Laetitia Griffith (VVD), Lid Tweede Kamer (foto’s & verslag)

Datum
23-02-2004
Lokatie
Den Haag
Spreker
Laetitia Griffith
Terug naar overzicht

Politiek Café, Den Haag, 23 februari 2004

Laetitia Griffith

Er is een fantastische stelling door Pam, dacht ik, gelanceerd. Die zal ik even voorlezen, want in het midden van mijn betoog zal ik daar op aanhaken: “Het geweld in Nederland is niet toegenomen, maar onze tolerantiegrenzen zijn afgenomen.” Daarnaast spreken de media uitgebreid over geweldsincidenten waardoor burgers zich onveiliger voelen. Ik kom hier zodadelijk op terug. We hebben op dit moment een enorm fantastisch veiligheidsprogramma, waarin staat dat de criminaliteit met ongeveer eenderde moet afnemen. We zetten ons daar flink voor in. Maar ik denk dat het ook heel goed is om jullie wat cijfers te geven, want waar hebben we het nou eigenlijk over? Vervolgens zal ik stil staan bij een proefschrift, die recent, vorig jaar is verschenen. Dan zal ik met jullie de stelling nog een keer doorlopen en dan kunnen we met elkaar in discussie gaan.

Het blijkt namelijk dat eenderde van alle mensen in Nederland, zestien miljoen inwoners, slachtoffer is van een misdrijf. Eenderde doet aangifte daarvan bij de politie. En als je kijkt naar het aantal daders dan is dat 1 % van zestien miljoen inwoners, dat is dan ongeveer 160.000 mensen. Je merkt ook dus dat de afgelopen tijd, de criminaliteit en met de name de geweldsmisdrijven fors is toegenomen. Vooral als het gaat om misdrijven gericht tegen het leger en vernielingen, merk je toch wel dat het de afgelopen twintig jaar verdrievoudigd is. Dat is een enorm percentage. Als je kijkt naar de vermogensdelicten, dat wil zeggen inbraak in huizen dan merk je ook wel dat die zijn afgenomen. Maar mensen zijn gewelddadiger tegen elkaar. Dan kun je je natuurlijk afvragen, wat is er de afgelopen 20 jaar gebeurd? Wat is er eigenlijk aan de hand?

Ik werd daar vorig jaar eigenlijk door getriggerd door een proefschrift van mevrouw Egelkamp, die afgestudeerd is in Groningen. Die aangaf dat eigenlijk de criminaliteit als zodanig, met name geweldscriminaliteit, niet is toegenomen, maar onze tolerantiegrenzen zijn afgenomen. We accepteren veel minder van elkaar, zijn sneller op onze tenen getrapt en dat onderzoek heeft zij verricht, op basis van een studie. Ze heeft elfhonderd dossiers bestudeerd. En daar heeft ze dus zaken vergeleken, van 1986 tot en met 1996, dus over tien jaar lang. “Wat blijkt,” zegt mevrouw Egelkamp, “als je kijkt naar tien jaar geleden, was het feit dat als iemand een ander een por gaf of een duw, dan was dat gewoon misschien een lichte mishandeling. Maar als je dat tien jaar later vergelijkt, dan is dat gewoon een mishandeling, waar natuurlijk zware straffen op staan.” Zo noemt ze dus nog een aantal voorbeelden.
Als iemand bijvoorbeeld aangifte wil doen van een strafbaar feit; “Ik ben mishandeld,” dan ging je vroeger naar het ziekenhuis of je had een doktersverklaring nodig waarin stond: “Dit zijn nou de blauwe plekken, hier ben ik zwaar mishandeld. En dit is inderdaad zware mishandeling.” Nu hoef je alleen maar een schaafwond te laten zien of een blauwe plek en wat zegt de politie? “Ja, inderdaad, hier is sprake van mishandeling.” En zo geeft ze dus natuurlijk enkele verschuivingen aan.
Ook bij de politie namelijk, zijn ze bereid eerder te noteren van: “Inderdaad, hier is sprake van een vorm van mishandeling”. Ze zegt ook, en dat vond ik zelf ook een heel mooi voorbeeld: “Als je merkt dat iemand met een mes op een ander afkomt en die persoon die struikelt over een stoepje en die valt, dan is de aanklacht gewoon poging tot doodslag of poging tot zware mishandeling. Voorheen, tien jaar geleden, was dat gewoon mishandeling. Maar absoluut geen poging tot zware mishandeling.” Nou geeft ze daar ook een verklaring voor, waarom zijn we nou eigenlijk anders gaan denken? Waarom zijn we anders tegen geweldsdelicten gaan aankijken? Ze geeft aan: we zijn assertiever geworden, we zijn mondiger geworden. Maar ze zegt ook: “Wij vinden dat de politie dit soort zaken moet aanpakken.” Omdat er natuurlijk erg veel klachten zijn over de politie. Ze zegt ook wel van: “Als je dus kijkt naar alle zaken die de politie voorgelegd krijgt, dan zijn zij ook erg bereid om ook die aangifte op te nemen als zodanig.” En dat vond ik zelf het gemene in het stuk, omdat de politie eigenlijk steeds meer geld wil hebben, voor de secundaire arbeidsvoorwaarden. Veel meer geld wil hebben voor aanschaf van een autopark en natuurlijk meer geld voor agenten op straat. Dat was natuurlijk ook de aanmoediging van de politie om daar veel mee te doen.
Ze zegt ook wel, dat is ook een belangrijke oorzaak: “We zijn in zoverre minder tolerant geworden omdat we natuurlijk een aantal gevallen van zinloos geweld hebben gezien.” Als je denkt aan Meindert Tjoelker, als je in al die zaken kijkt dan zegt ze ook: “We accepteren veel minder.” Dus dat zinloos geweld, dat is het pregnanter geworden en daardoor zeggen wij, als burgers in zijn algemeenheid, dat accepteren we niet. De media spelen ook een heel belangrijke rol daarin. Ik krijg weleens brieven van burgers, waarbij ze me één pagina toesturen van de Telegraaf, en hun verontwaardiging uiten over het feit dat op één pagina allerlei incidenten zijn opgenomen. Waardoor mensen zich ook stukken onveiliger voelen. Dus de media, die zijn natuurlijk ook erg beeldbepalend voor ons gevoel van onveiligheid. En een verwijt eigenlijk ook naar politici. Ze zegt ook: “De politiek maakt eigenlijk ten onrechte gebruik van de onveiligheidsgevoelens die er zijn. En met name vorig jaar, bij de verkiezingen, heeft de politiek toch voor een groot deel aangeven ‘onveiligheid is toegenomen’. Alleen maar om te scoren.” Daar waarschuwt ze dus ook voor. Om niet te veel misbruik te maken van die gevoelens en emoties die leven bij de burger.

Maar toch als politicus vind ik, word je geconfronteerd met het feit dat er toch wel een gegeven is dat de criminaliteit is toegenomen. En daar zul je natuurlijk wel wat aan moeten doen. Dus je kunt proberen dat gewoon te negeren, al die incidenten die er zijn, de daadwerkelijke toename die allerlei cijfers laten zien. Je kunt proberen het geweldsgebruik te bagatelliseren. En daarvan wordt gezegd, dat moeten we zeker niet doen. Maar we moeten wel proberen het heel erg serieus te nemen. Ik werd dus, als persoon, getriggerd door: “Accepteren we inderdaad minder of is er daadwerkelijk sprake van toename van geweld?.” Als je kijkt naar de feiten en de onderzoeken die zijn gedaan, dan denk ik dat daar toch enige mate van waarheid in schuilt. Dat wij geneigd zijn om minder te accepteren van elkaar. Vandaar dat ik dus eigenlijk de stelling heb bedacht, om samen met jullie in discussie te gaan maar ook bij jezelf te rade te gaan: “Hoe kijk ík er tegenaan?”. Dus vandaar dat ik de stelling zou herhalen: “Het geweld in Nederland is dus niet toegenomen maar onze tolerantiegrenzen zijn afgenomen.” En die media, die berichtten uitgebreid over geweldsincidenten waardoor burgers zich dus toch steeds meer onveilig voelen. Ik hoop dat jullie hierdoor geïnspireerd raken.