Peter van Roekel, mede oprichter Humanistische Democratische Partij (verslag & foto’s)
- Datum
- 20-12-2004
- Lokatie
- Den Haag
- Spreker
- Peter van Roekel
- Titel
- Wat wil de Humanistische Democratie Partij?
Van Roekel: “Goedenavond. Ik ben medeoprichter van een nieuwe politieke partij, de Humanistische Democratische Partij opgericht in Leiden in januari 2004. We zijn een linkse partij, centrum-links en we richten ons op de grote structurele vraagstukken die nu in de Nederlandse samenleving spelen.
Dat zijn volgens ons: het gebrek aan gemeenschappelijke normen en waarden; de EU, hoe we daarmee om moeten gaan; en het uit de hand gelopen marktdenken waar iets tegenover gezet moet worden. Ik weet niet of dat als veel klinkt maar dat is voor ons heel veel. Het is een gehele visie voor de samenleving wat we hebben. ..Ik had de tekst uit mijn hoofd geleerd. Ik probeer altijd heel spontaan te zijn.”
Evenhuis: “Gewoon spontaan.”
Van Roekel: “Gewoon spontaan. Oké.”
Evenhuis: “Gewoon vertellen wat je wilt.”
Van Roekel: “Dat zijn ook grote vraagstukken. Moeilijke vraagstukken, die zich over honderden jaren ontwikkelen en afspelen. En het is soms moeilijk om ze met gewone woorden te vatten, en moeilijk om ze in het oog te houden. Ze glippen steeds weer weg, je kunt door de bomen het bos niet zien. Maar, we gaan het proberen.
Evenhuis: “Zal ik je wat vragen stellen?”
Van Roekel: “Ja, ik wil wel snel naar de vragen toe.”
Evenhuis: “Laat mij maar eerst de komende tien minuten de aftrap geven. Als je praat over het marktdenken dan zeg je in je inleiding dat het iets te ver is doorgeschoten. Wat zou je er tegenover willen stellen?”
Van Roekel: “De collectieve sector weer in ere herstellen. Het marktdenken gaat ervan uit, de VVD gaat er ook vanuit, dat de overheid altijd in bureaucratie vervalt. Nooit efficiënt kan zijn, waardoor het eigenlijk beter geen uitvoerende rol kan hebben. Maar dat geloven wij niet. Sommige dingen, taken in de samenleving zijn er gewoon voor de overheid. Je moet er gewoon vanuit kunnen gaan dat die goed gedaan worden. En als die niet goed gedaan worden dan moet je niet meteen zeggen “De boel privatiseren,” maar dan moet je zorgen dat ze wel goed gedaan worden. Want in elk bedrijf, in elk groot bedrijf in de wereld heb je soms ook tijden dat het niet goed gaat. Dat de tijd inefficiënt is. Dan komen de consultants weer binnen, dan snijden ze er weer wat uit en dan komt het weer goed op gang. Maar dat kan ook met een organisatie in de collectieve sector.”
Evenhuis: “Kan je daar een voorbeeld van geven?”
Van Roekel: “Waarvan precies?”
Evenhuis: “Van de marktwerking waarbij je de collectieve sector meer invloed zou willen geven?”
Van Roekel: “Nu, ik was zeer teleurgesteld in de nieuwe energiemarkt. We hadden het zo mooi geregeld dat we de energie collectief konden inkopen. Je kocht het in en verdeelde het onder iedereen. Want het is voor iedereen hetzelfde, die energie, die stroom die eruit komt. Het is allemaal 220 Volt. Het is niet dat de ene een beetje anders is of dat je stroom van een andere leverancier kunt proberen, je krijgt gewoon wat uit het stopcontact komt. Dat kan toch eigenlijk niet verschillen van links of rechts van die deur naar die deur. Om die energie te verkopen aan het individu heb je een hele tussenlaag nodig van marketing en reclame die zich op het individu richt. Die zegt: “Koop hier, koop hier!” Het is eigenlijk helemaal niet anders dan wat je dáár koopt of dáár koopt, maar we gaan het anders doen lijken en dat kost een heleboel geld maar kijk dat hebben we ervoor over. De energie wordt er alleen maar duurder van, daar word ik kwaad om. Dat had collectief kunnen blijven. Weet je we hebben een collectieve sector opgericht om dingen met z’n allen te doen. Bij sommige dingen is het beter om het met z’n allen te doen, de wegen regelen. Ook bij de energie inkopen. Zoals ik zeg: er is geen verschil dus waarom al die moeite doen om de marktwerking te laten draaien om de individuele keus die eigenlijk nergens op slaat?”
Evenhuis: “Wat vind je bijvoorbeeld dan van kernenergie?”
Van Roekel: “Ik maak me alleen zorgen over het afval, maar daar hadden we vorige week ook over met de mevrouw van Greenpeace. Ik maak me zorgen, want die olievoorraad die heeft nu een knak bereikt dat de gewinning zoveel moeilijker wordt. Maar ook net een knak de andere kant op in het verbruik, dat gaat alleen maar stijgen. In China willen ze allemaal koelkasten en in India willen ze ook allemaal welvaart hebben. Dat verbruikt zoveel energie, dat ik het snel uit de hand zie lopen met het olietekort.”
Evenhuis: “En wat zijn dan jouw oplossingen daarvoor?”
Van Roekel: “Mijn oplossingen liggen meer in de milieuvriendelijke sfeer. Ik wil techniek. Mensen die biologisch milieuverantwoord bezig zijn, wil ik toch rendabel zien worden. Ik weet dat ze dat nog niet zijn. Ik hoop op een technische doorbraak die op een milieuvriendelijke manier energie zal leveren. Als dat niet gauw komt dan moeten we overstappen op kernenergie. Dat is gewoon een feit, want we hebben die energie nodig en als het nergens anders vandaan kan komen, dan maar zo. Want het probleem van dat afval dat kunnen we altijd voor ons uitschuiven. We doen het in glazen containers en die douwen we onder een berg ergens en hopen dat het niet lekt. De realiteit leert het.”
Evenhuis: “Dat was je eerste onderwerp marktwerking. Wat wil je als tweede hebben?”
Van Roekel: “Laten we dan achteruit werken. Ik begon met normen en waarden. Normen en waarden is ons grootste onderwerp en ook het moeilijkste, het meest moeilijk te vatten. Dus daar struikel ik gelijk.
Laten we dan het tweede onderwerp nemen. Dat is Europa. Wij maken ons zorgen over het democratische tekort van Europa. Wij maken ons zorgen over het gebrek aan toegevoegde waarde van een Europese identiteit. We maken ons zorgen over het verlies aan culturele diversiteit. We maken ons zorgen over de onbestuurbaarheid van Europa. Men heeft het over bestuurbaarheid, maar ik geloof er niet in. De grootste problemen met Europa zijn het democratisch tekort en het verlies aan culturele diversiteit.”
Evenhuis: “Kan je daar een voorbeeld van geven?”
Van Roekel: “Ja, in Portugal doen ze niet aan abortus, hier in Nederland doen we wel aan abortus en in Frankrijk is het hartstikke illegaal om softdrugs te verkopen, maar hier in Nederland doen we dat wel. Toch moet er een keer één beleid komen als het centraal geregeerd gaat worden. De landen die verdwijnen dan. Frankrijk, Duitsland, Nederland die verdwijnen als individuele staten. Die worden vervangen door één grote federale regering en die zal een beslissing moeten nemen. Men vergelijkt het met Amerika. Daar zie ik allemaal problemen mee met die vergelijking. Daar wil ik het straks nog wel over hebben als je wilt. Zoals in Amerika lees je ook wel dat hoewel sommige staten het hebben over mogelijk introduceren van marihuana als een medisch iets, zegt de federale regering: “Nee dat kan niet, dat gaat niet door.” Ik denk als je een centraal bestuur hebt, dan moeten die centrale beslissingen worden genomen. Wat gaat de Europese Unie straks zeggen over abortus? Mag het wel of mag het niet? Dat kunnen ze niet zeggen. Zelfs iets op economisch vlak. In Nederland mag je geen sleutelgeld meer vragen bij een transactie als een bedrijf kopen, maar in Portugal wel. In Portugal is sleutelgeld gewoon ingeburgerd. Natuurlijk gewoon via zwart geld naar de eigenaar toe, waar hij geen belasting over hoeft te betalen. Dus hij vindt het prettig, maar in Nederland mag dat niet, omdat dat belastingontduiking is. Dus je zou zeggen als er één ding is waar de EU voor zou kunnen staan als economisch verbond tussen de landen is wel het afschaffen van sleutelgeld. De vraag is nu kan de EU het sleutelgeld in Portugal afschaffen? Dan zeggen we: “Nou nee dat lukt niet hoor.” Dat lukt echt voorlopig nog niet. Nou ja als het toch niet lukt waarom zouden we dan al die macht overdragen? Onze democratie opgeven voor een systeem die de eerste tijd niet zal lukken? Net zoals in Rusland in 1918 namen ze de macht en het ging een tijdje door met die dictators. Er werd steeds gevraagd: “Wanneer komt de communistische staat dan, kameraad? Dat kan nog niet dat wordt straks gedaan als we eerst dit hebben ingevoerd als we het westen hebben uitgeschakeld. Je ziet wat er gebeurd; na negentig jaar ellende wordt het toch weer ontbonden. Ik heb geen vertrouwen in die dingen die straks wel goed komen. Van nee, dat kunnen we nu nog niet maar straks misschien wel. De macht over de Nederlanden ligt nu in Den Haag. Het valt niet altijd mee, maar het is te overzien. Als die macht straks in Brussel en Straatsburg ligt dan is dat heel ver weg hoor. Dan is dat heel moeilijk voor de Nederlander om daarbij te komen.”
Evenhuis: “De uitbreiding met de EU met Turkije?”
Van Roekel: “Bedankt voor al die vragen, het helpt enorm. Ik ben daarvoor, want het brengt toch Turkije het Westen en de Islam bij elkaar voor communicatie. Ik ben er ook voor omdat ik denk dat het des te duidelijker maakt voor iedereen hoe cultureel verscheiden Europa is en dat het eigenlijk onzinnig is om dat dan één centraal bestuur te geven. Ik denk dat als we Turkije dáár toelaten dat het sneller zal zijn dat de EU blijft – wat de Engelsen altijd hebben gewild dat het zal blijven – een economisch verband tussen landen een soort Nafta maar dan voor Europa. Dat vind ik fijn. Die economische samenwerking die euro, dat vind ik ook allemaal prima. Ik weet dat het hier duurder is geworden en dat wij moeten betalen voor die armere landen. Maar goed, dat heb ik er ook voor over. Ik heb het er niet voor over om onze verworven democratie in te leveren voor zo’n dubieus voordeel als het Europees burgerschap.”
Evenhuis: “Even terug naar normen en waarden, want dat intrigeert me toch wel. Normen en waarden, praat daar eens verder over met de heer Balkenende. Wat verstaat u onder die discussie van normen en waarden? Hoe we met elkaar omgaan? Mijn en dijn? De bijbel? Is dat een richting van uw denken?”
Van Roekel: “De bijbel, veel hangt van het christelijke gedachtegoed af in Europa. Dat blijft is nog steeds zo. Maar wat mij opviel bij Balkenende; Hij ziet Nederland in de toekomst nog steeds als christelijk. Alsof Nederland nu nog christelijk is. Dat geloof ik niet. Ik denk wat korter door de bocht. Wij zeggen dat Nederland een humanistisch land is. Dat is al vierhonderd jaar in ontwikkeling: Erasmus, Spinoza, Hugo de Groot, Thorbecke in de vorige eeuw allemaal protesten die humanistisch werden ingegeven. Eigenlijk is dat de culturele waarde die we allemaal gemeen hebben, dat zijn humanistische normen en waarden. Het is niet mijn taak om Nederland op te voeden en te zeggen: “Jongens, hier is het geweldige humanisme als we hier allemaal aan meedoen, dan bereiken we het millennium.” Nee, wij denken dat het humanisme sluimert bij iedereen net onder het oppervlak. Het is alleen onze taak om het licht erop te doen laten schijnen en te zeggen: “Zie je dit is wat we bedoelen. Dit is nu humanisme.” Het humanisme is geen sexy woord en dat is jammer, maar misschien kunnen we dat over tien jaar veranderen. Kijk, in hetzelfde artikel waarin de heer Balkenende zei dat hij Nederland in de toekomst als christelijk ziet stond dat wij in Europa naast christelijk, joods grieks-romeins en islamitische invloeden hebben. Nergens het woord humanisme, terwijl de Fransen in de grondwet vorig jaar zich sterk maakten voor een referentie naar het humanisme. Zij wilden de christelijke godsdienst eruit laten, maar geen woord erover. Waarom niet? Ik denk dat het te groot is. Het Nederlandse humanisme is zo doorweven met onze eigen moraliteit. Op individueel niveau in de meeste gevallen, in het dagelijkse leven. Die processen die honderden jaren duren, daarom zeg ik: “Het is moeilijk om dat allemaal in het oog te houden. Allemaal in perspectief te houden.” Het glipt steeds weg en daarom denk ik dat het ook onmogelijk is om het allemaal in een kwartiertje, onze filosofie, uit de doeken te doen. Ik denk dat het pas tot zijn recht kan komen in de komende twee jaar in alle debatten die we gaan voeren tussen nu en de volgende verkiezingen. Een debat aan de ene kant met de heer Wilders en de Iman daar aan die kant. En de VVD en de SP, allemaal debatten. Door al die verschillende invalshoeken en verschillende perspectieven zullen mensen zien, eigenlijk hebben ze toch wel wat die jongens [van de Humanistisch Democratische Partij red.]. Tot nu toe zijn wij allemaal jongens die het opgericht hebben. Dat is eigenlijk wat wij ook allemaal denken. Dat vind ik goed klinken dat klopt wel en na een paar jaar kunnen we echt een stuk verder zijn.”
Evenhuis: “Een applaus voor een idealist!”