Wim van de Camp (CDA), lid Tweede Kamer (verslag & foto’s)
Dames en heren, ik wil allereerst even zeggen dat mijn naam Van de Camp is. Maar ik word wel vaker verward met mijn voormalige collega Henk Kamp van de op dit moment nog grootste liberale partij in Nederland. Even ter nadere introductie. Ik ben al geruime tijd lid van de Tweede Kamer. Ik doe dat nu een jaar of zeventien. Ik heb binnen de Tweede Kamer tien jaar lang onderwijs gedaan, met name het voortgezet onderwijs. Ik ben medeverantwoordelijk voor de basisvorming en de tweede fase, de profielstructuur, de ov-studentenjaarkaart en ga zo maar door. De laatst zes jaar heb ik vooral justitie gedaan, coffeeshopbeleid, drugsbeleid, xtc-productie, smokkel, noem maar op. Alles wat onze lieve heer, zeg ik tegen mevrouw Evenhuis senior, alles wat onze lieve heer verboden heeft, dat heb ik ongeveer wel in mijn portefeuille gehad en gebruikt ook. Dat houd je wel behoorlijk fris.
Goed, vorige week werd ik door mevrouw Hommes benaderd met de vraag wat het onderwerp zou zijn. En ik heb gezegd, laten we vanavond maar praten over de Commissie Blok. Dat is actueel. Het is wat erg dicht op het verschijnen van het rapport, maar misschien moet dat ook wel in een politiek café, dat je kiest voor actuele onderwerpen. Ik moet zeggen dat ik buitengewoon geschrokken ben van de manier waarop het rapport is ontvangen. Degene van jullie die tussen het werk en hier komen een beetje de pers hebben gevolgd, hebben eigelijk gezien dat het rapport vernietigende commentaren krijgt. Dat doet best wel pijn. Want ja, met alle respect, Stef Blok is een goede collega van mij. Je probeert als Tweede Kamer-lid en als Tweede Kamer een kritisch en goed onderzoeksrapport af te leveren met goede conclusies en met name goede aanbevelingen. Ik heb het vanmiddag even gelezen, ik vind wel dat Scheffer en Rogier van Boxtel, die ik vanmiddag op de radio hoorde, een beetje gelijk hebben. De aanbevelingen zijn heel vaag, zijn heel vrijblijvend. Het is een beetje laf om het zo maar te zeggen. De conclusies zijn mooi. Maar de conclusies gaan vooral over het verleden. En het punt is toch een beetje, hoe gaan wij in Nederland verder met die integratie. Daar wil ik vanavond een paar opmerkingen over maken. Ik zei het al, de aanbevelingen zijn vrij soft. Die zijn ook erg ruim lopend. Er wordt wel gezegd in de pers, ja, het is een Kamercommissie van alle fracties en dan moet je dus de grootste gemene deler zoeken. Maar je weet, de grootste gemene deler is tevens de grootste gemene vergeler. Met andere woorden, dan krijg je dus hele vage aanbevelingen en dat is wel jammer. Een van de grote vragen die vandaag is gesteld is of het integratiebeleid in Nederland gelukt is, is het mislukt, zijn we halverwege, hoe staan we er eigelijk voor? Ik denk dat we heel eerlijk moeten zijn, het integratiebeleid is voor grote groepen mensen in Nederland gelukt. Kijk je naar de mensen uit Hongarije die hier in 1956 zijn gekomen, prima gelukt. Kijk je naar grote groepen Indische mensen die terug zijn gekomen na de Tweede Wereldoorlog, prima gelukt. Kijk je naar grote groepen Hindoestaanse mensen, hier gekomen na 1975, onafhankelijkheid van Suriname, prima gelukt. Maar dan, kijk je naar de grote groepen gastarbeiders, Turken, Marokkanen, maar ook onze rijksgenoten van de Nederlandse Antillen, en dan zie je toch dat zich daar behoorlijke problemen voordoen. Je zou eigelijk moeten zeggen dat het integratiebeleid voor een kleine, maar wel venijnige groep, en dan denk ik toch wel dat we praten over 20% tot een kwart van de nieuwe Nederlanders, het integratiebeleid niet gelukt is. En je mag eigelijk ook wel zeggen, mislukt. Overigens, met dat woord integratiebeleid moet je wel even oppassen want wat zegt Blok, ja, die mensen waar u het net over had, die hebben zich eerder geëmancipeerd en geïntegreerd ondanks het beleid dan dankzij het integratiebeleid. En dat is natuurlijk nog een dubbele kat naar laat ik zeggen, de gevestigde orde aan politici waar ik mezelf dan ook maar even toe reken. Die mensen zijn best geïntegreerd, maar ik had het al wel eens eerder begrepen van met name de Hongaarse groep, ze hebben het vooral zelf gedaan in eigen kring, snel de knop omgezet, Nederlands leren, niet zeuren, aanpakken en een beetje doorwerken. Dus wat zie je nu op dit moment dat een harde kern van bepaalde groepen en laten we ze vanavond maar gewoon met naam en toenaam noemen, Marokkanen, Turken en Antilianen, die hebben het niet gered tot op dit moment. En dat gaat pijn doen. Als je kijkt naar wat er vorige week is gebeurd op het Terra College in Den Haag, en vandaag is dan de crematie van de betreffende adjunct-directeur, dan zie je dat die Murat D., dat is een jongen van zestien jaar, geboren in 1987 in de Rozenburgstraat, gewoon in Nederland geboren, dus helemaal geen verhalen van, ja hij komt uit Koerdistan, hij wist het niet en hij kon het niet. Nee, die jongen heeft een waarden- en normenpatroon wat niet geïntegreerd is. Over waarden en normen kan je uren praten, maar ik denk dat we het in Nederland wel met elkaar over eens zijn dat waarden en normen is niet dat wanneer jij van school geschorst wordt dat je dan een ‘pipa’ gaat kopen zoals dat zo mooi in de opening van de Volkskrant van vorige week donderdag stond. Een tweede punt bij Murat D. dat is dat wij ook hier weer tolerantie en slordigheid door elkaar hebben gegooid. Dat doen wij wel vaker in Nederland, alles wat ons niet bevalt dat noemen wij tolerant, alles waar wij moeite mee hebben dat schuiven wij weg onder tolerantie. En we zijn gewoon niet bereid, zeker ook in dat vreselijke abstracte waarden-en normendossier om op een gegeven moment te zeggen, jongens, dit heeft niks met tolerantie te maken, dit is gewoon slordigheid van de bovenste plank.
Goed, zover even nu de analyse. Hoe nu verder? Ik heb in tegenstelling tot de Commissie Blok maar even acht concrete aanbevelingen opgeschreven vanmiddag. Dat kan misschien ook de discussie wat aanjagen. O ja, ik moet natuurlijk wel mijn water op drinken anders kan ik niet aan het bier. Ja, ik doe het altijd graag in de juiste volgorde, proost! Als het gaat over integratie in Nederland. Dames en heren, ik denk dat wij elkaar, maar zeker ook de nieuwe Nederlanders, helderder, eerlijker en duidelijker moeten aanspreken op een gedeeld waarden- en normenpatroon. In het rapport van de Commissie Blok staat dat het vak ‘burgerschapskunde’ nu dan toch maar eens duidelijk en helder moet worden ingevoerd. Ik ben het daar zeer mee eens. Hoe los je geschillen op op het Terra College? Dat doe je door te praten, dat doe je eventueel door te plagen, dat doe je eventueel door de leraar in de maling te nemen, maar je gaat hem niet neerschieten. Tweede concrete aanbeveling is dat wij misschien ook het begrip ‘multiculturele samenleving’ moeten verlaten. Want een multiculturele samenleving is een oneindige verzameling, voor degenen onder u die vroeger wiskunde A hebben gehad, dat leidt namelijk tot niks. Dat heeft ook weer te maken met die slordigheid van, gooi alles maar in één bekertje en dat noemen we dan multicultureel. Ik denk dat je gewoon eerlijk moet zeggen dat wij in een westerse samenleving wonen die grotendeels gedeconfessionaliseerd is, waar wat mij betreft best wat meer ruimte mag zijn voor levensbeschouwing en godsdienst. Maar het is een westerse samenleving met een vrij open, liberaal en zelfs libertijns karakter. En als je daar niet in wil passen dan denk ik dat je beter in het land van herkomst kan blijven. Derde aanbeveling, zwarte scholen. Ik vind dat de Commissie Blok af moet blijven van artikel 23 van de grondwet. Als ik naar een witte school wil, wil ik naar een witte school kunnen. En als iemand naar een zwarte school wil, dan moet hij naar een zwarte school kunnen. Ik ben er wel voor wat Blok voorstelt om niet meer achterstand extra te financieren, maar integratie extra te financieren. Dus als jij meer zwarte leerlingen op die school neemt en beter gemengd bent, kan je wat mij betreft een plusje krijgen. Vierde opmerking, aanbeveling; het spreidingsbeleid. Hij wil nu kunstmatig gaan spreiden. Meer allochtonen naar dat irritante Voorburg, meer allochtonen naar dat vreselijk witte Wassenaar, maar met Maxima zijn ze natuurlijk al behoorlijk begonnen. Meer allochtonen naar dat irritante Rijswijk. Dames en heren, dat lukt niet. Gewoon zorgen dat die mensen aan eigendomsvorming doen, een bekend christen-democratisch, maar ook wel liberaal begrip. Je ziet het dat de duurdere huizen in de Schilderswijk worden al gekocht door allochtonen. Dat gaat hartstikke goed. Hou nou eens op met dat pamperen en geef ze gewoon ruimte voor hun eigen geld. Dan de kwestie van de gezinsvorming. Die jongen van het Terra College, die zou wellicht een bruid zijn gaan zoeken in Turkije. Dan krijg je dus voor de derde keer een eerste generatie bruiden in Nederland. Mijn fractievoorzitter Maxime Verhagen heeft vorige week gezegd, wij moeten daarnaar kijken. Dan maar de leeftijdsgrens omhoog. We hebben al gezegd dat je financieel onafhankelijk moet zijn als je hier naar toe komt. Je moet Nederlands kunnen spreken. Maar het kan niet zo zijn dat er nog jongens van 13, 14 worden uitgehuwelijkt naar een Oost-Turkse plaats. Ik denk echt dat je heel goed moet kijken naar gezinsvorming. Het is een beetje moeilijk natuurlijk voor een CDA-er om het gezin wat dat betreft op de korrel te nemen. Maar er is een groot verschil tussen gezinshereniging en gezinsvorming. En gezinsvorming is dus dat jij als Haags schoffie uit de Schilderswijk met een prachtige bruid van 14 moet gaan trouwen in Oost-Turkije die zelfs ook geen hoog Turks spreekt. Dan, punt zes, de hoofddoekjes. Ik ben zeer tegen de Franse discussie. Ik moet u zeggen dat ik het gek vind dat je in een christelijk land geen kruisje meer zou mogen dragen, dat je in een joods-christelijk land geen keppeltje meer zou mogen dragen, en dat de hoofddoek in de publieke functie als een soort instrument wordt genomen om de Islam te acclimatiseren. Ik denk dat we daar vreselijk voorzichtig mee moeten zijn. Blok kiest gelukkig ook niet voor de Franse lijn. Blok zegt, het dragen van een hoofddoekje staat vrij, maar het kan niet in publieke functies. Die discussie blijft de komende jaren, want ik denk dat het gewoon niet prettig is om door een rechter met een hoofddoekje veroordeeld te worden. Net zo min als ik bij een rechter een wit priesterboordje zou willen zien. Dan moeten we ook wat dat betreft een lijn trekken. Twee punten tot slot. De Nederlandse taal. Het blijkt ook weer uit het rapport van de Commissie Blok dat de Nederlandse taal bij veel met name allochtone vrouwen niet bekend is. Ik ben zelf adoptievader van de aandachtswijk, vroeger heette dat achterstandswijk, ik begrijp dat u de marge ook ziet, maar als ik in Transvaal rondloop en ik zie dat in de buurtwinkel, daar vullen wij altijd op de maandagochtend formulieren in, dan komt er toch een prachtig gesluierde Turkse vrouw met een zoontje van zeven en die legt dan uit hoe het formulier in elkaar zit. Dat kan gewoon niet meer. Taalkennis kan wat mij betreft ook een voorwaarde worden voor het verkrijgen en het behouden van een uitkering. Tot slot, de problematiek van de illegalen. Wij moeten de mensen die willen integreren de kans daartoe geven. En de mensen die niet willen integreren vriendelijk doch dringend verzoeken dit land te verlaten. Dit was even mijn bijdrage aan het Politiek Café. Ik hoop dat het prikkelend genoeg was. Ik zal er morgen in de Kamer wel op worden aangesproken, maar ik heb nu eenmaal de irritante eigenschap dat ik buiten de Kamer hetzelfde zeg als binnen de Kamer. Dank u wel.