Rita Verdonk (VVD), Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie (foto’s & verslag)
Politiek Café, Den Haag 21 februari 2005
Rita Verdonk
Ruim een jaar geleden ben ik ook bezoek geweest in het Politiek Café in Den Haag, en laten wij eens kijken wat er gebeurd is.
26.000 dossiers. Ik ben er nu een klein jaar mee bezig, driekwart jaar, en we liggen vóór op schema. Daar ben ik heel blij mee, want dat was in het begin natuurlijk toch wel spannend. Met gemeentes of ze nu wel of niet mee wilden werken. Ik had hele goede afspraken met de VNG, maar ja dat betekent in de praktijk dat het tegen kan vallen, maar dat loopt nu. We hebben een tweede vertrekcentrum geopend in Vught. Het eerste in Vlagtwedde bestaat ongeveer een half jaar en het lóópt.
We hebben tot nu toe.. Want wat is de bedoeling dus? Dat waren die mensen die onder de oude vreemdelingenwet zijn binnengekomen. Er zijn nog een aantal in procedure, op dit moment hebben we 8500 dossiers behandeld. Even nog voor de herinnering het was een inspanningsverplichting van drie jaar, dus dat betekent dat we mooi op schema liggen. Ruim 2000 keer is er sprake geweest van gecontroleerd vertrek zoals dat heet. Dat betekent dat er 250 mensen ongeveer zijn uitgezet. Dat het vertrek onder toezicht is geweest. En ook dat er met die regeling die ik toen getroffen heb om mensen extra geld mee terug te geven, dat er daar al bijna 1000 mensen gebruik van hebben gemaakt. Dat is heel positief; de mensen maken dan dus toch de keuze om vrijwillig terug te gaan en krijgen dan geld mee voor een nieuw begin in het land van herkomst.
Er is ongeveer 3500 keer een vergunning verleend. Dat waren dus mensen die zaten nog in de procedure, waarvan ongeveer 2000 keer asiel. Dat is ongeveer het normale percentage. Even voor de duidelijkheid. Er wordt nu gezegd in de pers dat ik een héél ruim hart zou hebben. Dat had ik ongeveer 3500 keer gebruik heb gemaakt van mijn discretionaire bevoegdheid voor de schrijnende gevallen. Nou, dat is niet zo. Ik heb wel een ruim hart, maar dat is wel erg ruim. 350 keer is dat wel gebeurd en de éénmalige regeling bestond natuurlijk ook al. Als je dat vergelijkt met de vorige bewindspersonen is dat echt heel veel. En ik vind dat ook echt heel belangrijk.
Mensen zitten in een traject en er kan natuurlijk altijd een situatie van schrijnendheid zijn ontstaan. Als ik dan die dossiers zie. Dat doe ik natuurlijk niet alleen zomaar, daar is een heel traject voor. De IND bekijkt hem op twee, drie verschillende niveaus. Het hoofd IND kijkt ernaar, dan kijkt er nog een directeur-generaal naar en dan kijkt er een secretaris-generaal naar en dan krijg ik het totale advies zoals het is. Soms zijn mensen het helemaal niet met elkaar eens en dan komt het uiteindelijk bij mij en ik ben dan degene die uiteindelijk de beslissing neemt. Ik kan u zeggen, dan zie ik dus ook regelmatig dossiers waarvan ik denk: nou dit is niet menselijk meer, dit is schrijnend. En die mensen behoren gewoon een verblijfsvergunning te krijgen.
Nou, dan zijn er nog ongeveer 3000 mensen die noemen we: ‘administratief verwijderd’. Ik zeg er maar eerlijk bij die noemden we vroeger: ‘met onbekende bestemming vertrokken’. Die zijn niet allemaal illegaal in Nederland. We hebben wat onderzoeken gedaan, wat steekproeven genomen. Acht procent van de illegalen blijkt uitgeprocedeerd asielzoeker te zijn. Waar de rest is gebleven? Ik weet het niet. Dat betekent ‘met onbekende bestemming’, illegaal. We weten niet precies hoeveel illegalen, we weten ook niet precies waar die mensen allemaal zitten. Maar dat houden we natuurlijk wel in de gaten, want op het moment dat het aantal veel groter gaat worden, dan hebben we natuurlijk toch wel een probleem. Dat betekent dat er zwaarder ingezet moet worden op het illegale beleid.
Ja, u heeft misschien vorige week de uitzending gezien van Netwerk over de papieren die wij dan zouden verstrekken aan Kongo, die de IND zou verstrekken aan Kongo. Ik kan u geruststellen. Wat er op televisie te zien was, was een intern stuk dat aangeeft wat de documentenstroom is van de IND naar de vreemdelingenpolitie, en niet naar de ambassade van Kongo. Dit is één voorbeeld.
We hebben al een aantal keren voorbeelden gehad van mensen die in de pers komen en aangeven hoe schrijnend zij zijn. Er is laatst een motie Van der Staay behandeld. Van der Staay heeft een motie ingediend in de Kamer en hij vroeg me of ik als minister gebonden ben aan de privacy-wetgeving. Tot nu toe was dat zo. Maar ik ben daar toch maar eens ingedoken, ambtenaren zijn daar voor mij ingedoken. Kijk, als het zo is, dat iemand ervoor kiest om, laat ik het maar zo noemen, zijn hele situatie voor het voetlicht te brengen, dan is dat één kant van de medaille. Dan is het toch ook wel eens zinnig, en ik denk ook éérlijk naar de burger toe, dat de burger ook weet dat de andere kant van het verhaal is. Namelijk het dossier van de IND. Ik kan u vertellen: daar gaan we dus binnenkort wat verandering in brengen in die éénzijdige berichtgeving.
‘Inburgeren buitenland’, ook een actueel thema. Even nog wat feiten. Waar gaat het om? Het gaat over de gezinsvormers en de gezinshereniging. Er komen op dit moment 9000 asielzoekers per jaar, nog geen 10.000. Maar we hebben nog wel steeds ongeveer 35.000 mensen die per jaar binnenkomen in het kader van gezinsvorming en gezinshereniging. Ongeveer 70 tot 80% van de Marokkaanse en Turkse jongeren haalt nog steeds hun partner uit het land van herkomst. Die mensen, en dat zijn voornamelijk vrouwen, die blijken toch een zeer slechte start te hebben hier in Nederland.
Wat stond er in het Hoofdlijnenakkoord? Dat er iets zou moeten gebeuren, dat er activiteiten zouden worden ontplooid in het land van herkomst. Nou, dat is omgevormd tot het project ‘Inburgeren buitenland’. Hoe gaat dat nu? Stel, hier woont een meneer, laat ik nou maar even, hoe zal ik hem noemen? Gerrit? Ook goed. En Gerrit woont hier en die wil zijn vrouw uit Marokko laten komen. Dan is de bedoeling dat Gerrit zelf het cursusmateriaal verzorgt voor zijn bruid. Als zijn bruid naar Nederland wil komen. Als mensen naar Nederland willen komen in het kader van gezinsvorming of gezinshereniging, dan mogen we van die mensen, die hier willen blijven in Nederland verwachten, dat zij willen investeren in de Nederlandse samenleving. Dus dat betekent: Nederlands leren. En dat betekent: kennis hebben van de Nederlandse samenleving. Nederlands leren. Het cursusmateriaal, daarvoor moet gezorgd worden door Gerrit. Die wil graag zijn bruid hiernaar toe hebben, dus die verzorgt zelf het cursusmateriaal.
Wij, de overheid, gaan over het examen. Wat wij aanbieden voor ongeveer vijftig euro is: een videoband met kennis van de Nederlandse samenleving. Ik kan het u ook aanraden; het is echt een prachtige man, die het geeft. Waar zijn wij nou in Nederland trots op? De parlementaire democratie, het feit dat mannen en vrouwen gelijk zijn, het feit dat wij hier een rechtsstaat hebben. Wat er bijvoorbeeld heel duidelijk in staat: in uw land zegt u dat eerwraak is om de eer van uw familie te redden, en dat moord uit wraak dus ook zo bedoeld is. De Nederlandse rechter zegt: “Eerwraak is moord. En u gaat daarvoor de gevangenis in.” Dat zijn een aantal boodschappen die daarin staan. Je ziet er ook van alles. Je ziet een strand met topless vrouwen, je ziet een homohuwelijk. Allerlei dingen die wij hier in Nederland heel normaal vinden, die komen er terug. Hoe wij wonen, hoe plat ons land is, de geografie, een stukje onderwijs, opvoeding, hoe ga je in Nederland met je kinderen om? Het is niet zo dat als je kinderen thuiskomen uit school, dat de Nederlandse staat voor ze zorgt en dat je ze dus maar de straat op kunt sturen. Dat is niet zo. Zo werkt het niet en ook de school neemt de opvoeding niet over. Dat zijn zaken, ideeën die mensen hebben, die we gewoon kwijt moeten. En u zult dat allemaal, als u die wil zien, terug vinden op de film.
De video stellen we dus beschikbaar, plus de mogelijkheid om drie keer het examen te doen van huis uit. Dat examen doen, is een nieuwe methode. Dat gaat via de telefoon. Je kunt dus voor je proefexamens van huis uit inbellen op een nummer dat je krijgt. En dan kun je dus testen of je een goed niveau aan kennis hebt. Denk je dat je dat hebt, dan reis je naar de ambassade. Daar moet je je legitimeren natuurlijk. Daar nemen we tien vingerafdrukken van je af. Je krijgt een unieke pincode en
ga je met een ambassademedewerker in een aparte ruimte. Daar wordt het nummer gedraaid en daar doe je dus telefonisch examen Nederlands. En je krijgt voor het gedeelte ‘Kennis van de Nederlandse samenleving’ een aantal plaatjes die je moet kennen en ook moet antwoorden in het Nederlands. Na ongeveer een half uur heb je het examen gedaan en dan is het vlak daarna duidelijk of je wel of niet je m.v.v., je machtiging tot voorlopig verblijf, kunt aanvragen. Haal je het examen niet? Alle kansen om het nog een keer te doen, maar dan krijg je je m.v.v. nog niet. Tot zover over inburgeren buitenland.
Dan een heel klein stukje over de nieuwe wet. Wet Inburgering Nederland, dat is de wet waarin geregeld wordt dat inburgering een resultaatsverplichting is en niet meer een inspanningsverplichting. Wat we nu zien, is dat mensen steeds twee uur per week bij het ROC op school zitten, Nederlands leren. Allemaal klagen: “Maar minister dat gaat toch veel te langzaam. En als ik nog wat meer wil dan sta ik op een wachtlijst.” We stellen dus de markt open voor de inburgeringscursussen en we geven de mensen een resultaatverplichting en dat is examen doen. En dat examen bestaat dan weer uit Nederlands en kennis van de Nederlandse samenleving. Alleen dan weer op een hoger niveau, een niveau waarop je dus echt kunt meedoen in de Nederlandse samenleving.
Ja, dan nog even een boodschap die ik graag kwijt wil. 26 januari hebben we een dag georganiseerd met het Kabinet voor allerlei maatschappelijke organisaties. U weet het misschien nog. In de Ridderzaal, waarbij allerlei maatschappelijke organisaties aanwezig waren om te praten over het bevorderen van de binding tussen de sociale cohesie in de samenleving. Ik denk dat dat beeld naar buiten goed is geweest. We zijn nu bezig met een tweede bijeenkomst waarvan het ook de bedoeling is dat we echt gewoon de burger bereiken, de burgerinitiatieven horen, op werkbezoek gaan dat het terugkoppelen daar zijn we druk mee bezig. Maar er is toen op een gegeven moment in mijn mond gelegd dat ik van 5 mei de dag van de binding wilde maken. Nou, ik kan u gerust stellen, dat is nooit de bedoeling geweest. Dat zal ook nooit de bedoeling zijn. 5 mei is Bevrijdingsdag, de dag van de vrijheid en dat moet ook vooral zo blijven. Wij moeten beseffen op 5 mei, met iedereen die hier in Nederland woont, wat het is om die vrijheid te hebben. En ook dat we waakzaam moeten zijn dat we die vrijheid behouden. Maar geen dag van de binding. Nou, ik heb u een aantal zaken geschetst misschien veel te kort dan heeft u ontzettend veel vragen ik zou zeggen, ik nodig u graag uit.