Thom de Graaf, Fractievoorzitter D66 (Foto’s & verslag)
- Datum
- 25-11-2002
- Lokatie
- Den Haag
- Spreker
- Thom de Graaf
- Titel
- "De links-rechts tegenstelling is onvruchtbaar"
Thom de Graaf, 25 november 2002
Het is een voorrecht om in een goedlopend café te praten terwijl de tap gewoon aan het werk blijft, dus laat u zelf niks tekort komen en ik lul gewoon door, ook als u zin heeft om wat te bestellen.
Ik heb gekozen voor de stelling, want ik moest een stelling aanleveren, dat links-rechts een onvruchtbare tegenstelling is. Ik wil daar een paar opmerkingen over maken want dat was de bedoeling van de avond.
In de eerste plaats, waar komt die tegenstelling eigelijk vandaan, links-rechts? Die komt, zo heb ik mij laten vertellen door prominente historici, uit de tijd van de Franse revolutie, toen de burgerij eindelijk met rechten bekleed in de nationale vergadering aan de linkerkant zat tegenover de adel, die over het algemeen wat conservatief was ingesteld, vooral omdat ze bang was voor eigen lijf en goed, en die was rechts. In Nederland hebben we eigelijk pas aan het eind van de 19e eeuw iets van een soort politieke tegenstelling gekregen. Eerst de conservatieven tegenover de liberalen, daarna de christen-democraten, dat waren de katholieke- en protestantse partij, later allerlei afsplitsingen, die werden als rechts gezien omdat de liberalen nu eenmaal werden gezien als de enige echte erfgenamen van de Franse revolutie en dus links. Tot 1940 is dat steeds volgehouden. De grote liberaal Oud heeft het in zijn standaardwerk 100 jaar over die 100 jaar, 1840-1940, over de liberalen en de socialisten als links, tegenover de conservatieve- en de christelijke partijen, rechts. Dat was natuurlijk al niet helemaal meer waar, omdat er tussen liberalen en liberalen nogal een verschil zit, ook voor de oorlog.
Voor de oorlog had je immers de liberalen van de vrije markt, de conservatief liberalen aan de ene kant, en de vrijzinnig democraten aan de andere kant. En die vrijzinnig democraten en conservatief liberalen stonden vaak diametraal tegenover elkaar. Je zou kunnen zeggen dat links-rechts in de directe na-oorlogse periode eigelijk niet een vreselijke tegenstelling was en ook geen discussie was. Al was het maar omdat de grote partijen, de KVP, de protestantse partijen, ook de VVD en ook de PvdA, alledrie de stromingen, hun aandeel namen in de opbouw van de sociale welvaartsstaat. En er was ook een hele grote consensus over, als het ging om de sociale rechten, die zijn vaak opgebouwd, allerlei wetgeving rond sociale zekerheden, zijn opgebouwd met steun van alle grote partijen tezamen. Daar zat geen fundamentele links-rechts tegenstelling in. Die tegenstelling is opnieuw gecreëerd in het begin van de jaren ‘70, eind jaren ‘60, onder invloed van studentenrevoluties. In tal van landen werd plotseling het Marxisme weer van stal gehaald en was alles wat daar een beetje naar neigde links en alles wat daar zeker niet naar neigde, was plotseling rechts. Ik geloof dat het ook toen al een overtrokken tegenstelling was. Het had te maken, en dat idee hebben we tot aan de dag van vandaag nog steeds, met de vraag of partijen voor overheidsinterventies zijn of juist niet. Ik zou zeggen dat de geschiedenis van de afgelopen 20 jaar zeker, leert dat die tegenstelling op dat vlak eigelijk niet goed hard te maken is. Bijvoorbeeld, verantwoordelijke partijen die vaak als links worden getypeerd, zoals de PvdA, zoals D66, hebben de afgelopen 20, 30 jaar wanneer zij deelnamen aan regeringsverantwoordelijkheid, eerder meegewerkt aan vermindering van overheidsinterventie dan aan vermeerdering. De Nederlandse staat werd 20 jaar geleden olifantsziekte toegedicht, “elefantiasis” met een mooi woord; te veel, te zwaar, te log, te veel interventie, te weinig resultaten. En ook partijen die als links werden gekenschetst, hebben eraan bijgedragen dat die logheid is verminderd.
Na de val van de muur leek er een einde te komen aan alle traditionele, ideologische tegenstellingen, zeker die zeer klassieke, zeer diepgravende tegenstelling tussen communisme, gebaseerd op Marxisme aan de ene kant, en kapitalisme, wat vaak wordt geassocieerd met liberalisme. En het leek alsof wij in een postmodern, postmaterialistisch tijdperk, ook in politieke zin, waren aangeland. De klassieke links-rechts tegenstelling werd aanmerkelijk minder relevant gevonden dan nieuwe politieke vragen en nieuwe politieke tegenstellingen. Vernieuwingsgezind, vooruitstrevend, toekomstgericht of juist behoudzuchtig, conservatief, nationaal ingesteld of juist internationaal ingesteld.
En je zou kunnen zeggen dat een tegenstelling die steeds relevanter werd, was de tegenstelling liberaal- niet-liberaal. Niet persé in sociaal-economische termen maar wel in termen van vrijheid van individuele mensen versus een meer gemeenschapsdenken wat juist die vrijheid enigszins beperkte. Paars lijkt mij de vrucht geweest, het ontstaan van paars, van die periode waarin dat links-rechts denken aanmerkelijk minder zwaar leek en veel meer aandacht bestond voor enerzijds samenwerking en anderzijds voor individuele vrijheden van individuele mensen. Dat heeft acht jaar geduurd, die paarse samenwerking, wat niet wil zeggen dat paars als gedachte, als samenwerking en als vruchtbare samenkomst van verschillende denkbeelden die heel goed samen kunnen gaan, nu plotseling van tafel zou zijn. Wat mij betreft in tegendeel. En dat is natuurlijk ook logisch want ik ben een vertegenwoordiger van een sociaal-liberale partij die juist meent dat die tegenstellingen niet onoverbrugbaar zijn maar juist kunnen worden overbrugd en kunnen worden gecombineerd door zowel individuele vrijheid en individuele keuze van mensen voorop te stellen, maar dat ook te verbinden met maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en betrokkenheid bij de samenleving zowel bij het lot van individuele mensen alsook bij wat geen stem heeft zoals natuur, milieu en landen bijvoorbeeld in de derde wereld.
Nu lijkt er, zeker na dit bizarre politieke jaar, plotseling een enorme herleving van de klassieke links-rechts tegenstelling te zijn. Ik ken partijen die niets liever willen dan zich links, linkser, linkst te noemen.
Groen Links en SP strijden nu om het predikaat “echt links”. De PvdA heeft het daar wel wat moeilijk mee, maar noemt zichzelf ook vooral links. Daarvan is vrij illustratief dat de nieuwe leider van de PvdA niet gewoon Wim Kok bedankt, ook voor z’n persoonlijke carrière overigens, en niet Ad Melkert bedankt voor het feit dat hij toch staatssecretaris heeft kunnen worden en daarmee de aanloop nam naar het politieke leiderschap, nee, hij bedankt vooral Joop den Uyl. Velen weten niet meer wie Joop den Uyl was, maar Joop den Uyl was een leider uit de jaren ‘70, toen links en rechts nog inhoud hadden in de politieke tegenstellingen van die dagen. En ook dat kleurt het beeld dat PvdA, Groen Links en SP vooral weer die oude klassieke tegenstelling links-rechts willen aanscherpen.
Voordat ik toekom aan de slotopmerkingen, namelijk waarom het zo ongelofelijk onvruchtbaar is, nog een paar relativeringen vooraf.
Is Ayaan Hirsi Ali links of rechts? Was ze links toen ze tot een paar weken geleden werkzaam was bij de Wiardi Beckman Stichting van de PvdA en onverbloemd haar ideeën over integratie en emancipatie van moslim vrouwen naar buiten bracht? Soms tot discussie leidend binnen de PvdA, soms ook met instemming. En is ze nu plotseling rechts nu ze dezelfde opvattingen houdt maar naar een andere partij is overgestapt? Wat moeten we überhaupt denken als we praten over links-rechts van het feit dat de lijsttrekker van de VVD tot een jaar of vijftien geleden actief afdelingsvoorzitter van de PvdA in Enkhuizen was? Wat moeten we ervan denken, over partijen gesproken, dat de nieuwe lijsttrekker van Groen Links vroeger, vier jaar geleden, lid van de PvdA was? Wat te denken van de lijsttrekker van de LPF die tot een half jaar geleden gewoon raadslid voor het CDA was? Ik bedoel maar, ik heb een enorm gebrek, dat is dat ik al 25 lid ben van dezelfde partij.
Als ik denk bijvoorbeeld aan de SP, een onversneden linkse partij wordt gezegd, nou in ieder geval een onversneden socialistische partij, maar is de SP ook links zoals wij dat de afgelopen jaren hebben opgevat als het gaat bijvoorbeeld over ethische kwesties? De SP is aanmerkelijk terughoudender dan bijvoorbeeld de VVD of D66 of de PvdA wanneer het gaat over kwesties als euthanasie. Wat te denken van Europa. Ik ken twee sceptische partijen als het gaat over Europa, de een is de VVD, de ander is de SP. Wie is nu links, wie is rechts? Wat te denken van de onderwijswoordvoerder van de SP die het gisteren heeft bestaan om ervoor te pleiten dat universiteiten nog maar zoveel studenten aannemen als er onderzoeksplaatsen beschikbaar zijn. En voor de rest vindt hij dat al die andere studenten die nu op de universiteiten rondlopen, maar gewoon een hbo-opleiding moeten doen. Vroeger zou je denken dat links zich sterk zou maken om voor iedereen absoluut de meeste mogelijkheden te creëren om de hoogste opleiding te kunnen doen, de universiteiten. Nu zegt de vertegenwoordiger van echt links dat iedereen maar gewoon een hbo-opleiding moet doen en dat de universiteit een hele elitaire instelling gaat worden. Is dat links, of is dat rechts?
Kortom, en nu laat ik nog daar waar bijvoorbeeld het CDA staat want die partij onttrekt zich volgens mij tot op de dag van vandaag aan alle tegenstellingen, kortom, ik kom tot de conclusies, in de eerste plaats; Wie denkt dat de tegenstelling links-rechts vruchtbaar is op het vlak van bijvoorbeeld de vrije markt, rechts, of de publieke organisatie van het algemeen belang, die komt bedrogen uit. Want het is niet een kwestie van kiezen of-of, het is een kwestie van kiezen wanneer het publieke belang op welke wijze het beste wordt gewaarborgd. De ene keer is dat in publieke, in overheidshanden, de tweede keer is dat in semi publieke handen, de derde keer is het aan de vrije markt overlaten onder waarborgen van bijvoorbeeld toegankelijkheid en betaalbaarheid. Daar is niet een hard ideologisch onderscheid te maken en dat zie je dan ook in de praktijk ook als het gaat over het stemgedrag van de verschillende partijen.
Wie denkt dat het onderscheid tussen links en rechts vruchtbaar is op het vlak van inkomensverschillen zal ook bedrogen uitkomen. In de eerste plaats alle nivelleringsvoorstellen van links, zijn eigelijk ongelofelijk marginaal, als het gaat om de echte inkomensverschillen. Zelfs de SP, die voorstellen heeft om opnieuw het belastingtarief van 72% in te voeren, weet dat dat alleen maar gekoppeld is, doet daar ook een voorstel voor, aan mensen met zeer hoge inkomens van boven de 500.000,- gulden, dus laten we zeggen 250.000,- euro. Nou, daar zullen ze een aantal Nederlanders mee naar Brasschaat helpen, ongetwijfeld, maar is het een fundamentele bijdrage aan nivellering van de inkomensverschillen? Nee, natuurlijk niet. Denk ook aan de PvdA, hypotheekrenteaftrek, ja, alleen voor nieuwe gevallen en dan overigens 10%. Ze denken dat ze daar starters mee helpen, starters worden daar natuurlijk helemaal niet mee geholpen. Wij hebben daar een wat praktischer en pragmatischer voorstel voor, namelijk gewoon de overdrachtsbelasting voor het eerste huis voor jonge mensen afschaffen. Dat levert aanmerkelijk meer ruimte op voor jonge starters. Ik bedoel niet dat ze al drie huizen hebben, ik bedoel de eerste keer dat ze een huis kopen, toch een fundamenteel verschil. Met jong bedoel ik niet meer zo jong als ik. Laten we het houden op 35 en daaronder.
Wie denkt dat het onderscheid is, veel of juist minder overheidsinvesteringen, want dat hoor ik ook altijd, die moet zich realiseren dat met medewerking van de VVD, de afgelopen jaren ongelofelijk veel geld is vrijgekomen voor de publieke sector, overheidsinvesteringen. Dat heeft een regering waar de VVD niet inzat nooit gepresteerd. Dan kunt u zeggen de economische tijden waren ook beter dan daarvoor, maar het is dus wel begrepen en met volle instemming van een partij die bekend staat als rechts om toch veel vrij te maken voor onderwijs, zorg en veiligheid. Sterker nog, nu het economisch minder gaat, hoor ik de VVD toch de kampioen zijn van investeren in de publieke sector, de veiligheid. Veel meer dan de linkse partijen. Dus wat is in dit geval links en wat is rechts?
Integratie, ook zo’n mooi voorbeeld. Is nu een harde aanpak, een stevige aanpak, een strengere aanpak als het gaat over nieuwkomers, is dat links of rechts? Kan het zijn dat het vanuit het oogpunt van het algemeen belang, verstandig is, niet zozeer links of rechts, maar verstandig is, om mensen die nieuw komen ook te verplichten, ook te vragen om een extra portie energie, aandacht te schenken aan onze Nederlandse taal, onze Nederlandse normen en waarden, onze geschiedenis en onze rechtstaat? Ik denk dat dat in het belang van iedereen is en dat het niet een kwestie is van alleen maar hard ingrijpen. Is gedwongen spreiding van allochtonen in buurten, is dat links of rechts? Er zijn rechtse partijen die daarvoor pleiten, althans, er voor leken te pleiten zoals de LPF, maar de SP doet eigelijk hetzelfde. Althans, het kamerlid Lazrak heeft dat de afgelopen weken verkondigd. Als je het aan Marijnissen vraagt, zegt hij “nee”, maar Lazrak zegt “ja”. Wat is nu eigelijk waar en wat is hier links of rechts? En tenslotte, om maar eens een voorbeeld te noemen, vaak wordt ook gezegd dat links zich meer sterk maakt voor democratische rechten en voor vernieuwing van de democratie in tegenstelling tot rechts die behoudzuchtig zou zijn. Nou, ik geloof dat als vertegenwoordiger van een partij die 35 jaar geleden mede is opgericht om de democratie te vernieuwen ik in alle eerlijkheid en met alle overtuiging kan zeggen dat als we ergens door teleurgesteld zijn geweest, was dat door links, die al die jaren met de mond heeft beleden dat de democratie moet worden vernieuwd, maar het nooit echt heeft aangedurfd. Het regentendom in links is minstens net zo sterk als het regentendom in rechts onder het motto: wie de macht in handen heeft, staat hem niet erg graag af aan kiezers. De VVD is nu akkoord gegaan met de gekozen burgemeester, ik ben benieuwd of ze dat ook volhouden na de verkiezingen. Dat heb ik de PvdA, een rechtstreeks gekozen burgemeester, nooit horen roepen en waarom? Er is maar een simpele reden, met de huidige kroonbenoeming of met een door de raad benoemde burgemeester krijgt de PvdA nu eenmaal meer burgemeesters dan dat ze het rechtstreeks zouden laten verkiezen.
Kortom, ik kom tot de slotsom dat links-rechts in Nederland een totaal valse tegenstelling is en absoluut niet nuttig voor mensen om een keuze op te bepalen als ze op 22 januari naar de stembus gaan. Ik zou zeggen, doe daarmee uw voordeel. Als u wilt kiezen voor een vooruitstrevende partij die een liberale inslag heeft als het gaat over de vrije keuze van mensen, die een sociale betrokkenheid aan de dag legt, die internationaal georiënteerd is omdat die partij niet gelooft dat we het alleen binnen Nederland kunnen oplossen en ook solidair wil zijn met mensen in de rest van de wereld, als u gelooft in een partij die altijd geïnteresseerd is in de vraag, wat kunnen we beter maken zonder in heilloos maakbaarheidsdenken te vervallen, dan hoeft u niet tussen links en rechts te kiezen, dan hoeft u alleen maar D66 te kiezen.