Jos Heymans, politiek redacteur RTL (verslag & foto’s)
- Datum
- 17-03-2003
- Lokatie
- Den Haag
- Spreker
- Jos Heymans
- Titel
- Het jaar van de waanzin
Jos Heymans, 17 maart 2003
Goedenavond allemaal. In de eerste plaats excuses voor het feit dat ik iets verlaat ben, maar ja, vanavond ontstond er grote paniek na de bijeenkomst van de Veiligheidsraad over Irak waar geen resolutie werd ingediend, dus het diplomatieke spoor is ten einde. Het kabinet zit nu sinds een minuut of vijf bijeen om een Nederlands standpunt in te nemen. We weten allemaal hoe moeilijk dat is omdat de PvdA daar een ander beeld over heeft dan het CDA. Ik schat dat we daar rond een uur of 11 vanavond meer helderheid over krijgen. Maar ik zal u daar voorlopig even niet mee lastig vallen.
Voor zover een introductie nodig is, ja dat klinkt zo arrogant, ik ben journalist bij het RTL Nieuws, parlementair verslaggever. Onlangs heb ik een boek geschreven, dat heet Het Jaar van de Waanzin. Dat gaat over alle waanzinnige gebeurtenissen van de afgelopen anderhalf jaar. Als ik zo om me heen kijk, denk ik dat velen van u dat redelijk van nabij hebben mogen meemaken. Ik verkeerde dankzij mijn werk in de positie om daar heel dicht boven op te mogen staan en daardoor dacht ik ook iets meer te kunnen vertellen over de achtergronden van wat er allemaal gebeurd is. Vooral ook omdat dat boek niet zo zeer geschreven is over wat er nu feitelijk gebeurd is, maar meer waarom mensen reageerden zoals ze hebben gereageerd. Die kennis heb ik vooral gehaald uit gesprekken, met name op de terrassen op het Plein, want het speelde zich natuurlijk vooral af in het voorjaar en in de zomer van 2002. En als daar bewindslieden of politiek leiders met een pilsje of een glaasje witte wijn op het terras zitten, dan praten ze altijd iets makkelijker dan wanneer je ze tegenkomt in de gangen van de Tweede Kamer.
Ik wil het vandaag hebben over een toch wel actueel onderwerp namelijk de vraag of Jan Peter Balkenende de premier is die Nederland nodig heeft. Deze vraag is ineens weer actueel geworden na het debat over het ruziemakende koningshuis afgelopen week. U kunt zich waarschijnlijk de beelden nog wel herinneren; Balkenende staat daar te stumperen als hem wordt gevraagd waarom het BVD-onderzoek naar de echtgenoot van prinses Margerita te billijken is, terwijl het kabinet tegelijkertijd zegt en volhoudt dat de BVD, die dat onderzoek heeft gedaan, niet onrechtmatig heeft gehandeld. Woordvoerder Rouvoet van de Christen Unie is op dat moment glashelder in zijn vraag; Als iets rechtmatig is, dan hoef je het niet te billijken. Voordat Balkenende antwoord kan geven, wordt hij voor het oog van alle televisiecamera’s op fluistertoon uitvoerig geadviseerd door minister Donner van Justitie. De premier staat er als een schooljongen bij, maakt aantekeningen, en geeft vervolgens Rouvoet het antwoord dat door Donner is voorgekauwd.
Twijfels over de kwaliteiten van Balkenende als premier zijn niet nieuw. In Het Jaar van de Waanzin, zoals ik mijn boek over de politieke gebeurtenissen van 2002 heb betiteld, staat beschreven dat de twijfels over Balkenende al in het voorjaar 2002 ontstaan. Pim Fortuyn begint er al mee in april vorig jaar. Terwijl Fortuyn al wekenlang pleit voor een kabinet met het CDA, roept hij plotseling uit dat hij niet in een kabinet met Balkenende wil zitten. Fortuyn vindt de CDA-leider onervaren voor de rol van premier. Letterlijk zegt hij over Balkenende: “Het is een briljant kind dat wat mij betreft nog wel wat moet worden opgevoed voordat het in de regering kan.” Je hoort het hem zeggen. Het verweer van Balkenende is dan uitermate zwak. Hij zegt: “Fortuyn maakt jo-jo-bewegingen door telkens van standpunt te veranderen. Ja, dat is geen inhoudelijke reactie en hij scoort daar ook niet mee. Na de verkiezingen van 15 mei vorig jaar, de christen-democraten onverwacht 43 zetels opleverde, laat de CDA-leider weten dat hij kandidaat is voor het premierschap. Hij doet dat overigens op een opvallende manier. Hij laat het eerst door zijn woordvoerder, Jack de Vries, zeggen. Ze spraken met elkaar op die uitslagenavond, ze zagen dat ze de grootste winnaar werden en Jack zei: “Nou, dat is leuk, Jan Peter. Want jij hebt een dochtertje van 2,5 toen, en mijn kind is nog iets jonger, maar die kunnen straks leuk in de tuin van het Catshuis met elkaar spelen.” Ze besluiten zelfs op die avond dat in de tuin van het Catshuis een schommel moet komen en een glijbaan. Maar helaas, wat heeft de voorganger premier Kok, net besloten; Het Catshuis moet worden verbouwd, anderhalf jaar lang onbewoonbaar, dus voorlopig zit hij daar nog niet. Het geeft wel aan dat de gevoelens bij Balkenende om die belangrijkste politieke functie in Nederland te vervullen, heel erg groot zijn.
Er zijn natuurlijk mensen die twijfelen aan Balkenende op dat moment. Hij is nog jong, onervaren. Maar in het CDA zelf is op dat moment geen verzet. Iemand die een winst van 14 zetels boekt die spreek je niet tegen. Zeker niet als je zelf een politieke carrière wil maken. En ook de twee coalitiepartijen, de LPF en de VVD, hebben gezien hun zetelaantal, niet zoveel te zeggen over de kandidaat-premier van het CDA. Na de dood van Fortuyn is er dus eigelijk niemand meer die openlijk twijfelt aan de kwaliteiten van Balkenende. Behalve dan de koningin. Maar die doet dat natuurlijk niet openlijk. Op 4 juli vorig jaar is informateur Donner klaar met z’n werk. Hij doet verslag van z’n werkzaamheden in een debat met de Tweede Kamer en gaat vervolgens naar de koningin. Hij wordt daar om half 10 besteld. Een half uur later wordt Balkenende op paleis Huis ten Bosch verwacht. Hij is er precies om 10 uur en volgens weer die bekende woordvoerder Jack de Vries zal dat gesprek niet langer dan een half uurtje duren. Maar zo gemakkelijk gaat dat niet. Balkenende is pas vier jaar kamerlid, acht maanden fractievoorzitter en heeft weinig politieke bestuurlijke ervaring. En de koningin, voor zover we haar kennen, die wil precies weten wat ze heeft aan deze tamelijke nieuweling in de politiek die zo nodig minister-president moet worden. Een groot deel van het gesprek met Balkenende en de koningin wordt bijgewoond door informateur Donner, hij is een vertrouweling van de koningin, hij kan dus zijn gezag laten gelden en de koningin overtuigen van de capaciteiten van Balkenende. Maar pas tegen middernacht, ze zitten dan al ruim twee uur bij elkaar, heeft de kandidaat-premier zijn benoeming tot formateur eindelijk op zak. Dat er vooraf bedenkingen zijn tegen Balkenende dat is begrijpelijk maar niet helemaal terecht. Want hij heeft nog niks gedaan, maar hij heeft ook nog niks kunnen doen waaruit blijkt dat hij ongeschikt zou kunnen zijn als premier.
Maar z’n houding als formateur waar hij de volgende dag mee begint die geeft soms te denken. Balkenende geniet van die tijdelijke baan, hij deelt handtekeningen uit, ik zal even laten zien hoe hij dat doet, want dat kun je op verschillende manieren doen. Dit is een blad van het CDA met daarop mijn eigen hoofd. Kijk, als je het zo doet, dat zegt natuurlijk wel wat. Hij zet zijn handtekening op een roze muts. En hij laat zich met iedereen op de foto zetten. Zijn woordvoerder Jack de Vries is ook degene die de hele zomer door met het fototoestel van de toeristen in de hand loopt om plaatjes van Balkenende te maken met toeristen. Het is denk ik niet de houding die past bij het voorkomen van een formateur, van een beoogde minister-president. Anderen zullen zeggen daarentegen dat ze zo’n houding juist heel verfrissend vinden. Balkenende is in ieder geval een stuk toegankelijker dan z’n voorganger Wim Kok, die bij mijn weten nog nooit een handtekening heeft uitgedeeld. Maar dat zegt meer over het karakter van de vorige premier dan over zijn kwaliteiten als minister-president. Kok is meer het type van Hollandse nuchterheid, doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg, en steek vooral niet je kop boven het maaiveld want dan wordt hij afgehakt. De critici van Balkenende krijgen al op de eerste dag van het nieuwe kabinet het voordeel van de twijfel. ’s Ochtends worden Balkenende en zijn ministers beëdigd op het paleis, ’s middags volgen de staatssecretarissen. Onder wie Philomena Bijlhout die namens de LPF staatssecretaris voor emancipatiezaken wordt. Twee dagen eerder heeft zij in een interview met de Volkskrant elke betrokkenheid bij het regime van de Surinaamse legerleider Bouterse ontkend. Ze was weliswaar lid van de volksmilitie, maar dat was uitsluitend om de burgers te helpen. Aan militaire operaties heeft ze nooit meegedaan, zegt ze, en een uniform heeft ze ook nooit gedragen. Voor de decembermoorden van 1982 heeft ze de volksmilitie verlaten. Ze eindigt het interview in de Volkskrant met de uitdagende woorden: “Niemand zal een foto van mij in uniform aantreffen.” Een beetje een journalist laat zich dat geen twee keer zeggen en één telefoontje naar de correspondent in Suriname, en jawel, binnen 48 uur duiken er twee foto’s op van Bijlhout in uniform tijdens een militair trainingsweekend. De foto’s dateren ook nog eens uit mei 1983, een half jaar na de decembermoorden. Bijlhout geeft grif toe dat ze zich vergist heeft en zeven uur na haar aantreden kan ze weer aftreden omdat ze over haar verleden heeft gelogen tegen de minister-president. Maar iedereen vraagt zich op dat moment wel af waarom Balkenende niet zelf achter die leugen is gekomen. Wat een journalist in 48 uur kan achterhalen, moet een minister-president die beschikt over diensten als de BVD toch ook kunnen, en ook nog sneller.
In de eerste weken als minister-president laat Balkenende zich overdonderen door zijn collega’s. Met name de LPF-ministers lopen Balkenende voor de voeten. Eerst probeert minister Bomhoff, we kennen hem nog, zijn topambtenaar Peter van Lieshout wegens diens kritiek op het regeerakkoord te ontslaan. Dat wordt nog beschouwd als een incident. En ook het mailtje van minister Heinsbroek aan de ambtenaren van economische zaken, want ze mogen hun pakje brood niet meer op de trappen van het departement nuttigen, want dat is niet goed voor het image van het departement, dat wordt nog aangemerkt als onschuldig. Maar het wordt lastiger voor de premier als Heinsbroek aankondigt dat hij vanwege de slechte economische situatie het regeerakkoord wil openbreken, let wel, drie weken nadat het kabinet is aangetreden. Heinsbroek wil het kwartje van Kok twee jaar eerder dan was afgesproken teruggeven, en de onroerend zaakbelasting, het plan van de VVD ook maar meteen afschaffen in plaats van in 2004. Balkenende moet dan Heinsbroek in het openbaar terugfluiten. Maar de LPF-minister trekt zich er weinig van aan. Een paar dagen later komt hij met een uitgewerkt plan voor het herstel van normen en waarden. Een onderwijzer moet een ongehoorzame leerling straffeloos een oorvijg kunnen geven. Het respect voor de politie moet terugkeren. Opeltjes en Golfjes dwingen volgens Heinsbroek te weinig ontzag af en ook het uniform van de politiek deugt niet. Het logo, dat is een waakvlam, moet worden vervangen want politiemensen zijn geen verwarmingsmonteurs of pijpfitters. Ook minister Nawijn van vreemdelingenzaken doet een duit in het zakje. Hij wil criminele Marokkaanse jongeren, ook al hebben ze een Nederlands paspoort, terugsturen naar Marokko. Wat dus wettelijk helemaal niet kan. En ook subsidies voor allochtonen moeten worden afgeschaft want die dragen niet bij aan de integratie. Balkenende wordt een beetje gek van al die proefballonnetjes en roept zijn ministers tot de orde. Maar ze luisteren niet. Heinsbroek zegt in een interview in het blad Forum, dat is van de werkgeversvereniging VNO-NCW, zegt hij letterlijk: “Als Balkenende zich ergert aan het oplaten van proefballonnetjes, dan is dat zijn probleem.” Hij laat meteen een nieuw ballonnetje op: De politie stelt verkeerde prioriteiten, aldus Heinsbroek. Ze moeten boeven vangen en niet achter mensen aanzitten die 10 of 20 kilometer te hard rijden, zoals hem zelf is overkomen. Balkenende heeft er op een gegeven moment genoeg van en roept dan in de ministerraad van 6 september 2002 uit dat het afgelopen moet zijn met het gedoe, zoals hij dat noemt. Maar hij maakt daar geen sterke indruk mee. Er wordt niet geluisterd. Ik heb het al eerder gehad over de houding van de minister-president die niet bijdraagt aan zijn gezag. Ook zijn ambtenaren op het ministerie van algemene zaken hebben het er moeilijk mee. Balkenende sluit zich niet op in het torentje, zoals Kok deed, maar loopt regelmatig de kamer in van zijn ambtenaren voor een vraag of een praatje.
Het was wel even wennen voor de medewerkers die met Balkenende’s voorganger nog nooit op het terras hadden gezeten. Maar de nieuwe premier vindt een lunch in het zonnetje de gewoonste zaak van de wereld. Maar na een half uurtje voelt Eef Brouwers, de Directeur-Generaal van de RVD, zich toch wat ongemakkelijk. Het is wat hem betreft weer tijd om aan het werk te gaan. En dat gebeurt dan ook. Van het soms jongensachtige gedrag gaf de premier ook al blijk in de verkiezingscampagne vorig jaar toen een televisieploeg opnamen van hem maakte op de kartbaan. En tijdens z’n eerste officiële bezoek aan de Britse premier Blair in Londen en aan de Franse president Chirac in Parijs, ik heb dat mogen meemaken, is de premier tijdens de start en de landing van het regeringsvliegtuig niet weg te slaan uit de cockpit. Hij wil het allemaal zien. En op bezoek bij Herman Heinsbroek in Naarden geniet Balkenende van een ritje in één van de Ferrari’s van de voormalige platenbaas.
Maar goed, terug naar de politiek. De eerste weken van Balkenende’s loopbaan als minister-president kunnen nog worden beschouwd als een gewenningsperiode. Maar het wordt er in de weken daarna niet beter op. Balkenende bagatelliseert de ruzie in de fractie van de LPF, roept uit dat het gedoe moet ophouden, maar heeft niet in de gaten dat het gedoe zijn eigen kabinet bedreigt. En als vervolgens Heinsbroek en Bomhoff knallende ruzie krijgen, blijft Balkenende opnieuw op de achtergrond. Hij laat zich zelfs in slaap sussen als de LPF-bewindslieden na een overleg op het ministerie van WVC zeggen dat de eenheid is hersteld. Misschien herinnert u zich nog de televisiebeelden en de foto’s: Heinsbroek, Bomhoff, fractievoorzitter Wijnschenk, wie kent hem nog? En LPF-bestuurder Oscar Hammerstein, die laten zich lachend en broederlijk fotograferen en filmen onder het mom van: de eenheid is hersteld. Balkenende ziet dat ook op televisie en reageert opgelucht. Maar hij moet nog schriftelijke vragen beantwoorden van de GroenLinks-leider Rosemuller, over de instabiliteit van het kabinet als gevolg van de LPF-crisis. En nu de eenheid lijkt hersteld, kiest Balkenende voor een ludieke beantwoording van die vragen. De volgende dag is er ministerraad en hij stuurt dan een ansichtkaart van de Trêveszaal naar de Tweede Kamer met daarop de tekst: “In antwoord op de vragen groeten wij u in gezamenlijkheid en eenheid vanuit de ministerraad.” En hij laat de kaart door alle aanwezige ministers ondertekenen, dat zijn er 13 want Benk Korthals, minister van Defensie, zit op dat moment in Griekenland. Maar de verbijstering bij Balkenende is groot als hij 24 uur later, de zaterdag erop, Hammerstein op televisie hoort zeggen dat de LPF-ers een spelletje hebben gespeeld en dat ze het nog steeds met elkaar volstrekt oneens zijn. Balkenende laat zich ook overvallen op 15 oktober, de dag waarop het lichaam van prins Claus wordt bijgezet. Al in de kerk voor aanvang van de uitvaartdienst praten fractieleden van CDA en VVD over het einde van het kabinet en Balkenende is ongetwijfeld ook al zover. Maar hij blijkt niet in staat de val van zijn kabinet uit te stellen. Op die dinsdagavond wanneer het lichaam van Claus net in het graf is gebracht, komt het kabinet bijeen om over Europa te praten. Maar feitelijk valt die avond het kabinet. Over Europa wordt niet gesproken, het gaat uitsluitend over de ruzie binnen de LPF. En slechts uit piëteit met de koningin wordt de formele val uitgesteld tot de volgende ochtend. Maar die dinsdagavond om half 11 wist eigelijk heel Nederland al dat het kabinet gevallen was. En ook bij het gedonder met minister Nawijn over de invoering van de doodstraf en over het ritueel van de Tweede Kamer, dat was in december vorig jaar, is Balkenende niet op zijn best. Toch krijgt hij op 22 januari dit jaar opnieuw het vertrouwen van de kiezers en neemt het CDA opnieuw het voortouw in de formatie. De vraag is dus: Vergissen wij ons dat Balkenende niet de meest sterke premier is of vergist de kiezer zich? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Eén ding is in ieder geval naar mijn mening helder; Balkenende begon in juli vorig jaar zeer enthousiast als premier aan een nieuw kabinet. En dat enthousiasme deed wonderen want de behoefte daaraan was groot na de nukkige, humeurige, vervelende, narrige Wim Kok. Een verademing na acht jaar. Alleen dat enthousiasme heeft hij inmiddels door z’n optreden verspeeld. Hoe komt dat? Naar mijn idee mist Balkenende het leiderschap. Hij weet het allemaal wel, maar het is een wetenschapper. Hij weet het uit de bibliotheek, uit de boeken. En de overtuiging om zijn collega’s dat bij te brengen wat hij wil en alert te reageren op dingen die staan te gebeuren voordat ze gebeurd zijn daar is hij in de afgelopen negen maanden nog niet in geslaagd. Maar als het allemaal loopt zoals het loopt, maar na vanavond kan het ook weer anders worden, wordt Balkenende over ongeveer een maand opnieuw de premier van een andersoortig kabinet. En dan zal hij moeten bewijzen dat hij wel degelijk een leider is met daadkracht. Tot nu toe is dat nog niet gelukt.