Wytze Russchen, ‘het oliemannetje’ (foto’s & verslag)

Datum
18-11-2002
Lokatie
Den Haag
Spreker
Wytze Russchen
Titel
"De EU is ongeloofwaardig"
Terug naar overzicht

Wytze Russchen: ” EU is ongeloofwaardig. Prodi moet naar huis’

Politiek Café Den Haag, maandag 18 november 2002

Ik ben blij dat ik vanavond eerste keus ben. Toen jij mij afgelopen vrijdag vroeg: “Wil jij vanavond Wouter Bos vervangen?” dacht ik, in verkiezingstijd een echte liberaal die een sociaal democraat mag vervangen, daar moet je nooit nee op zeggen. Dat zouden we vaker moeten doen. Toen moest er snel een pittig thema bedacht worden, ik denk dat dat aardig is gelukt. Maar toen wist ik natuurlijk nog niet dat Frits Bolkestein gisteren in Buitenhof over het zelfde onderwerp iets ging zeggen. Ik zou zeggen; Des te beter, ik ga graag een stapje verder dan Frits, als dat mag. Namelijk; Europa lijdt aan ongeloofwaardigheid en Prodi moet zo snel mogelijk terug en van zijn ongetwijfeld zeer riante pensioen gaan genieten in la bella Italia. Deze stelling lijkt nogal fors. Bovendien lijkt het alsof de VVD de afgelopen tijd zijn Europese overtuiging bij het grof vuil heeft gezet, wat ik trouwens niet vind. Daarom wil ik graag beginnen om te zeggen dat ik zelf een overtuigd Europeaan ben. Dat lijkt me wel eens goed om dat in deze kringen te benadrukken in deze periode. Europa heeft ons namelijk vooral veel goeds gebracht de afgelopen vijftig jaar. Al was het alleen maar de 57 jaar durende periode van vrede en veiligheid op het continent. Europa is een typisch liberaal project; vrijhandel, vrij verkeer van personen, wegnemen van belemmeringen, rechtsbeginselen en democratie. Europa doet veel zaken goed, zoals bescherming van consumenten, bewaking van de interne markt en bevordering van mededinging. Helaas is zeker de laatste tijd, veel van die voordelen zijn ondergesneeuwd door ongeloofwaardig bestuur, opportunisme van nationale lidstaten en slechte communicatie.

Om met het opportunisme en communicatie te beginnen. Met zoveel positieve verworvenheden zou je kunnen zeggen; Europa dat is makkelijk te verkopen. Niets lijkt minder waar. Daar schort het nou juist aan vandaag. Want wie durft Europa nog te verkopen? De nationale lidstaten hebben er een handje van om alles wat goed gaat in Europa naar zichzelf toe te trekken en alles wat slecht gaat, meestal door hun eigen schuld, in de schoenen te schuiven van de Europese Unie. Prodi, toen hij nog minister president was van Italië, was daar het beste voorbeeld van, toen Italië zich moest kwalificeren voor de EMU midden jaren 90. Het begrotingstekort en de overheidsschuld van Italië stond er zo slecht voor, 130% overheidsschuld, dat men bedacht een belastingverhoging in te voeren die natuurlijk moeilijk te verkopen was aan de Italianen en Prodi deed dat met de woorden: “Dat moet van Europa, ik heb daar verder niets mee te maken, dit is een belasting voor Europa”. Als het goed gaat, is het “wij”, als het slecht gaat, is het “zij”. Europa, dat zijn wij zelf, dames en heren, maar de lidstaten gebruiken de Europese Unie steeds vaker om hun eigen falen te maskeren. Dit ondermijnt volstrekt de geloofwaardigheid van de EU bij de burgers. Daar komt bij dat in ons eigen land, het Nederlands parlement en ook de politieke partijen in Nederland Europa niet serieus nemen en leggen veel te makkelijk de schuld bij de media of bij Brussel, wat zo ver weg is en waar ze zelf zogenaamd niet bij zouden horen. Zolang de Tweede Kamer continu achter de Europese feiten blijft aanlopen, en in die zin ben ik het eens met Bolkestein, die zegt: “De kamer zou een mandaat moeten geven aan de regering voordat ze naar Brussel gaat, duidelijk afgebakend, in plaats van achteraf in de kamer zeggen: “Wir haben es nicht gewußt.” De politieke partijen nemen Europa niet serieus op congressen, in verkiezingsprogramma’s en sturen b-politici naar Brussel die nationaal zijn uitgerangeerd. En als de politiek in Nederland Europa niet serieus neemt, hoe kunnen ze dan aan de kiezers vragen vervolgens in 2004 om dat wel te doen? Bovendien, en dat is een zijweggetje richting mijn eigen partij, slaat het nieuwe populisme van vandaag, zoals we dat zagen na de brute moord op René Steegmans in Venlo en de overval op de Albert Heijn in Amsterdam, waar helaas ook veel VVD-ers zich schuldig aan hebben gemaakt in mijn optiek, maar daar kunnen we het nog over hebben, aan het populisme bedoel ik, niet aan die moord en ook niet aan die overval, dat nieuwe populisme slaat heel makkelijk over op Europese onderwerpen. Waar emoties de feiten verdringen is Europa altijd een gemakkelijk slachtoffer. Want dan is het immers weer Europa, dat is “zij”. Populisme, en dat zeg ik tegen de partij, populisme is niet hetzelfde als inhoudelijk debat, populisme is niet hetzelfde als partijvernieuwing. Dan denk je, dat hoop je, moet de geloofwaardigheid van Europa uit Brussel komen. Door geloofwaardig bestuur, krachtdadig optreden bijvoorbeeld van het boegbeeld van de Europese commissie, voorzitter Romano Prodi, en u begint al te begrijpen dat we geen goede vrienden zijn. Die hoop is helaas onlangs weer zeer ijdel gebleken. Ik ga graag kort in op drie actuele punten waar uit blijkt dat de commissie faliekant de plank heeft misgeslagen: 1. het stabiliteitspact 2. de uitbreiding 3. het interne bestuur van Europa.

In de eerste plaats het stabiliteitspact. Niet een beetje dom, zoals Maxima laatst zei, maar gewoon domweg dom. Dat was de kwalificatie van Prodi over het stabiliteitspact onlangs in een interview in de Franse kwaliteitskrant Le Monde. Eerder al had de commissie voorgesteld een aantal landen, lees Duitsland en Frankrijk, meer tijd dan afgesproken te geven om hun begroting op orde te krijgen. Minister Hoogervorst van Financiën zei daarvan: “Ik ben hier diep ongelukkig mee.” Ik denk dat dat lang niet ver genoeg gaat. Ik zeg u, dit soort dingen zijn volstrekt onaanvaardbaar. Als er iets is dat funest is voor het vertrouwen van de burger in Europa, wat we juist vandaag zo nodig hebben, is het dit. Ten eerste wordt hier de discriminatie tussen grote en kleine lidstaten geformaliseerd. Zou de commissie net zo bereidwillig zijn de ogen dicht te doen als het ging om Luxemburg of Nederland? Ik weet zeker van niet. Ten tweede ontstaat er een gedoogbeleid. Dat hebben wij al maar dat heeft Europa nu ook. Afspraken hoeven niet persé te hoeven nagekomen, zo is het nieuwe motto. En dat nou juist op het punt van de munt, de euro waarvan de hardheid steeds in discussie staat en waar veel vertrouwen van de burger van afhangt. Dit ondergraaft niet alleen de geloofwaardigheid van de euro, die toch al niet hoog was door de prijsstijgingen die wij ook hier in de kroeg vanavond kunnen ondervinden. Niets tegen deze kroeg overigens, die is wel leuk, maar dit ondermijnt het hele Europese project. Dit is bovendien heel slecht voor Nederland dat, en terecht, het beste jongetje van de klas is als het gaat om budgetdiscipline in onze traditie van Zalmnormen en strakke budgetdiscipline. Grote en kleine lidstaten dienen derhalve gelijk te worden behandeld. Afspraken moeten worden nagekomen. Ik las vorige week dat de Europese commissie inmiddels wel overweegt een gele kaart uit de delen aan Frankrijk en Duitsland, dan zeg ik, ik moet het eerst zien en dan geloven, ondertussen is de rode kaart wat mij betreft voor Prodi.

Dan de uitbreiding. Weer om te beginnen, ik ben een groot voorstander van de uitbreiding, om politieke- en om economische redenen. Als VNO-NCW man spreekt het mij zeer aan dat wij bijvoorbeeld als Nederland tweede investeerder zijn in Centraal- en Oost Europa. Dus de economische voordelen maar ook de politieke voordelen die jullie allemaal uiteraard kennen, zijn evident. Maar weer geldt ook op dit onderwerp, spelregels zijn spelregels en afspraken moeten worden nagekomen. De spelregel was en is: kandidaat lidstaten moeten aan de criteria die wij hebben gesteld voldoen willen ze toetreden. Doen ze dit niet, komen ze in de wachtkamer en wachten we net zo lang tot ze klaar zijn en kunnen ze toetreden. It’s that simple. Wie schetst onze verbazing, toen wij de voortgangsrapportage van de Europese Commissie lazen onlangs waarin uitvoerig wordt geconstateerd wat de situatie is in de kandidaat lidstaten en bij een aantal lidstaten wordt geconstateerd dat er op essentiële punten zoals de interne markt, zoals de bescherming van de grenzen, zoals de justitiële rechtsgang nog niet voldoen aan wat wij willen als norm in de EU. Vervolgens lees je door in het voortgangsrapportagerapport en dan komt er in de conclusie; Al deze lidstaten kunnen in 2004 toetreden. Ik zag net op teletekst dat voorafgaand aan de top in Kopenhagen volgende maand al is besloten op welke datum dat zal zijn, namelijk mei 2004 zodat ze nog kunnen meedoen aan de Europese parlementsverkiezingen in juni 2004. Vindt men het dan gek dat burgers denken van wat is dat voor een Europa waar men dingen beslist, afspraken of geen afspraken over ons hoofd heen. Vindt men het dan gek dat mensen apathisch worden als het gaat om Europa als afspraken zo makkelijk aan de kant worden gezet en er nu al data worden gezet op beslissingen die nog moeten komen officieel en ook nog een beslissing van bijvoorbeeld de Tweede Kamer voor ratificatie op moet volgen. Ja, is het verwijt dan van de critici, zeker naar de VVD toe, dat is een anti-Europese opstelling. U bent geen pro-Europeaan, nee dat is juist een pro-Europese opstelling om te pleiten voor zeer zorgvuldige uitbreiding juist een graduele uitbreiding van landen die klaar zijn en later landen die vervolgens klaar zijn is een pro-Europese benadering omdat je daarmee de geloofwaardigheid van de Unie bewaakt bovendien bouw je met een toetreding van landen die zich niet kwalificeren nu een groot probleem in want je importeert enorme problemen binnen de EU waarmee je de geloofwaardigheid op termijn, als die problemen zich gaan manifesteren, die geloofwaardigheid nog verder ondermijnt. Bovendien laat je aan de landen die nog niet klaar zijn en die nog in de wachtkamer zitten, neem Roemenië of Bulgarije, laat je zien dat wij het niet zo nauw nemen met de spelregels en die landen denken vervolgens, nou, als dat de EU is, dan hoeven wij niet zo hard te lopen, want we komen er toch wel in. Het is dus een politieke beslissing blijkbaar waar noch burgers noch anderen aan te pas komen. Dan zou je kunnen terugkomen op de discussie rond het referendum, waar ik zelf geen voorstander van ben, daar kunnen we misschien straks de discussie over openen, maar ik denk dat je een referendum niet nodig hebt als je dit soort ongeloofwaardige maatregelen niet neemt maar gewoon duidelijk de spelregels die zijn gemaakt nakomt, hoef je van mij geen referendum te hebben.

Dan punt 3, intern bestuur. Ik weet niet of u het zich nog herinnert, bij de vorige Europese verkiezingen, het is alweer een tijdje geleden, 1999, ging het eigelijk over twee dingen: geld en geloofwaardigheid. Ik noem de naam Cresson, de commissaris destijds, ik noem de naam Paul van Buitenen en ik breng u een beeld van Europarlementariërs die in een hemicyclus zoals dat dan zo mooi heet, kwamen tekenen voor hun aanwezigheid en vervolgens direct het vliegtuig naar huis namen. Dat was het beeld van ’99, funest voor diezelfde geloofwaardigheid van Europa met als gevolg een opkomstpercentage in ons eigen land van 29%, een dramatisch diepterecord. Wat is de situatie vandaag, laten we zeggen drie jaar later? Inmiddels werkt diezelfde Van Buitenen geloof ik als politieambtenaar in Breda, er is een nieuwe whistleblower of klokkenluider zoals dat dan zo mooi heet, mevrouw Andreassen uit Denemarken, die precies hetzelfde constateert vandaag als Van Buitenen een paar jaar geleden, wat toen leidde tot de val van de commissie Santer overigens. En er ligt nog steeds geen eenvormig statuut voor de financiën van europarlementariërs, ofwel er zijn nog steeds allerlei verschillen tussen de inkomens van europarlementariërs waardoor de een wat meer sjoemelt dan de andere, waar we toen van gezegd hebben, misschien weet u het nog in die campagne, dit nooit meer en daar gaan we wat aan doen.
Die jonge honden, met name die jonge honden, die toen zeiden: “daar gaan we wat aan doen”, Lousewies, of Louchewies, zoals ze wel wordt genoemd in sommige VVD-kringen, voorop, die vluchten nu naar Nederland, omdat ze in interviews laten neerschrijven; “Europa, ja dat is toch niet zo goed voor mijn politieke carrière, de Tweede Kamer past toch beter op mijn cv”. En zoals u weet gaan we nog elke week of elke maand een week naar Straatsburg, ook al niet echt bevorderlijk voor het vertrouwen van die burgers in dat Europa. Dit overziende, voorspel ik dat het diepterecord van 29% in 2004 makkelijk gebroken wordt. Er is weinig tot niets veranderd sinds de val van Santer. Integendeel, Prodi, die zelfs in het Italiaans voor iedereen onverstaanbaar is, heeft de communicatie met de burgers helemaal verbroken.

Dames en heren, Europa staat op een cruciaal moment in haar geschiedenis. Ondertussen wordt ze nauwelijks serieus genomen. Noch door de lidstaten noch door het Europese bestuur. De eerste groep draagt hiervoor trouwens de grootste verantwoordelijkheid. Zij gaan tenslotte over veel van de zaken die thans mislopen. Maar met haar optreden rond het stabiliteitspact, de uitbreiding en het interne bestuur heeft de Commissie-Prodi zich gediskwalificeerd. Het is nog niet te laat. Europa heeft dringend behoefte aan geloofwaardig optreden. Dat verdient het, juist nu. Het naar huis sturen van Prodi zou daartoe een eerste goede stap zijn.

Ik dank u wel.