Mark Rutte, staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid (verslag & foto’s)

Datum
11-11-2002
Lokatie
Den Haag
Spreker
Mark Rutte
Titel
Melkertbaan, geen parkeerbaan
Terug naar overzicht

Mark Rutte 11 november 2002

Goedenavond, sorry dat ik zo laat ben. De reden is dat we midden in het najaarsoverleg zitten met de sociale partners, dat is vrijdag begonnen, zaterdag doorgelopen en vandaag kregen we de terugkoppeling van het FNV en anderen wat ze van de voorstellen vonden. Het is een wat divers beeld, ik kom er zo wel even op, maar dat betekent dat we tot een kwartier geleden hebben zitten praten over wat onze reactie daarop weer moet zijn en op zich is dat hele spel machtig interessant om een keer mee te maken, maar zeker als je er ook een rol in hebt dan moet je er ook serieus naar kijken wat dan de volgende stap moet zijn, dus dat speelde vandaag en vandaar dat het allemaal iets later werd.

Wat ik wilde doen is kort iets vertellen over hoe ik nu de eerste drie, vier maanden deze baan ervaar. Er zit een grappigheid in, nou vele grappigheden, maar een ervan is dat dit kabinet één van de eerste kabinetten is sinds de oorlog dat langer demissionair is dan missionair. Dat blijft een aparte ervaring en ik moet zeggen dat ik tot nu toe nog niet precies scherp heb wat het verschil is. Ik had twee weken geleden een discussie, de vaste kamercommissie voor sociale zaken, over de bijstand in het algemeen.
De nieuwe bijstandswet is controversieel verklaard en die vergadering ging voor ongeveer driekwart over die nieuwe bijstandswet. Dus ik zeg van: “Voorzitter, wat is nu precies controversieel verklaren als vervolgens de discussie voor 75% over dat controversiële onderwerp gaat?” Dus ik vroeg hem: “Wat is het verschil tussen een controversieel en een niet-controversieel onderwerp, behalve het feit dat je daar dus juist over gaat praten?” Ik moest denken aan het voorbeeld van: ik wil dat u niet denkt aan een roze olifant en vervolgens denkt iedereen aan een roze olifant. Dat is ongeveer het effect van demissionair zijn en jouw voorstellen als controversieel verklaard zien.
Ik wil iets vertellen over hoe de laatste paar maanden mij vergaan zijn, dan op twee onderdelen van het beleid iets zeggen waar ik mee te maken heb. Pensioenen, daar zal ik het heel kort over hebben, want de meesten hier hebben daar nog niet zo veel mee te maken, op een enkeling na. En dan iets langer stil staan bij het onderwerp dat ook op de poster staat, namelijk de gesubsidieerde arbeid, ofwel de Melkertbaan.
Misschien eerst iets over die ervaringen, want ik ging natuurlijk met allerlei vooroordelen dit werk doen. Ik kom uit een groot bedrijf, Unilever. Ik had allemaal van die vaste vooroordelen over wat het werken in de politiek en bij de overheid zou inhouden. Ik dacht dat het er trager zou zijn, bureaucratischer, ik dacht ook dat het allemaal “politiekeriger” zou zijn, en dat is eigenlijk in de praktijk vreselijk meegevallen. Ik heb wel twee letterlijke momenten meegemaakt uit Yes Minister, een televisieserie die jullie misschien wel kennen. De eerste was toen een hoge ambtenaar mij vertelde: “Ja, maar dat kan niet, want de feiten liggen anders.” Waarop ik mijzelf betrapte op de reactie, ik wil niet de feiten horen, ik wil iets wat ik aan de Tweede Kamer kan vertellen. Dat was toch niet zo de bedoeling. Het tweede was toen ik de brief aan de Tweede Kamer stuurde met de hoofdlijnen van de nieuwe bijstandswet en dat is toch wel een kleine revolutie op dat terrein, waarbij de directeur van die afdeling tegen me zei: “Ik vind jullie heel erg moedig.” Toen heb ik even alle stoplichten op rood gezet en gezegd; dat gaan we er eerst nog een keer heel goed naar kijken. Want ik weet van Sir Humphry als hij dat tegen de minister zei in Yes Minister, dat dat de manier was voor een topambtenaar om elke vorm van nieuw beleid weer af te stoppen.
Verder zei ik eerder al dat als je kijkt naar het verschil tussen overheid en bedrijfsleven, dan is me opgevallen dat daar wel degelijk natuurlijk verschillen zijn. Dat kan ik niet ontkennen. Maar ik moet je wel zeggen dat de kwaliteit van de ambtenarij in Nederland, als ik dat vergelijk met de kwaliteit van de mensen in een grote onderneming, dat die zich een op een met elkaar kunnen meten, dat heb ik echt vastgesteld. En wat ik ook heb vastgesteld, is dat de bureaucratie in een groot bedrijf echt niet veel minder is of veel meer is dan bij de overheid. En dat er, en dat is wel grappig, dat er bij de overheid een soort van urgentie achter dingen zit, ook door het politieke proces waar je mee te maken hebt en die urgentie zorgt ervoor dat dingen toch ook wel een eigen snelheid hebben. Vaak veel meer dan je van te voren zou verwachten. Een derde ontwikkeling die ik zag, is dat het “politiekerige” er wel is, maar dat is veel zichtbaarder en veel logischer dan je zou verwachten. Terwijl natuurlijk in een bedrijf en in iedere organisatie het politieke aspect ook een rol speelt, maar dan ook direct samenhangt vaak met posities, macht enzovoort. Dus als ik de overheid en het bedrijfsleven met elkaar vergelijk, dan heb ik daar tot nu toe hele plezierige ervaringen mee.

Wat ik eigenlijk wil doen, laat ik maar eens beginnen met de gesubsidieerde arbeid want daar is een hoop over te doen geweest. Het beeld wat ontstaan is de laatste maanden is dat dit kabinet van alle Melkertbanen af zou willen in Nederland. Dat is gewoon niet waar. Wat we wel willen is duidelijk maken en zeggen; kijk, in dat gigantische contingent aan gesubsidieerde arbeid is een heel stuk dat eigenlijk puur werkgelegenheid is in die sectoren. Uit de ruif van sociale zaken wordt structurele werkgelegenheid gefinancierd in sectoren als onderwijs, welzijn en veiligheid. En dan zou ik zeggen, als dat zo is, maak dat geld dan voortaan gewoon over aan de sectoren en laat dat niet op de begroting van sociale zaken drukken. Maak die banen ook regulier. En er is een stuk wat ook echt gesubsidieerde arbeid is. Dus banen die open staan voor mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt en niet zelf heel gemakkelijk weer aan de slag kunnen. Die tweede groep, daar is het ook echt voor bedoeld, en die tweede groep zou je dus dan ook op een zodanige manier moeten organiseren dat die mensen die zo’n baan krijgen ook van te voren al weten; dat doe ik voor maximaal twee jaar, daarna kom ik terug bij dat gemeentelijk reïntegratiebedrijf en dan word ik alsnog aan een normale baan geholpen. Dat is door elkaar gelopen en het gevolg is dat, wat ik al zei, dat we eigenlijk structurele werkgelegenheid aan het financieren zijn in die sectoren. Daar willen we vanaf. Een opening daarvoor biedt nu ook het najaarsoverleg waar we de laatste paar dagen mee bezig zijn. Daar hebben we het voorstel gedaan aan de sociale partners om 10.000 banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt te witten. Dus 10.000 Melkertbanen regulier maken en een soort van stimuleringsregeling op te zetten langs welke weg je dat voor elkaar zou kunnen krijgen. En het komt erop neer dat instellingen die iemand in een Melkertbaan in vaste dienst nemen, dat zo’n instelling daar een eenmalig subsidie of een soort van stimuleringspremie voor krijgt. Wat je daarmee bereikt, is dat in ieder geval een eerste groep van die Melkertbanen regulier wordt en er een duidelijke splitsing aangebracht wordt tussen die banen die eigenlijk normale banen zijn en wat ik al eerder zei, die banen die ook echt bedoeld zijn als gesubsidieerde arbeid. Het is ook nodig omdat je op dit moment moet vaststellen dat gemeenten heel veel geld uitgeven aan deze banen, maar omdat mensen daar voor zeer lange tijd in blijven zitten het feitelijk onmogelijk is voor mensen die in een bijstandssituatie zitten om in te stromen in die banen omdat daar gewoon mensen tien, vijftien jaar blijven hangen. Veel van die mensen zouden al lang kunnen uitstromen. Dus je krijgt een veel grotere doorstroming in dat bestand, wat er toe leidt dat veel meer mensen die hulp moeten hebben om naar de arbeidsmarkt te komen van dit middel gebruik kunnen maken en ik denk dat dat gewoon winst is. Maar goed dat neemt natuurlijk niet weg dat links roept: “Alle Melkertbanen worden afgeschaft, asociaal beleid.” Ik heb in reactie daarop in de Kamer gezegd dat ik het asociaal vind mensen op te sluiten in een gesubsidieerde baan als ze zicht hebben op een gewone baan. Zeker als dat ook betekent dat mensen die nu in de bijstand zitten daardoor niet de kans hebben op zo’n functie. Dat is eigenlijk, als je het in hele grote trekken uitlegt, de situatie. Wat ik daarbij overigens ontdek in die hele sociale zekerheid is dat er in Nederland een situatie is ontstaan dat we accepteren dat heel veel mensen buiten dat arbeidsproces staan. In totaal zijn er 1,6 miljoen mensen die in een uitkeringssituatie zitten, daarvan is het voor een deel natuurlijk volstrekt logisch en moet je vaststellen dat die mensen dat terecht krijgen. Maar er zijn ook heel veel mensen bij die, wat ik even noem, gecertificeerd zielig zijn, dus waartegen gezegd is, u komt niet meer aan de slag. En dat gaat zelfs zover dat als deze mensen wel nog aan de slag kunnen komen, allerlei instanties dat gaan tegenwerken, die zeggen: “Doe dat nou maar niet meneer, u bent eigenlijk afgekeurd. U zit nu al zo lang in de bijstand, volgens onze statistieken kan dat helemaal niet, daarmee komt dat systeem in de war dus blijf nou lekker thuis.” Het gevolg daarvan zien we allemaal op straat. Het gevolg is dat er allemaal mensen uit het buitenland hier naartoe komen, illegale arbeiders en het effect daarvan, want er is natuurlijk wel heel veel werk wat gewoon moet gebeuren. Maar goed, 1,6 miljoen mensen is daarvan buitengesloten. Ik ben zelf niet zo’n rechtse VVD-er, maar ik vind het wel liberaal om te zeggen, de warmte van een baan gaat altijd nog boven, zoals Bolkestein ooit zei, de kilte van een uitkering. Maar ik vind het ook niet juist om mensen het perspectief op een eigen baan te ontnemen en daarmee het stuk van inkomensgeneratie wat daarmee samenhangt en persoonlijke groei en welvaart enzovoort, dus een stuk perspectief wat je mensen afpakt als je zegt: “U blijft in die uitkering zitten.”
Toch is het zo dat onder het mom van, we zijn sociaal en onder het mom van we zijn een beschaafd land, mensen opgesloten zijn in een uitkering. En dat gaat heel ver. Er zijn sociale diensten die bestanden hebben die voor meer dan 90% bestaan uit mensen die geen sollicitatieplicht meer hebben. Voor een deel is dat helemaal terecht omdat het ook heel lastig wordt voor die groep, ofwel omdat ze bijvoorbeeld kinderen hebben beneden de vijf, maar tweederde van die groep die niet hoeft te solliciteren blijkt dat niet te hoeven om medische en sociale redenen. Als je daar dan in gaat duiken dan is dat eigenlijk belachelijk en dan blijkt een zeer groot deel daarvan nog steeds wel degelijk aan de slag te kunnen komen. Er zijn ook heel veel steden in Nederland waar dat gebeurt, waar mensen met of zonder tussenkomst van een Melkertbaan vervolgens weer een eigen baan krijgen en nogmaals ik weet niet of dat goed is. Dus dat is echt iets anders, daar kijken wij als VVD denk ik, en ik neem aan dat we hier onder partijgenoten zijn of in ieder geval onder sympathisanten, en als u dat nog niet bent dan ga ik u uitleggen waarom u dat moet worden, want de VVD zegt op dit punt: Ontneem mensen dat perspectief niet en wek niet de indruk dat het sociaal is om mensen in zo’n uitkering op te sluiten.

Misschien tot slot, een ander terrein waar ik mee bezig ben geweest, pensioenen. Ook daar is de laatste tijd veel over te doen omdat de beurskoersen zo gedaald zijn, zijn er nogal wat pensioenfondsen in de problemen gekomen. Wat je daar vast moet stellen met elkaar is dat we in Nederland jarenlang geteerd hebben op die hoge beurskoersen waardoor ook die pensioenpremies laag konden blijven. En nu is de situatie ontstaan dat de pensioenpremies gewoon omhoog moeten om die pensioenen kostendekkend te maken en dat geeft natuurlijk heel veel spanning in die arbeidsmarkt en bij sociale partners en bij bedrijven. Daar is een indruk ontstaan alsof de toezichthouder zegt, je moet die dekkingen allemaal in een jaar herstellen, maar dat zeggen ze helemaal niet, ze zeggen alleen, het uitgangspunt moet zijn dat een pensioenfonds dat niet aan z’n verplichtingen kan voldoen, dat in een jaar kan herstellen. Dat is een wat technische discussie. Wat ik ook probeer is die discussie wat breder te trekken naar wat liberale thema’s als transparantie en openheid en positie van ouderen in die pensioenfondsen. Een van die dingen die je dan ontdekt als je in die pensioenwereld duikt, en dat heb ik gedaan de afgelopen maanden door deze nieuwe baan, is dat het een redelijke ‘closed shop’ is. Het zijn sociale partners die het regelen, daar is eigenlijk weinig zicht op, er is ook weinig transparantie in de wereld. En zonder dat ik nu iets wil veranderen aan het feit dat het sociale partners zijn die de pensioenregelingen goed vormgeven, dat is op zich een heel goed systeem, is het wel belangrijk dat gepensioneerden maar ook mensen die nu pensioenen opbouwen, weten waar ze eigenlijk voor aan het sparen zijn en wat ze dan ongeveer tegemoet kunnen zien uiteindelijk. Op dit moment is dat gewoon in wet- en regelgeving volstrekt onvoldoende geregeld. Het Financieel Dagblad had het twee weken geleden heel goed, die kopte: Rutte wil geen verplichte indexatie, maar wel verplichte transparantie en dat is het ook precies. Ik denk dat het ook vanuit liberaal oogpunt belangrijk is omdat deze partij traditioneel staat voor een degelijk afgefinancierd pensioenstelsel en daar hoort ook bij openheid en transparantie. Overigens en dat tot slot, de grootste bedreiging voor ons pensioenstelsel is niet Nederland zelf of de beurskoersen, de grootste bedreiging komt buiten Nederland vandaan en daar schrik je je echt helemaal rot. Als je ziet hoe andere landen dat pensioen hebben ingericht. Wij in Nederland hebben volgens de beste calvinistische tradities meer dan ons nationaal inkomen in die pensioenfondsen zitten. Als je dat gaat vergelijken met andere landen dan blijkt dat een land als Duitsland nog geen 12% van het nationaal inkomen in de pensioenfondsen heeft zitten, een land als Italië nog geen 6%. Ter vergelijking, wij zitten boven de 100%. Dan kun je zeggen dat is misschien een beetje hysterisch, maar het feit is wel dat dat dit land uiteindelijk een zeer groot concurrentiëel voordeel gaat bieden omdat wij over tien jaar als die vergrijzingsgolf eraan komt een goed afgefinancierd pensioenstelsel hebben. Terwijl die andere landen dat niet hebben en tegelijkertijd is dat een bedreiging want als ze dat monetair gaan financieren, door de geldpers aan te zetten of door het tekort te laten oplopen en daarmee het stabiliteitspact van de EU in gevaar te brengen, dan heeft dat indirect uiteraard ook weer direct gevolgen voor ons. Dus dat is wel iets waar we waakzaam over moeten zijn. En misschien is het wel goed om even vast te stellen dat naast al die paniek over de beurskoersen en het feit dat de pensioenfondsen nu onder de dekkingsgraden zakken, dat is het grootste probleem niet, daar komen we wel uit. Het grootste probleem komt dadelijk uit het feit dat het verschil tussen ons en Europa gigantisch is.