Pieter Omtzigt, lid Tweede kamer (foto’s & verslag)

Datum
18-11-2003
Lokatie
Den Haag
Spreker
Pieter Omtzigt
Titel
Pensioenen
Terug naar overzicht

Politiek Café, Den Haag, 18 november 2003

Pieter Omtzigt

Pensioenen: een vrij saai onderwerp. Dat moet het ook vooral blijven. Raar misschien uit de mond van een politicus, maar zoals de titel al aangeeft hebben we een van de beste pensioenstelsels ter wereld, zoniet het beste pensioenstelsel. Dat is het vooral vanwege z’n stabiliteit, redelijke voorspelbaarheid en de mogelijkheden voor mensen om een goede oudedagvoorziening te hebben. Waar bestaat ons fantastische systeem uit? Dat zijn vier pijlers. Ik zal ze allemaal even doornemen.
De eerste pijler is de AOW. Dat betekent dat de staat in Nederland een basisinkomen garandeert. Dat doet zij al vijftig jaar. En in tegenstelling tot wat andere politici beweren, is de staat daarin heel betrouwbaar. Hoewel het interessant lijkt de regels elk jaar te veranderen, is het prettige van het systeem juist dat het hetzelfde blijft. Dat houdt in dat mensen weten, twintig, vijftig jaar van te voren dat ze kunnen rondkomen, dat er een basisvoorziening is. Dat het een voorziening is waarbij, in tegenstelling tot omliggende landen, nauwelijks of niet gefraudeerd wordt. En waarbij de indruk ook ontstaat dat er geen oneigenlijk gebruik plaats vindt. Nu zult u zeggen, u trapt een open deur in. Ik zal u een voorbeeld geven van landen waarbij ik geen open deur intrap. In Italië kon je op een gegeven moment als je in de publieke sector werkte, na vijftien jaar, zes maanden en één dag een volledig pensioen hebben. Dat betekende als je op je twintigste met werken begon, je op je 35e van een AOW-uitkering kon genieten. Lijkt ons geen prettige zaak.

De huidige discussie spitst zich toe op de tweede pijler. Dat zijn de sociale partners die een groot pensioensysteem met z’n allen hebben opgebouwd. Dat houdt in dat we pensioenfondsen hebben waarbij je pensioenpremies betaalt. Deze worden opgespaard en in de pensioenfondsen belegd. Hier bestaat nog wel een misverstand over, maar de pensioenfondsen hebben op dit moment een vermogen dat tussen de vier en vijfhonderd miljard euro ligt, dat is ongeveer twee, twee en een half keer zo groot als de Nederlandse staatsschuld en daarmee zijn zij dus wat betreft bezit belangrijker dan wie dan ook in Nederland, inclusief de Nederlandse staat. Alleen de staat heeft daarmee weinig te maken. Een aantal landen heeft geprobeerd zulke pensioenfondsen binnen de staat op te bouwen, waaronder de VS. En, je raadt het al, binnen een paar jaar is de verleiding veel te groot om de pensioenfondsen zelf te gaan opeten. Die verleiding hebben we in Nederland nooit gehad. Want de pensioenfondsen zaten op afstand van de overheid waardoor wij nu met de komende vergrijzing een zodanig systeem hebben dat we die kunnen opvangen.

Een aantal dingen speelt op dit moment. Het eerste is het toezicht, dat enigszins op afstand is geplaatst door de Nederlandse overheid. Ja, het vervelende is, pensioenen zijn en blijven saai, ik kan er dus ook niks interessants van maken. Het enige wat ik ervan kan maken is dat we het als Nederland alweer aardig gedaan hebben. In Engeland is een aantal pensioenfondsen over de kop gegaan en heeft het toezicht zodanig gefaald dat het hele pensioenfonds opgegeten is en dat gepensioneerden van de ene op de andere dag hoorden dat zij geen pensioen meer kregen. Een behoorlijk risico waar wij niet in willen vallen. Risico, dat is wel een van de discussies die speelt en ook vandaag met ingezonden stukken, namelijk; Willen wij pensioenfondsen risico laten nemen? Het antwoord daarop is ja. Pensioenfondsen mogen in aandelen beleggen, niet alleen in obligaties, juist omdat deze op de lange termijn meer renderen. Om u een voorbeeld te geven, als u wilt dat hele pensioenfondsen geïnvesteerd worden in overheidsschuld, dan is het eerste probleem dat de pensioenfondsen al twee en een half keer zoveel bezitten als de totale overheidsschuld. Dus je kunt het niet als al zou je het willen. We zouden dus de hele staatsschuld van België kunnen opkopen en een behoorlijk gedeelte van de staatsschuld van Duitsland. Dat zou ook interessant zijn als experiment, maar of het een goede belegging is, waag ik te betwijfelen. We zullen dus een stuk moeten blijven beleggen in de aandelenmarkt. Dat biedt op langere termijn ook een veel betere bescherming vooral tegen inflatie. In de jaren 70 zijn de pensioenfondsen die alleen in obligaties belegden compleet uitgehold vanwege een vrij hoge inflatie. Dus dat vereist een redelijke risicospreiding.

Ik zie dat ik wat snel door mijn tijd heen ga dus ik zal snel naar het interessantste deel gaan en dat is wat andere landen eigelijk aan het doen zijn. Op dit moment hebben we in Nederland dus de vergrijzing waardoor het aantal AOW-ers in de komende 25 jaar gaat verdubbelen, waarschijnlijk naar ongeveer vier miljoen. Vier miljoen mensen die van de staat een uitkering verwachten en daarop kunnen rekenen. Alleen is Nederland daarmee een positieve uitzondering op de rest van Europa. In Nederland hebben vrouwen gemiddeld 1,6 , 1,7 kinderen tijdens hun leven. In Italië is dat 1,2. Dat betekent dat elke generatie in Italië 40% kleiner is dan de generatie daarvoor, dat er een omgekeerde bevolkingspyramide aan het ontstaan is, dat heeft interessante sociale consequenties, families waarbij één kind de norm wordt. Maar ook een hele rare consequentie, dat het aantal gepensioneerden anderhalf keer zo groot zal zijn als ze zo doorgaan dan het aantal mensen dat werkt. Dan kun je dus twee dingen doen. Je kunt de gepensioneerden uitkleden, je kunt de werkenden uitkleden want die moeten anderhalve uitkering per persoon betalen, ze hebben namelijk geen kapitaaldekkingsstelsel. Of je kunt het allebei doen, dat lijkt het meest logische.
Blij dat we daar in Nederland niet in zitten. Blij dat we in Nederland ook niet zitten in het Duitse, Franse systeem waar ook alles op omslag gefinancierd is. Er zit in Nederland nog een kleine ‘maar’ aan, en dat is dat onze levensverwachting niet meer toeneemt. Dat is een volksgezondheidsprobleem. Maar in de pensioenwereld heeft dat ook een klein voordeel, namelijk, dat er minder lang hoeft worden doorbetaald. Misschien klinkt dat cynisch, zo is het niet bedoeld. Maar een verdere stijging van de levensverwachting is waarschijnlijk wel het grootste risico dat ons pensioensysteem loopt. Er zijn demografen die voorspellen dat we straks allemaal honderd worden, dan hebben we een probleem. En er zijn andere demografen die voorspellen dat we vanwege stijgend overgewicht en blijvend rookgedrag bij vooral vrouwen veel minder oud zullen worden in de komende tijd.

Welke plannen moeten wij dan in Europa met elkaar hebben? Ten eerste moeten wij ervoor zorgen dat wij in Nederland ons eigen systeem netjes overeind houden. Dat lukt met enige flexibilisering. Dat betekent soms misschien iets minder indexeren. Maar in Nederland hebben wij, zelfs met de uiterst beroerde aandelenmarkt van de afgelopen drie jaar, geen enkel groot probleem gezien. Daar kunnen we dus heel trots op zijn. Omliggende landen hebben vooral vanwege demografische redenen dat probleem wel. En hier wringt zich de omissie in het Verdrag van Maastricht dat we wel een 3%-limiet hebben op het overheidstekort, maar daarbij geen rekening houden met de grote uitgaven in omliggende landen waar niet alleen de AOW maar ook de aanvullende pensioenen in feite op omslagfinanciering gebaseerd zijn. Daar zullen wij dus goed op moeten letten. Een aantal landen heeft enige vooruitgang geboekt. Duitsland, Frankrijk met een aantal hervormingen, Italië ook. Maar nog niet genoeg. We moeten er dus voor waken dat wij in die landen niet links of rechtsom meebetalen, maar er wel voor zorgen dat zij, net als wij, hun eigen systeem zodanig hervormen dat ook zij pensioenfondsen opbouwen. Daar is nog wel een kleine kanttekening bij te plaatsen en dat is dat de omliggende landen een gedeelte van het pensioensysteem beter op orde hebben en dat is het eigen huizenbezit. Over het algemeen wordt dat niet tot het pensioensysteem gerekend. Ik doe dat uitdrukkelijk wel. Omdat mensen die op hun 65e in staat zijn een eigen huis te bezitten en afbetaald hebben, of vrijwel afbetaald hebben, daar gaan wij ook fiscaal wat aan doen. Het initiatiefwetsvoorstel Hillen, waarbij mensen die hun huis afbetaald hebben minder belasting hoeven te betalen omdat ze geen hypotheekrente meer kunnen aftrekken. Maar daarmee heb je wel een soort inkomenszekerheid gecreëerd voor een generatie die ouder wordt en die dus minder afhankelijk wordt van alleen maar beursgrillen. Het voorstel uit de Volkskrant, waar ik overigens geen enkele bevestiging van kon vinden, dat Duitsland en Frankrijk op dit moment in het geheim aan het voorbereiden zijn om, mocht het Verdrag, het nieuwe grondwettelijk Verdrag niet goedgekeurd worden een kleine ‘kern-Europa’ te vormen waarbij ook sociale zekerheid een onderdeel zal zijn van de communautaire bevoegdheden is dus een compleet verkeerde weg en zal dus in Nederland onder geen beding gevolgd worden.