Willem Hendrik de Beaufort, griffier Tweede Kamer (verslag & foto’s)

Datum
25-10-2004
Lokatie
Den Haag
Spreker
Willem Hendrik de Beaufort
Titel
Mijn laatste week als griffier...
Terug naar overzicht

Dank je wel, Pam. Ik ben al honderden keren hier langs gefietst en ik wist honderden keren niet dat hier een politiek café werd gehouden en ik vind het prachtig dat ik dat nu op deze manier leer kennen. Bovendien ga ik vanaf volgende week de tijd krijgen om hier wat vaker te komen.
Ik heb gezien wat voor interessante sprekers hier mij zijn voorgegaan, dus alle reden om hier ook eens te komen.

Ja, inderdaad dit is mijn laatste week in mijn functie. Ik denk dat heel veel mensen hier precies niet weten, wat de griffier van de Tweede Kamer eigenlijk doet. Het aardige van het afscheid nemen is dat mensen mij schrijven en dan maken ze me aardige complimentjes, maar uit hun brieven blijkt ook dat ze niet weten wat ik eigenlijk gedaan heb al die tijd. (Gelach)

Bijvoorbeeld sommigen zeggen dat ze het altijd zo knap vinden dat ik zo goed kan stenograferen. Dat is iets wat ik nooit geleerd heb, wat ik heel knap vind, maar wat niet bij mijn functie behoort. Ik ga nu vanavond ook niet uitleggen, want daarvoor komen jullie niet. Dat hoeft niet bij de politiek. Het gaat om de politiek.

In al die jaren dat ik bij de Kamer gewerkt heb, heb ik het altijd belangrijk gevonden dat de ambtenaren van de Kamer en ik zelf niet aan politiek deden. Niet zelf naar buiten kwamen, niet in de publiciteit, daarvoor zijn 150 kamerleden gekozen en niet die ambtenaren.

Nou, in deze laatste weken mag ik af en toe eens iets zeggen. Ik ben inderdaad al een paar keer geïnterviewd en de weinige lezers die ik hier vermoed van het blad Trouw, die zullen woensdag een interview met mij lezen. Het vervelende van dat interview is dat ik apart een onderwerp had bedacht, waarvan ik dacht dat is leuk voor Trouw, dat stuk hebben ze in het geheel niet opgenomen. (Gelach). Het andere stuk wat ik minder belangrijk vond is uitgebreid weergegeven.

Ik ga nu aan jullie dat andere stuk wat ik echt voor Trouw had bedacht, ga ik hier proberen kwijt te raken. (Gelach) Ik heb zo de indruk als ik hier rondkijk en jou ook, een beetje Pam kennende dat het gezelschap hier toch een erg liberale kleur heeft. Liberaal in brede zin opgevat.

Er is mij gevraagd om iets provocerends te doen. Dat zal ik dan ook doen. Want wat hebben liberalen gemeen? Alle liberalen denk ik, dat ze heel erg hechten aan de scheiding tussen kerk en staat.

Welnu, ik wil graag de stelling verkondigen dat het goed zou zijn als er in de Tweede Kamer, in het Nederlandse Parlement wat meer gelegenheid zou zijn om uiting te geven aan een godsdienstige of kerkelijke overtuiging. (Publiek: Zo!,…. gelach) Dat werkt!

Ik ga ook een beetje vertellen hoe ik daartoe gekomen ben. Bij mijn functie hoort dat we elk jaar een kerstdiner hebben van het hele personeel van de Tweede Kamer. Dat zijn 600 mensen. En er komen dan bij dat kerstdiner ongeveer 300. Ik heb altijd gevonden bij een kerstdiner hoort een kerstverhaal, dus bij het kerstdiner las ik aan het begin een kort kerstverhaal voor, dat werd dan weergegeven in de diverse zalen. Mijn indruk was altijd dat ongeveer één derde van de alle aanwezigen luisterden naar mijn verhaal, maar er kwamen ook altijd na afloop een paar mensen naar mij toe en die zeiden: “Griffier wat aardig dat u dat gedaan hebt, zo is het echt kerstmis “.Ik deed altijd erg mijn best om mijn verhaal uit te zoeken waar geen enkel stichtelijk of christelijk evangeliserend element in zat. Dus dat het voor iedereen toegankelijk zou zijn.

Vorige week kwam er een personeelslid op mij af en die zei:” Ja, dat was een leuke gewoonte van u, dat u dat deed, maar we hebben ons wel eens afgevraagd, waarom hebt u nooit een echt kerstverhaal verteld met het Kindeke Jezus erin en stalletje en de engelen. En toen heb ik uitgelegd; ik vond dat je dat voor zo’n enorm gemengd publiek niet kon doen. Ja, zei hij, dat vond hij toch jammer, want in de Tweede Kamer was er helemaal geen gelegenheid daarvoor. Maar als je een christelijke overtuiging had om dat enigszins te tonen. Dat is één ervaring.

Tweede ervaring is met buitenlandse griffiers. Wist u dat bijna alle parlementen in Europa, in ieder geval parlementen waar wij ons verwant mee voelen de dagelijkse zitting geopend wordt met gebed? In Engeland, in Zweden, in Denemarken, in Finland, in Zwitserland een groot aantal landen. Ook een aantal landen niet. U kunt dat ook wel bedenken welke die landen zijn; Frankrijk en België met een hele duidelijke traditie van scheiding van kerk en staat.

Dat gebed aan het begin van die vergaderingen in al die landen, die ik heb opgesomd en er zijn er nog meer: Israël, Zuid-Afrika, dat heeft natuurlijk lang niet altijd een diepe betekenis, maar het is toch een moment van stilte en er zijn naar ik aanneem mensen in de zaal aanwezig voor wie dat betekenis heeft.

Van het Nederlandse Parlement is onlangs onderzocht van de Tweede Kamerleden hoeveel er nog een kerkelijke overtuiging hebben. Dat percentage is iets hoger dan in de Nederlandse bevolking. Als je naar de Nederlandse bevolking, dat is net onderzocht, ik geloof iets minder dan de helft. Van die helft is er dan weer een kwart die elke zondag naar de kerk gaat. Dat is nog steeds een enorm getal. Dat betekent dat het een veel groter getal is dat ooit een voetbalwedstrijd bezoekt of allemaal bij elkaar opgeteld. Dus een belangrijk deel van de bevolking.

In de Tweede Kamer zitten volgens de enquête die nu gehouden is 25 mensen die zich Rooms Katholiek noemen, 24 Nederlands Hervormd
(dat heet tegenwoordig anders, maar zo noem ik het nog maar even) 15 Gereformeerden en 15 Moslims.

Een andere manier om het te meten is, om te kijken welke kamerleden de eed afleggen. Je kunt als je kamerlid wordt kiezen tussen de eed of de belofte. Van de VVD kamerleden, hoeveel denkt u dat de eed afleggen? Hoeveel procent? Ja, twintig procent. Dat zijn dus VVDers waarvan je mag aannemen dat die een kerkelijk achtergrond hebben, maar die daar verder helemaal geen behoefte aan hebben om daar mee te koop te lopen, maar toch die eed afleggen. Bij de PvdA is het momenteel heel erg laag: vijf procent, bij de LPF is het daar en tegen 90 procent.

Wat ik als pleidooi in uw midden wil leggen en waar ik graag een reactie op zou willen krijgen is :
A. Is het wenselijk dat er op een of ander manier ook in ons Parlement gelegenheid bestaat, natuurlijk geen enkele verplichting en dus niet op de manier zoals het in Engeland en in Zweden en in Finland gaat elke dag, maar dat er ergens een mogelijkheid is om bijeen te komen en een korte dienst te organiseren, een gebedsdienst naar de vorm die ieder het beste vindt. Ik ben daar een voorstander van. Ik heb daar toch ook weer een politieke reden voor.

Er zitten nu dus vijf kamerleden die zich moslim noemen. Ik denk dat het voor de toekomst van Nederland van groot belang is dat moslims de gelegenheid krijgen om in een context van allemaal andere godsdienstige overtuigingen te midden van politici met een andere achtergrond mee te doen en hun religieuze overtuiging te laten zien. Dat zal niet makkelijk zijn, maar het enkele feit al lukt het maar met één of twee moslims in de Kamer dan is er al iets heel belangrijks bereikt namelijk iets wat in de Nederlandse traditie past; heel veel verschillende ideeën, heel veel verschillende overtuigingen maar toch samen proberen één vorm te vinden.

Waarom heeft Trouw dit verhaal van mij niet opgenomen? Omdat inmiddels gebleken is dat een stukje actualiteit er aan ontbreekt. Iets wat ik natuurlijk als griffier had moeten weten blijkt het geval te zijn; over drie maanden, niemand van jullie weet dit nog en het is ook een soort primeur die ik aan u geef; over drie maanden wordt er in het gebouw van de Tweede Kamer een stiltecentrum geopend. Ik ben daar gaan kijken. Het ziet er buitengewoon naargeestig uit (Gelach). Het doet het meest denken aan een rouwcentrum met donkerpaarse gordijnen zo moet het niet worden. Het moet een plaats worden waar mensen 20, 30, 40 kamerleden, kamermedewerkers die daar behoefte aan hebben zich kunnen terugtrekken. Ook met elkaar iets kunnen organiseren. Gebed of welke andere vorm van uiting ze ook maar willen geven. Dit was het.