verder trokken Henk Koole, toen fractievoorzitter van de PvdA in Den Haag, Van Thijn en hoofdcommissaris Valke volle zalen.”

“Een erg leuke avond was die toen ik Jozias van Aartzen, destijds minister van Buitenlandse Zaken, in Libertijn mocht ontvangen. Ik wilde hem die avond interviewen over verschillende maatschappelijke onderwerpen en Van Aartzen had een zeer wereldlijke aanpak die avond. Hij nam ons met verschillende onderwerpen mee op wereldreis. Door zijn functie kwam hij natuurlijk in alle windstreken en kon ons met specifieke voorbeelden vertellen hoe het bijvoorbeeld met de mensenrechten in Azië, Latijns Amerika en Afrika gesteld was.”

9. Ton Hooijmaijers

Presentatoren van Libertijn kunnen in de loop van de tijd een speciale band krijgen. Ton Hooijmaijers (42) presenteerde het politiek café tussen 1987 en 1989 en met een van zijn collega’s is hij uiteindelijk getrouwd.

“Ik was lid van de deelraad Buitenveldert toen Pam Evenhuis me vroeg om Libertijn te presenteren.” Hooijmaijers haalde mensen uit de wijkafdeling om te komen praten. “Uiteindelijk werd dat niet meer gedaan tijdens Libertijn omdat daar Libra voor werd opgericht.”

Een van de discussies uit die tijd ging over metrolijn 51. “De VVD was tegen die metrolijn, we noemden het de ‘onderdoorgang’ en de ‘dodentrein’. Wethouder van de Vlist van de PvdA was daar niet blij mee. De discussie haalde zelfs de voorpagina van ’Het Nieuws van de Dag’.” Een ander ‘heel heftig’ debat ging over de stadsdelen. “Moeten we die uitbreiden of juist verminderen?” Ook kwamen er veel landelijke politici. “Frits Bolkestein, Wim van Eekelen, iedereen is wel geweest eigenlijk.”

Hooijmaijers stond aan het roer van Libertijn toen deze werd verhuisd van het Stikkerhuis op de Nieuwezijds Voorburgwal naar ‘Hooghoudt’. “Het Stikkerhuis was ons eigen huis, maar het was financieel niet meer te behappen.”

Na zijn tijd bij Libertijn werd Hooijmaijers gemeenteraadslid. Vervolgens werd hij lid van het dagelijks bestuur ROA en daarna wethouder in Amsterdam met de portefeuille economische zaken, arbeidsmarkt en Europa. In 2002 deed hij mee aan de Tweede Kamer verkiezingen onder zijn motto ‘Beter een Ton in de Kamer dan een Fortuyn in de lucht’. “Ik kwam de Kamer niet in en deed een half jaar niets. Met de afgelopen Provinciale Staten verkiezingen werd ik met 18.000 voorkeursstemmen gekozen. Daarnaast ben ik beroepscommissaris.”

Zoals ook een aantal andere ex-presentatoren van Libertijn die de politiek in gaan, kwam Hooijmaijers ook eens te gast. In 1990, toen hij in de gemeenteraad zat, mocht hij zijn verhaal houden. “We wilden hoogbouw in Sloterdijk. Dat mocht absoluut niet van de PvdA in die tijd, hoogbouw in Amsterdam want dan zouden de koeien in Purmerend zure melk krijgen. Dat zei de PvdA letterlijk zo! Uiteindelijk hebben we dit verloren maar later kwam er wel hoogbouw bij station Amstel.”

Naast de discussie over wel of geen hoogbouw gebeurde er die avond nog iets anders. Hooijmaijers leerde zijn toekomstige vrouw kennen, Jocelyne Parish. Parish was in die tijd organisator van Libertijn en Hooijmaijers was dus haar gast. “Volgens mij hebben wij het enige huwelijk dat te danken is aan politiek café Libertijn.”

10. Jocelyne Parish

Van 1990 tot 1992 was de presentatie van Libertijn weer eens in de handen van een vrouw. Jocelyne Parish (32) studeerde politicologie. Ze was nog maar net lid van de VVD of ze werd al door Paul Luijten gevraagd om Libertijn te presenteren. “Ik wist van niks, ik was nog maar 22.”

Parish’ rol als presentator was ook anders dan een decennium later. “Ik organiseerde het. Ik deed gewoon het werk, mensen bellen. Eens in de zoveel tijd ging ik met Paul Luijten, Ferry Houterman en Annelize van der Stoel om de tafel zitten en dan noemden zij wat namen. Op de avond zelf introduceerde ik de spreker maar ik stelde geen vragen. Het waren Luijten, Houterman en Van der Stoel die de discussie op gang hielden.”

“Er kwamen toen alleen maar bejaarden naar Libertijn”, zegt Parish. “Het was zo anders dan het nu is. Iedereen was zo dramatisch oud. Ik was 22 en de rest was 50.”
“Het ging allemaal langs me heen”, legt de Amsterdamse uit. “Ik luisterde nooit echt. Er zijn geen dingen die me eeuwig bij zijn gebleven. Ik vond het meer gezellig. Nu nog steeds. Ik vind het niet erg als het serieus is, maar ik let niet zo goed op. Ik ga ook nooit speciaal voor een spreker.”

In detail kan Parish de tijd bij Libertijn dus niet meer voor de geest halen, maar ze herinnert zich vooral Paul Rosenmöller. “Het was een vreselijk aardige man. Toen ik hem belde, hoorde ik allemaal kinderen op de achtergrond schreeuwen. Hij vond het helemaal niet erg dat ik hem stoorde.”

Toch gebeurde het regelmatig dat een gast niet kwam opdagen. “Dan belde ik om zeven uur ’s avonds nog even een raadslid. ‘Ik kom wel’, zei die dan. Het kwam altijd goed. Ook qua discussie, alle raadsleden waren altijd wel aanwezig.” ‘Hooghoudt’, waar het politiek café in die tijd was, ‘was een heel gezellige locatie’. “Omdat het zo klein was, leek het altijd vol.”

Parish is na een jaar met haar studie politicologie gestopt om bedrijfseconomie te gaan doen. “Ik heb een paar jaar als managementassistent gewerkt en nu ben ik moeder van twee kinderen. Veel van de vriendschappen die ik nu heb, heb ik toen opgebouwd. Luijten, Houterman en Van der Stoel zie ik nog steeds regelmatig. En ik heb er mijn man aan overgehouden, Ton Hooijmaijers.”

11. Alex de Vries

Alex de Vries (38) besloot na zijn studie Rechten en Politieke Wetenschappen in Leiden te verhuizen naar Amsterdam waar hij actief wilde worden binnen de VVD. In gesprek met Paul Luijten vertelde De Vries hoe Libertijn moest veranderen. Waarna Luijten zei dat hij die ideeën dan ook maar moest uitvoeren.

“Toen ik begin ’92 begon als voorzitter, werd Libertijn gehouden in café ‘Hooghoudt’ op de Reguliersgracht. Maar al vrij snel moest Libertijn verschillende keren verhuizen. Dat begon toen ‘Hooghoudt’ een nieuwe eigenaar kreeg die opeens geld ging vragen. Dat was niet de bedoeling dus vertrokken we naar ‘Bobby Haarms’ in de Vijzelstraat. En van daar naar café ‘Sluyswacht’ in de Jodenbreestraat. Beide cafés waren niet ideaal omdat ze veel te klein waren. Dus ging het naar de ‘Heineken Hoek´. Ook dit café was niet erg geschikt omdat het Leidseplein niet echt de plek was voor openbare politiek, maar we hadden wel eindelijk ruimte voor een bomvolle zaal.”

In begin jaren ’90 was het politieke spectrum in Amsterdam langzaam aan het veranderen. Hoewel Annelize van der Stoel en Paul Luijten wel vaak tegen de klippen op moesten discussiëren, groeide de VVD langzaam maar gestaag. De partij stelde toen al het veiligheidsvraagstuk aan de kaak; de misdaadbestrijding, de junks. Maar ook de autoluwe stad speelde in die tijd. Er werden felle discussies gevoerd over verkeersvoorzieningen zoals parkeergarages. En bij de gemeenteraadsverkiezingen in ’94 snoepte Mokum Mobiel nota bene een zetel van de VVD af.”

De Vries wilde in zijn periode als voorzitter van Libertijn behalve sprekers uit de politieke hoek ook andere sprekers uitnodigen. Zo nodigde hij Nordholt uit en de voorzitster van Stichting Rode Draad, de vakbond van prostituees. En hij wilde graag Bob Smalhout in Libertijn laten spreken. “Ik heb drie kwartier met hem aan de telefoon gezeten om hem over te halen. Het vlotte pas toen bleek dat ik uit Winterswijk kwam en hij daar in de oorlog ondergedoken had gezeten. De avond dat Smalhout in Libertijn sprak, zat de zaal bomvol. Smalhout was toen al een illustere persoonlijkheid door zijn controversiële uitspraken. Hij zorgde ook in Libertijn voor beroering door zijn rechtse opvattingen te ventileren in een pleidooi voor law & order. Hij stelde op zijn manier de verloedering aan de kaak en noemde managers van ziekenhuizen rioolratten.”

Nog voller dan bij Smalhout zat Libertijn toen De Vries naar aanleiding van de publicatie van ‘Het Zakenkabinet’ in 1993 Pim Fortuyn uitnodigde. “In het telefoongesprek gaf Fortuyn aan dat hij normaal gesproken minimaal drieduizend gulden vroeg voor een spreekbeurt. Ik meldde hem dat wij altijd een gratis fles graanjenever cadeau gaven, waarna hij even stil werd en toezegde. Fortuyn stond die avond met zijn grote sigaar en zijn neus omhoog in Libertijn. Ik kan me herinneren dat ik hem bij binnenkomst vroeg of hij zijn auto een beetje kwijt kon, waarop Pim Fortuyn antwoordde: “Mijn chauffeur rijdt rondjes.”

“Een andere gedenkwaardige avond was met PvdA-raadslid Annemarie Grewel. Zij eiste tijdens haar speech minimaal vier borreltjes. Haar hondje had ze op een barkruk naast zich geparkeerd waarna ze een prikkelend betoog hield dat in de VVD-gedomineerde zaal nogal wat weerstand opriep. Na een heftige discussie veegde Grewel de vloer aan met de weerspannige VVD-ers in de zaal door te bekennen dat ze een speech van Frits Bolkestein in andere bewoordingen had verdedigd. Een slimme en erg geestige invulling van de avond.”

12. Frederik Melchior

Frederik Melchior (38) was verantwoordelijk voor het beleid van Libertijn en voor twee grote veranderingen. Frits Huffnagel werd Emile Jänsch en de ‘Heineken Hoek’ werd de ‘Heeren van Aemstel’.

Melchior werkte na zijn gymnasium en Heao bij een sponsoringbureau van theaterproducties. Zijn baas Tom Smitsloo was voorzitter van wijkafdeling Centrum/ Westerpark van de VVD en vroeg hem in het bestuur te komen. Dat deed hij van 1992 tot 1995. Na een jaar Brussel nam Melchior in 1996 in het kamercentrale-bestuur de portefeuille Campagne en PR, waar Libertijn onder valt, van Alex de Vries over.

Een van de twee veranderingen onder zijn ‘bewind’ was de locatie. “De ‘Heineken Hoek’ was te klein en technisch was het naadje: slecht geluid, slecht licht, geen muziek. En met vijftig man zat het tjokvol.” Tijdens de verkiezingscampagne van 1998 was er goed contact met de eigenaar van de ‘Heeren van Aemstel’. Zoals met alle veranderingen stuitte ook deze aanvankelijk op verzet. “Sommigen vonden het te veel ‘zo’n kroeg’ of klaagden dat het Thorbeckeplein minder goed bereikbaar is dan het Leidseplein.” Na een paar proefavonden gingen ook die sceptici om. “Het ging zo goed dat ik voorstelde om te verhuizen.”

Libertijn is in de ‘Heeren van Aemstel’ ‘veel beter’. “Het is echt een politiek café, terwijl het in de ‘Heineken Hoek’ ‘het rokerige achterzaaltje’ was. De deur naar het zaaltje zat in dezelfde gang als het toilet en maar af en toe kwam een verdwaald iemand per ongeluk binnen. Die kreeg dan een blik van ‘wat moet je hier’ en ‘we kennen je niet’. Het was heel ontoegankelijk. Dat is nu gelukkig veranderd.”

Ook veranderd is de presentatie. Toen Melchior begon was Frits Huffnagel nog presentator. “Huffnagel is vreselijk scherp, komisch en ad rem. Hij krijgt regelmatig de lachers op zijn hand met zijn komische manier van presenteren.” In 1998 kwam Huffnagel in de Amsterdamse gemeenteraad en hield op met Libertijn. Huffnagel vroeg twee andere jongens om het over te nemen, maar dat ging niet zo goed. “Ze schoven de verantwoordelijkheid op elkaar af”, zegt Melchior. “Er waren avonden waarop er dertig tot veertig mensen in de ‘Heineken Hoek’ zaten en er geen coördinator was, laat staan een spreker. Als ik dan een dag later belde om te vragen hoe het zat, zeiden ze allebei ‘de ander zou het doen’.”

Als redder in nood was daar Emile Jänsch. Hij was al actief in het bestuur van wijkafdeling zuid en zat net als Melchior in de PR-commissie. “Jänsch was een topcoördinator. Zo iemand die alleen komt melden als het echt misgaat en niet voor elke scheet van alles moet weten.” De verschillen in presentatie waren volgens Melchior groot. “Emile was strakker en zakelijker. Het is te negatief om te zeggen dat Huffnagel er een ‘Frits Huffnagel-show’ van maakte, maar het is wel zo dat hij de show meer naar zich toe trok. Jänsch was meer een interviewer en iemand die de faciliteiten bood.”

Dat Libertijn een niet weg te denken verschijnsel in politiek Amsterdam is, blijkt uit de anekdote die Melchior zich herinnert uit de verkiezingscampagne van 1998. “Libertijn nodigde lijsttrekkers van andere partijen uit. D’66 werd niet uitgenodigd en lijsttrekker Jikkie van de Giessen was ongelooflijk pissed off. Dat een lijsttrekker van een andere partij boos is omdat ze niet in Libertijn mag, dat vind ik wel een mooi compliment.” Toch hoeft het compliment niet per se van een politicus te komen. “Een Libertijn-avond is geslaagd als er meer dan honderd man binnen is en iedereen van half negen tot tien uur zijn kop houdt.”

13. Frits Huffnagel

Frits Huffnagel (34), sinds 2002 fractievoorzitter van de VVD in Amsterdam, heeft politicologie gestudeerd aan de VU. Van september 1995 tot februari 1998 presenteerde hij Libertijn.

Huffnagel liep stage bij de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD. Libertijn lag in die tijd ‘een beetje op zijn gat’, hij nam de presentatie van Libertijn op zich toen het nog in café de ‘Sluyswacht’ werd gehouden, een huisje op de sluis van de Jodenbreestraat. Na een jaar werd besloten om Libertijn te verhuizen. “Het werd steeds drukker en de ‘Sluyswacht’ werd te klein”, zegt Huffnagel. “Ook was het op de eerste verdieping waar je alleen kon komen met een heel steile trap. Dat was voor ouderen onhandig. De nieuwe locatie, de ‘Heineken Hoek’, was op de begane grond en beter te bereiken.”

Laagdrempeligheid is altijd het toverwoord geweest voor Libertijn en daar staat Huffnagel volledig achter. “Daarom droeg ik nooit een pak. Je ziet in Libertijn dat de VVD niet die elitaire partij is met krijtstreeppakken en parelkettingen.” Daarom komen er ook gemakkelijk mensen van andere partijen.

Jan Marijnissen, voorman van de SP is zelfs langs geweest in 1996. “Dat vond ik heel gaaf, echt te gek. Hij begon er over dat het socialezekerheidsstelsel niet goed is, maar dat het tenminste second best is. Toen zei hij: ‘Maar wat jullie willen, dat is worst!’ Nou de discussie in die zaal met VVD’ers barstte los. Marijnissen zelf vond ook dat hij een prachtige avond heeft gehad, in het hol van de leeuw.”

Hans Wiegel vond de avond ook ‘mooi’ in 1997. “Elke keer als ik hem zie zegt hij ‘ah, meneer Huffnagel’. Hij noemt me ook nog altijd meneer, met die glimmende oogjes.” Huffnagel had Wiegel maar liefst een jaar van tevoren geboekt. “Ik belde in september met zijn secretaresse of hij in december kon komen. Zij probeerde me af te wimpelen dus ik vroeg: kan hij dan volgend jaar september? Daar had ze niet van terug en hij is gekomen.” Het was de opening van het nieuwe seizoen en erg druk. “Den Haag Vandaag is nog geweest. Laat dat maar aan Wiegel over.”

Een spreker van een andere partij is voor de discussie altijd ‘fantastisch’. “Je moet dan met je liberale uitgangspunten bijvoorbeeld een christen-democraat proberen te overtuigen. Daar word je scherper van.” Huffnagel nodigde als eerste CDA-ers uit in Libertijn. “Voor die tijd was dat not done.” De Amsterdamse fractievoorzitter is een groot voorstander van veel discussiëren. “Dat wordt te weinig gedaan in de VVD, uit angst dat het lijkt dat je verdeeld bent.”

Bij Libertijn had Huffnagel, die nog een tijd bij het Vara-programma Het Lagerhuis heeft gedebatteerd, echter niet als doel de sprekers totaal klem te praten. “Laat ze hun verhaal vertellen, maar dan wel met goede argumenten. Ik ben nooit zo’n enorm interviewer geweest, maar meer presentator. Het is veel leuker als de mensen uit de zaal de vragen stellen.” Toch moet je altijd op je hoede blijven als presentator. “Vaak stellen mensen geen vraag maar geven ze een heel betoog. ‘We hebben al een spreker’, zei ik dan altijd.”

In 1998 ging Huffnagel de gemeenteraad van Amsterdam in. “Dat kun je niet combineren, dus ben ik gestopt. Het was ook mooi, ik heb het tweeëneenhalf jaar gedaan.” Dat betekent niet dat hij Libertijn voorgoed vaarwel zei. “Ik ga nog vaak kijken en soms ben ik zelf te gast.” Zo deponeerde hij in 1999 de stelling dat D66 zich maar beter bij de VVD kon voegen. “Zeker in Amsterdam zijn VVD en D66 het vaak eens. Ik heb toen het volgende voorgesteld: wij zijn twee keer zo groot, dus wij nemen twee letters van onze naam mee, V, V. Jullie hebben maar één letter, dus nemen jullie die mee… Die drie letters plakken we achter elkaar en zo noemen we onze nieuwe partij.”

14. Jan Marijnissen

Jan Marijnissen, voorman van de SP, was in 1996 te gast bij Libertijn. “Ik zat net twee jaar in de Kamer”, vertelt hij. “Wat ik me vooral kan herinneren was het schattige huisje waar het toen was.” Marijnissen doelt op de Sluyswacht in de Jodenbreestraat. “We zaten in die bovenverdieping en hadden daar een heel interessante discussie.”

De discussie ging volgens Marijnissen niet eens zozeer over de verschillen tussen de SP en de VVD. “Het ging meer om wat socialisten en liberalen juist bindt, kinderen van de verlichting zijnde. Allebei willen we de individuele mens in zijn waarde laten. In politiek is groepsdenken soms nodig, maar het is altijd second best.”

‘Second best’ is ook de term die Marijnissen die avond gebruikte voor het hele beleid. “En ik heb gelijk gekregen”, zegt Marijnissen. “Paars heeft het slecht aangepakt. Het heeft een kans gemist om Nederland een stap vooruit te helpen. Waarden en normen daar werd in die tijd met afschuw naar gekeken, ook door de VVD. Nu wordt het onderwerp ‘gelukkig wel’ serieus genomen.”

De politieke sfeer in die tijd noemt Marijnissen de ‘pure verzakelijking’. “De tijd van privatisering en no nonsense. Het was de BV Nederland en de regering was de Raad van Bestuur. Maar politiek is geen bedrijf.”

Marijnissen voelde zich in die zaal met VVD-ers niet in het hol van de leeuw. “Daar hou ik juist erg van, dan ben ik op m’n best. Het was ook een aangename sfeer. De mensen waren echt geïnteresseerd in wat ik kwam vertellen. Ik heb daar ook wel wat vooroordelen over de SP kunnen wegnemen en andersom. VVD-ers zijn best aardige mensen.”

De SP-voorman is absoluut niet jaloers op het succes van Libertijn. “We hebben zelf ook een politiek café in Oss, eens in de maand, waar toch zeker veel meer mensen komen. Op een avond hebben we toch wel driehonderd man. We hebben twee uur lang interviews, discussie, cabaret. Dat bestaat ook al weer vijf jaar.”

Meer details weet Marijnissen niet meer van de avond, inmiddels al zeven jaar geleden. “Wat ik heb meegekregen? Ik weet nog wel dat ik een boek en een fles kreeg.” Marijnissen wenst de mensen van Libertijn tenslotte ‘veel succes de komende 25 jaar’ en doet ze ‘de hartelijke groeten’.

15. Pieter Litjens

Frits Huffnagel stopte met de presentatie van Libertijn toen hij gemeenteraadslid werd voor de VVD. In Pieter Litjens en Hendrik Greven, die hij kende van de studentenvereniging, vond hij zijn opvolgers. “Ik heb niet de indruk dat Hendrik en ik de meest efficiënte organisatoren waren die Libertijn heeft gekend”, geeft Litjens toe.

Het duo Litjens en Greven heeft Libertijn gepresenteerd in 1996 en 1997. “Het zal in totaal één jaar of misschien iets langer zijn geweest”, aldus Litjens (35), die nu wethouder financiën, beheer en milieu in Amsterdam Zuidoost is. “Eind 1996 ben ik gaan werken bij werkgeversvereniging VNO-NCW in Den Haag. Ik merkte langzaamaan dat mij de tijd ontbrak om op een fatsoenlijke manier Libertijn iedere week te organiseren. Het drukke werk en met name het heen en weer reizen naar Den Haag hebben mij ertoe over doen gaan te stoppen met de organisatie van Libertijn.”

Het liep door het drukke werk nog wel eens in de soep. “Het is wel eens misgegaan. Mensen die op het laatste moment afzegden, dat we te lang hoopten op een mooie gast die vervolgens op het laatst niet bleek te kunnen.” Het is volgens Litjens ‘wel meer dan eens’ misgegaan. “Gebrekkige communicatie en niet altijd even strakke afspraken tussen Hendrik en mij waren daar de oorzaak van. Gelukkig zijn er binnen de VVD altijd mensen -‘prominenten’- bereid om een avond vrij te maken op korte termijn om iets interessants te vertellen. Daarbij, het is allemaal erg vervelend als gasten afzeggen, maar het hoorde er toen een beetje bij. Toch heb ik er wel plezier aan beleefd.”

Litjens: “Ik heb door mijn korte ervaring veel waardering gekregen voor de mensen die vrijwillig veel tijd steken in het organiseren van dit goed draaiende politiek café, soms jaren en jaren achter elkaar. Libertijn is en blijft een unieke verschijning in Nederland. Probeer maar eens ergens anders in het land, bij welke partij dan ook, een politiek café te vinden dat met zo’n frequentie wordt georganiseerd en nog goed bezocht is ook.”

“De beste avond die ik heb georganiseerd was er een met Aernout Loudon, voorzitter van de raad van commissarissen van AKZO Nobel en tevens Eerste Kamerlid voor de VVD. Het vond plaats in een volle Eggertzaal, in tegenstelling tot de ‘Heineken Hoek’. Ik heb daar nog de toenmalige wethouder Economische Zaken en werkgelegenheid Pauline Krikke een vraag gesteld. Ik vond dat toen aardig spannend. Later, in september 1999 ben ik als politiek assistent voor diezelfde Pauline gaan werken. Dat is achteraf bezien wel grappig.”

16. Emile Jänsch

Hij vond het belangrijker dat zoveel mogelijk bezoekers het naar hun zin hadden dan dat hij het onderste uit de kan van het debat haalde. De man die met een redactieteam begon en zijn rol als presentator naar de achtergrond wilde schuiven. Van mei 1998 tot december 2000 was Emile Jänsch presentator van Libertijn, of zoals hij het zelf graag noemt, spreekstalmeester.

Jänsch (34), afgestudeerd in politicologie, is halverwege 1994 lid geworden van de VVD. “Na wat bestuurlijke taakjes werd ik bestuurslid van Zuid. Begin 1998 werd ik gevraagd om Libertijn te presenteren.” Toen hij terugkwam van een wereldreis in 2001 werd hij gevraagd om raadslid te worden in het Amsterdamse stadsdeel Oud-Zuid. Toen bleek dat de VVD twee wethouders mocht leveren in het stadsdeel werd Jänsch er een van. Daar heeft hij onder meer de portefeuilles ruimtelijke ordening, sport, stadsvernieuwing en huisvesting.

Jänsch was de eerste presentator die begon met een redactieteam, met onder meer Herbert Raadt, Willeke de Groot en Daniël van der Ree. “Ik werkte een 50-urige werkweek. Naast de maandagavond zelf, heb je zeker vier uur per week nodig aan voorbereiding.” Libertijn is door het concept van een redactieteam volgens Jänsch ‘professioneler’ geworden. “Of laat ik zeggen, zakelijker geregeld. Het merk Libertijn zelf is stabieler. Toen Frits Huffnagel presenteerde, kwamen de mensen ook voor hem. Met zijn vertrek was er dan ook een terugval. Mijn kunst is om mijn persoon naar de achtergrond te schuiven.”

Het deed de wethouder op een avond vaak meer genoegen dat mensen een goede gesprekspartner vonden dan dat het beste uit het debat werd gehaald. “Ik vind het belangrijker dat iedereen zich prettig voelt en zijn vraag heeft kunnen stellen dan dat ik in een solo van een uur de gast het vuur aan de schenen leg.”

Dat betekent niet dat er uit Jänsch’ Libertijn-avonden nooit nieuwtjes voortkwamen. “Toen Patijn wegging als burgemeester van Amsterdam, riep Ferry Houterman in Libertijn dat het Cohen wel eens zou kunnen worden.” Iedere politicus komt eigenlijk vroeg of laat langs. “Wouter Bos is in 1999 al geweest, toen nog met das. Hij was nog maar een pril kamerlid en nog helemaal niet zo zelfverzekerd als hij nu is.”
De Libertijn-lichting met Jänsch aan het roer had in 2000 ook de primeur van een Zomer Libertijn. “Terwijl de politiek in reces was en de pers sliep, keken we terug naar een jaar Amsterdamse politiek. Er waren denk ik wel zo’n 150 bezoekers.” Ook druk was het toen iemand van de Amsterdamse hoerenvakbond de Rode Draad te gast was.

150 bezoekers hadden nooit in de ‘Heineken Hoek’ gepast en daarom bedacht Jänsch samen met Frederik Melchior eind 1999 om het café te verhuizen naar de ‘Heeren van Aemstel’. “Een topplek. In de ‘Heineken Hoek’ hadden we maar een bijzaaltje, maar in de ‘Heeren van Aemstel’ zijn we de hoofdact. Libertijn is laagdrempelig. Ook als je niet lid bent van de VVD loop je gemakkelijk naar binnen.” Mooie bijkomstigheid is het beeld van Thorbecke op het zogenoemde plein waar het café is. “Thorbecke is natuurlijk een van de grondleggers van het liberalisme, dus is dit plein voor veel liberalen een speciaal plekje.”

17. Daniël van der Ree

Eind 1999 kwam Daniël van der Ree het team dat toen bestond uit Emile Jänsch en Willeke de Groot versterken. Toen Emile in december 2000 op wereldreis ging, nam Van der Ree de coördinatie van Jänsch over.

“Ik ben toen begonnen met de maandelijkse Libertijn e-mailnieuwsbrief. In het voorjaar van 2001 hebben Willeke en ik, Alexander Oostermeijer gevraagd medeorganisator te worden.

“Zelf heb ik de Libertijnavonden met ‘politiek geëngageerde ondernemers’ als André Testa van het GVB of Adriaan Grandia van het Hotel de l’Europe het interessantst gevonden. Avonden met een panel of een debat herinner ik me ook nog, maar dat is meer omdat deze avonden heel veel voorbereidende werkzaamheden vergden. Voorbeelden hiervan zijn het jaarlijkse journalistendebat of het ‘Amsterdam-Rotterdam’-debat met raadsleden uit beide steden. Ook bijzonder was de volledig Engelstalige Libertijn met mensen van de Amerikaanse ambassade. Regelmatig waren ook landelijke politici als ministers, staatssecretarissen en kamerleden te gast. Het begin van een Libertijnseizoen werd en wordt standaard ingevuld met een minister of een ander Haags kopstuk.”

“Op 26 maart 2001 hadden we de Amsterdamse politiecommissaris Van Riessen te gast. Hij grossierde die avond in forse en politiek niet helemaal correcte uitspraken. Gevolgen waren artikelen in NRC, Volkskrant en AD en Van Riessen die bij zijn superieuren op het matje werd geroepen. Hij zei o.a. dat ‘criminelen er vanuit gaan dat de Betuwelijn de grootste cocaïnelijn van Europa wordt en dat ‘’wapens de kurk zijn waar de Bijlmer op drijft’.”

Ook probeerde Van der Ree ‘niet-VVD’-ers naar Libertijn te krijgen. “Dit is goed voor de discussie, maar bleek vaak wel moeilijk. Actieve leden van andere partijen hebben allemaal hun ‘eigen avonden’. En de niet-politiek geïnteresseerde meerderheid is sowieso moeilijk naar binnen te krijgen. Alleen bij avonden over onderwijs lukte dit goed. Toen Ankie Verlaan, voorzitter van het College van Bestuur van het ROC van Amsterdam, te gast was, stond de zaal vol. Daarnaast werden de avonden voorafgaand aan referenda (deelraad Centrum, verzelfstandigen GVB) ook door niet-partijleden goed bezocht.”

In de periode voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 kon de media niet om Libertijn heen. Van december tot maart stond de VVD met haar politiek café in Het Parool. In deze periode waren onder andere te gast: Johan Remkes, Els Iping en Annelize van der Stoel en Peter Tordoir, directeur Kamer van Koophandel. En Geert Dales ging zowel met Rob Oudkerk als met Jelle Kuiper, hoofdcommissaris van politie in Amsterdam, in debat over veiligheid.

“De ‘Heeren van Aemstel’ is sinds 2000 hét VVD café van Amsterdam geworden. Er zijn ook buiten de maandagavonden vaak VVD-ers te vinden en verkiezingsavonden worden er op de televisie of op een groot scherm gevolgd. De gastvrijheid en de mogelijkheden die we in de ‘Heeren van Aemstel’ krijgen, dragen hier zeker aan bij. Zonder vaste stek ben je als politiek café nergens.”

“Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 werd ik deelraadslid in Oud Zuid en zijn we met zijn drieën opgehouden. De organisatie hebben we toen overgedragen aan het team van Bas van ’t Wout.”

18. Bas van ‘t Wout

In november 2001 werd Bas van ’t Wout gevraagd om een team te zoeken dat de organisatie van Libertijn van Daniël van der Ree kon overnemen. Dat groepje bestaat nu uit hemzelf, Hugo Logtenberg, Rob Okhuijsen en Robin Breemekamp. Sinds kort houdt Very Strous zich bezig met de promotie van Libertijn.

Van ’t Wout, student geschiedenis student, presenteert Libertijn afwisselend met Hugo Logtenberg (28), beleidsmedewerker voor de VVD. Van ’t Wout en Logtenberg verschillen in presentatiestijl. Logtenberg: “Bas komt van de JOVD en weet dus veel meer van de partijstructuur. Ik heb meer een human interest invalshoek.”

Van ’t Wout heeft een aantal favoriete avonden. “In september 2002 was Job Cohen te gast. Het was mooi weer en het café stond vol, zelfs het terras. Je moest door een enorme menigte om een biertje te halen. Het lastige is dat mensen snel gaan ouwehoeren. Maar die avond bleef iedereen luisteren.”

Een andere memorabele avond was in november 2002, vlak na de val van het kabinet Balkenende I. “Zalm was al geboekt voordat het kabinet viel. Dat weekend heb ik zitten zweten bij de telefoon, met de angst dat hij zou afbellen. Gelukkig deed hij dat niet en kwam hij gewoon.” Het was die avond erg druk. “De entree die Zalm maakte, was erg gaaf, nogal Amerikaans. Drie cameraploegen liepen met hem mee, waarvan één uit Zweden. Er waren maar liefst zes fotografen. Het eerste uur kon ik niets zien door de flitsen.” Logtenberg: “Het condens stond op de ramen.”

Het is volgens Logtenberg belangrijk om regelmatig bekende politici te gast te hebben. “Laten we daar niet lullig over doen, bekendheid is een belangrijke factor. Het draait om de namen. Die vuilniszakken die verkeerd staan in de straat, dat is heel vervelend, maar daar komen de mensen niet voor.”

Wim Kuijken, Secretaris Generaal van Algemene Zaken is ook te gast geweest. “Dat was lachen”, vertelt Van ’t Wout. “Kuijken is de machtigste ambtenaar van Nederland en treedt niet zo graag in de publiciteit. Er zijn nog kamervragen over gesteld. Kuijken was ‘not amused’, maar het was zijn eigen fout.”

Van ’t Wout heeft ook een hele rare avond meegemaakt, toen de stichting Ander Joods Geluid en Likoed Nederland kwamen. “Die man van Likoed Nederland was wel eens bedreigd dus we moesten de politie laten surveilleren. Ik moest heel lang met de eigenaar van de ‘Heeren van Aemstel’ praten om hem over te halen. Gelukkig is er niets gebeurd.”

“We gaan nog wel even door met Libertijn”, zegt Logtenberg. “Ik stop er pas mee als ik denk dat er geen uitdaging meer in zit of als het onverenigbaar is met je functie.” Het politiek café heeft nog veel potentie, meent hij. “We zitten nu op een ideale locatie.” Libertijn hoeft niet veel groter te worden als er ‘structureel een volle bak’ is. “We hoeven geen Heineken Music Hall te vullen. Ik hoop dat er steeds meer verschillende mensen komen van verschillende partijen.”