Jaap de Hoop Scheffer (CDA), Minister Buitenlandse zaken (verslag & foto’s)

Datum
20-10-2003
Lokatie
Den Haag
Spreker
Jaap de Hoop Scheffer
Terug naar overzicht

Jaap de Hoop Scheffer, 20 oktober 2003

…u bent wel een beetje somber, want na Luns willen ze binnen de NAVO niet meer een secretaris-generaal hebben die langer dan vijf jaar zit. Dus als ik terugkom ben ik 60. Ik bemerk een combinatie van meewarigheid en bewondering. Dus wie weet wat er na mijn 60e in Nederland nog allemaal voor mij klaar ligt. Met andere woorden, ga er niet voetstoots van uit dat het hier de laatste keer is, gezien de opkomst hoop ik dat ook niet.

Even langs een paar punten van buitenlands beleid, dat zult u van mij verwachten. Ik was drie weken geleden in New York. Daar sprak de, denk ik door ons allemaal zeer bewonderde, Kofi Annan, secretaris-generaal van de VN. Hij zei, is die VN, die organisatie waarvan we allen zeggen, dat moet toch de club zijn die in de wereld de zaken in de gaten houdt, is die VN eigelijk nog wel in staat om in de moderne wereld met de moderne bedreigingen te doen wat ze moet doen? Ik licht dat toe. Wat zijn die moderne bedreigingen? Terrorisme. Daar zijn we het snel over eens. De enorme verspreiding van massavernietigingswapens, bacteriologische wapens, chemische wapens, kernwapens. Denk even aan Iran, aan Noord-Korea. En misschien de meest kwetsbare en bedreigende combinatie van die twee; massavernietigingswapens in de handen van terroristen, of in de handen van wat in het jargon “failed states” heet, falende staten. Waar nauwelijks centraal gezag is, geen enkel gezag is. Neem even uit het recente verleden het voorbeeld van Liberia, waar het moorden jaar in jaar uit is doorgegaan. Zijn wij, zo vroeg Kofi Annan, nog wel in staat als wereldgemeenschap dat te doen wat we moeten doen? Mogen wij, om het nog wat scherper te zeggen, nog als wereldgemeenschap tolereren 8 à 900.000 slachtoffers in een paar weken in Rwanda? Genocide. Ik heb bij het monument gestaan. Ik zal u eerlijk zeggen, als je daar staat, dan gaat het wel verschrikkelijk leven en dan schaam je je als burger en als politicus dat de wereld dat heeft laten gebeuren. Daar moet je wel regels voor afspreken met elkaar. Toen Kofi Annan, de door mij zeer gewaardeerde toespraak hield, bekritiseerde hij de VS, de Amerikanen, ik hoop dat we daar in de discussie straks op terugkomen, omdat hij zei dat de Amerikanen eigelijk niet hadden mogen doen wat ze deden in Irak. Ik ben dat niet met de secretaris-generaal eens. Daar hebben wij politiek positie genomen als Nederlandse regering. Wat hij ook zei was, laten we proberen die VN dat politieke dak te laten zijn op grond waarvan die gemeenschap niet met de armen over elkaar behoeft te blijven zitten. Anders gesteld, de vraag is naar mijn opvatting, hoe gaan we eigenlijk om met de verspreiding van massavernietigingswapens, hoe gaan we om met de Irans en de Noord-Korea’s van deze wereld? Zijn er militaire opties? Kun je, als je dat zou willen, militair optreden tegen Noord-Korea? Ik denk dat het heel moeilijk is, als je het al zou willen. Kun je militair optreden tegen Iran als zou blijken dat dat land beschikt over de capaciteit, militair, kernwapens te maken en te produceren. Ik heb het niet over civiele nucleaire energie. Met andere woorden, Annan bracht daar in discussie waar in feite de hele oorlog in Irak over is gegaan, en waar het naar mijn opvatting veel meer over moet gaan; wat doet de wereld tegen vormen van genocide, wat doet de wereld tegen verspreiding van massavernietigingswapens? Ik denk, ik zal niet alleen vragen stellen, maar ook antwoorden geven, dat wij een veel strenger systeem nodig hebben dan we nu hebben, van sancties tegen landen die de regels overtreden, dat we veel strenger moeten controleren welke wapens waar naar toe worden geëxporteerd. Want we moeten elkaar niet voor de gek houden, die wapens zijn langzamerhand zo geperfectioneerd, denk aan de ondergrondse in Japan, dat met hele kleine hoeveelheden in onze moderne samenleving enorm veel schade kan worden aangericht. Dus zullen wij, waar we dat kunnen, het terrorisme moeten bestrijden.

Ik leg een tweede, belangrijk vraagstuk aan u voor. Ik weet niet of u het in de kranten gezien heeft. In Nederland waren de krantenberichten klein. In de Franse pers bijvoorbeeld heel groot. Dat de Maleisische premier Mahatir afgelopen vrijdag een speech heeft gehouden voor de organisatie van islamitische landen die zonder enige reserve als volstrekt antisemitisch moet worden gekwalificeerd. Zeer antisemitisch. En het verbaast mij in hoge mate dat ik daar zo weinig reactie op hoor of zie. De Europese Unie heeft afgelopen vrijdag een standpunt uitgegeven bij monde van het Italiaanse voorzitterschap van de Europese Unie. Maar ik wil u hier vanavond toch zeggen dat dat mij in zeer aanzienlijke mate bedrukt, wat daar gebeurd is. Want wat we niet moeten hebben en waar we nooit aan toe mogen geven, is wat de heer Huntington in een boek een aantal jaren geleden heeft beschreven als de “clash van civilizations”. We mogen niet aanvaarden dat wanneer een aantal terroristen vliegtuigen kapen en daarmee het World Trade Center binnenvliegen en dat doen onder het mom van de islam, mogen wij niet daarmee die monotheïstische godsdienst islam veroordelen. Ik heb het, om een zin in het engels te zeggen, twee jaar geleden in de VN speech zo gezegd “Hijacking an airline can never mean hijacking an entire religion”. Dus zullen christendom, jodendom en islam met elkaar in gesprek moeten gaan en veel serieuzer dan we dat tot nu toe hebben gedaan. Om niet fundamentalisten, de extremisten, exploiteurs van terrorisme de gelegenheid te geven om van deze wereld een nog gevaarlijker wereld te maken dan hij al is. En daarom moet tegen al die -ismes heel krachtig worden opgetreden en is geen enkele vorm van fundamentalisme aanvaardbaar. Of het islamitisch fundamentalisme is of andere vormen van fundamentalisme, of racisme. Of, en je ziet het in Europa helaas en tot mijn afgrijzen steeds verder de kop opsteken, antisemitisme. Ga eens in Amsterdam kijken en ga eens luisteren naar wat daar van tijd tot tijd door bepaalde groeperingen, ik zal ze bij de naam noemen, Marokkaanse jongeren, geroepen wordt tegen joden. Dat is iets waar wij werkelijk veel serieuzer aandacht aan moeten besteden dan wij doen. Daarmee stigmatiseer ik dus niet voor goed begrip, de hele Marokkaanse gemeenschap in Nederland, dat weiger ik. Maar ik vind wel dat er tegen mensen in de Nederlandse samenleving die zich daartoe overgeven, buitengewoon scherp en hard moet worden opgetreden. Veel harder dan tot nu toe.

Derde blokje, Europa. We hebben misschien voor het eerst in de geschiedenis een referendum in Nederland volgend jaar. Ik ben zelf, zal ik u eerlijk zeggen, een geharnast tegenstander van een referendum, omdat ik a) vind dat een referendum nooit gaat waarover het gaat en b) ik vind dat we 150 Kamerleden kiezen, die iedere vier jaar die hun werk moeten doen, die hun keuzes moeten maken en als ze die keuzes verkeerd maken, dan wordt de partij of de parlementariër na vier jaar door u naar huis gestuurd. Daar kun je anders over denken. Ik leg het maar even in uw midden. Er zijn er ongetwijfeld een aantal onder u die ervoor zijn. Ik zeg met de liberaal Vonhoff en anderen; een referendum is de doodskist voor de democratie. Als wij de vertegenwoordigende democratie die we hebben met 150 Kamerleden uit handen gaan geven, zijn wij op de verkeerde weg. Maar we krijgen waarschijnlijk een referendum over Europa. Want er is een meerderheid voor in de Kamer en wie zou een regering zijn als men dat zou willen tegenwerken? Dat zal ook door de regering, door het kabinet Balkenende niet gebeuren. Maar ik noem het even omdat Europa nog steeds bij vele mensen en bij u waarschijnlijk ook het karakter heeft van een ver van mijn bed show. En ik u vanavond nog eens zou willen overbrengen dat Europa ontzettend dichtbij komt. Dichtbij ons allemaal. Denk even aan onderwerpen als asiel en migratiebeleid. Kunnen we dat nog alleen? Natuurlijk kunnen wij dat niet alleen. Dat zal in Europees verband moeten worden opgelost. Denk aan de juridische samenwerking die in Europa een steeds grotere vlucht neemt. Denk aan het buitenlands beleid. Nederland geeft z’n buitenlands beleid niet op. Wat een kletsverhaal een aantal weken geleden in de kranten dat ik dat nota bene gezegd zou hebben als minister van Buitenlandse Zaken: Nederland geeft z’n buitenlands beleid op; dan kun je wel naar huis gaan als minister. (….)
In elk geval, ook wat het buitenlands beleid betreft, gaat Europa een steeds grotere rol spelen. En als we naar het Midden Oosten kijken en de dodelijke omklemming waarin de Arabieren, Palestijnen en Israëli’s elkaar hebben dan moet Europa daar bij de oplossing van dat vreselijke conflict, en dat kunnen ze niet zelf, een enorm grote rol spelen. Als je daar bij als Europa een rol wil spelen, dan moet je het dus eens zijn onderling en dan moeten zeker de grote landen het eens zijn. Want als de oorlog in Irak ons een ding geleerd heeft, dan is het wel dit; Als de grote landen in Europa het over de buitenlandse politiek zo oneens zijn als ze het over Irak waren, u mag denken wat u wilt over de gerechtvaardigheid van de invasie in Irak, dan is er in ieder geval geen Europees buitenlands beleid. Met andere woorden, ook dat Europa is en komt buitengewoon dichtbij.

Tot slot de NAVO. U mag van mij daar een kort commentaar verwachten. Wat was die NAVO? De NAVO was een organisatie om de Russen buiten de deur te houden. Dat is sinds 1989 niet zo’n groot probleem meer, gelukkig. Wie had vijf jaar geleden hier durven voorspellen, ik zeg het wat scherper, wie had anderhalf jaar geleden in dit café durven voorspellen dat de NAVO actief zou zijn in Afghanistan en dat een van mijn eerste reizen als NAVO secretaris-generaal waarschijnlijk naar Afghanistan zal zijn? Wie had durven en kunnen voorspellen dat de NAVO al jarenlang actief is op de Balkan? Wie had kunnen of durven voorspellen dat diezelfde NAVO een Poolse divisie in Irak assisteert? Met andere woorden, ook de NAVO bevindt zich, net als de VN en net als de EU, in een enorm proces van verandering. Het is voor mij een voorrecht om daar leiding aan te mogen geven, dat zal een buitengewoon lastige klus zijn. Want u weet dat aan beide zijden van de oceaan wel eens wat deuken in het bondgenootschap zijn ontstaan de afgelopen periode. Met name ook weer rond het conflict Irak. Dus ook wat betreft de NAVO is er buitengewoon veel werk aan de winkel.

En dan is mijn tien minuten compleet. Wij bevinden ons in een proces van enorme veranderingen. Of het nu de VN betreft, en laat u mij maar weten zo, of u vindt dat militair moet worden opgetreden tegen genocide, tegen failed states. Ik vind van wel. Maar ik vind ook dat daar het juridische dak voor moet worden gemaakt in de VN. Dat is er nu niet. Of u vindt, laat het me maar weten, dat de uitbreiding van de EU moet doorgaan, dat de Europese integratie moet verder gaan, ook op het punt van asiel- en migratiebeleid, ook op het punt van buitenlands beleid. Laat u mij maar weten wat u vindt. Ik heb u gezegd wat ik vind van die nieuwe rol van de NAVO. Die in staat moet zijn, met de militaire capaciteit die de NAVO heeft overal ter wereld op te treden waar dat noodzakelijk is ter bescherming van vrede, veiligheid en gerechtigheid. En dan heeft u naar mijn opvatting de drie belangrijkste internationale gremia, zoals dat zo mooi heet, verbanden, waarin Nederland opereert en dan hoop ik voldoende stof te hebben gegeven voor discussie. U mag wat mij betreft, maar dat zal wel de gewoonte hier zijn, ieder onderwerp wat u wilt aansnijden, is het binnenlands, is het buitenlands. Ik wacht het debat met betrekking tot het niet indienen van de Toestemmingswet op a.s. donderdag af. En zal alleen daarop, omdat de brief met de antwoorden van de minister-president net uit is en ik die nog niet gezien heb, nu niet uitgebreid op in gaan. Dank u zeer.